Leenvergoeding voor auteurs

META Nummer 2022/2

Leenvergoeding voor auteurs

Geschreven door Jessica Jacobs
Gepubliceerd op 22.03.2022
IMPORTANT

“Er waren geen boeken bij mij thuis als kind – dankzij de bibliotheek ben ik een lezer geworden en nu koop ik boeken”, dergelijke getuigenissen horen bibliothecarissen maar al te vaak. Auteurs en bibliotheken versterken elkaar, in een gemeenschappelijk doel van kennis en ervaringen delen. We moeten samen ons volle gewicht in de schaal leggen om lezen en leesbevordering te stimuleren. Dat levert uiteindelijk een winst op voor zowel auteurs, uitgevers als boekenwinkels, maar in het bijzonder ook voor het kennisniveau van de Vlaamse burger.

Leenvergoeding

Een deel van de auteurs in Vlaanderen is niet tevreden over de leenvergoeding die ze krijgen voor hun uitgeleende boeken in openbare bibliotheken. In het BoekenOverleg, dat de gezamenlijke belangen van de boeken- en letterensector behartigt, zitten de beroepsverenigingen voor auteurs (VAV) en voor bibliothecarissen (VVBAD) rond dezelfde tafel. Het BoekenOverleg vroeg in een memorandum van 2019 aan de overheid om bijkomende middelen voor het optrekken van de leenvergoeding naar het Europese gemiddelde.

In 2011 voerden we een beperkt onderzoek naar dat bedrag (in META 2011/4) en in 2020 werd dat ook door de Vlaamse overheid bekeken. Maar de vergelijking van cijfers enkel al binnen Europa bleek moeilijk door de verschillen in beschikbare data. Degelijk onderzoek hiernaar zou voor de auteurs een goede zaak zijn. Maar naast de cijfers is ook de procedure van belang: de manier waarop de geïnde vergoeding verdeeld wordt onder auteurs en uitgevers en de transparantie hierrond.

De inning van leenvergoeding is federale materie. Volgens de Belgische wetgeving mogen auteurs zich niet verzetten tegen de uitlening van hun werken, zolang dat gebeurt met een educatief of cultureel doel en door een instelling die daartoe door de overheid officieel erkend of opgericht is. Ter compensatie is er de leenvergoeding, een bedrag dat per bibliotheek betaald wordt op basis van de collectiegrootte en het aantal uitleningen. De bedragen en wijze van inning worden bepaald door het koninklijk besluit (KB) van 13 december 2012 (meer informatie in META 2013/1).

De Vlaamse overheid heeft de betaling van de leenvergoeding voor Vlaamse openbare bibliotheken op zich genomen. De bibliotheken moeten hiervoor jaarlijks de omvang van hun collectie en het aantal uitleningen doorgeven aan de overheid. Reprobel volgt de inning en vergoeding op. De vergoeding aan de auteurs en uitgevers gebeurt via de beheersvennootschappen waarbij deze aangesloten zijn. Die beheersvennootschappen kunnen gegevens opvragen om de verdeling van de leenvergoeding over de auteurs mogelijk te maken.

Maar hoe ze de verdeelsleutel vormgeven, mogen ze volledig zelf bepalen. De beheersvennootschappen zijn verplicht om jaarlijks een verslag op te maken over de inning en de verdeling van de vergoedingen. Van auteurs vernemen we dat de uitbetaling van die vergoedingen soms onduidelijk is en de informatie die ze hierover krijgen te beperkt. Dat is spijtig, want zeker met het eengemaakt bibliotheeksysteem beschikken we over exacte gegevens van het aantal uitleningen per auteur. Hier geldt trouwens het mattheuseffect. Wie al het meeste heeft, zal ook het meeste ontvangen. De leenvergoeding bevordert de inkomsten van de populaire auteurs. Het is geen goed middel om de Vlaamse literaire auteurs te ondersteunen.

Evolutie in collectievorming

 Het is een complexe kwestie. Van twee kanten horen we misnoegde berichten. Auteurs die vinden dat ze te weinig verdienen en bibliotheken die veel betalen voor de aankoop van hun collectie en tegelijkertijd hun budgetten zien slinken. Want naast de leenvergoeding die de Vlaamse overheid voor bibliotheken op zich neemt, kopen de bibliotheken de boeken zelf aan. Met de komst van e-boeken lijkt het er enkel moeilijker op geworden: het aanbieden van e-boeken brengt een extra kost met zich mee. De kost van collectievorming stijgt, maar de budgetten niet, dus is de uitkomst op vele plaatsen een verkleining van de collectie. Dat is zowel voor de bibliotheekbezoekers als voor de auteurs een slechte zaak.

Conclusie

In 2020 gaf minister-president Jan Jambon aan dat er contacten waren met de federale overheid om de hoogte van de bedragen van de leenvergoeding te evalueren en een vergelijking te maken tussen de verschillende landen van de EU. Het is een goede zaak dat de overheid dat onderwerp ter harte neemt. We wachten nog op de opvolging en terugkoppeling hiervan.

Het is in het belang van de samenleving dat de Vlaamse overheid blijft instaan voor de betaling van de leenrechtvergoeding. Dat ondersteunt immers de maatschappelijke impact die auteurs en bibliotheken samen creëren. De bibliotheek is een essentieel element van onze democratie, ze maakt mensen weerbaar in hun strijd tegen sociale ongelijkheid, discriminatie en armoede. De bibliotheken versterken hun lokale gemeenschap, garanderen gelijke kansen en bieden ontspanning. Hun bijzondere opdracht en de wisselwerking in die opdracht met auteurs kan niet genoeg benadrukt worden.

Waarom lid van de VVBAD worden?

  • Deel zijn van het netwerk van experten en collega's
  • Mee de belangen van de informatiesector behartigen
  • Korting krijgen op de activiteiten van de VVBAD
  • Toegang krijgen tot vakinformatie
  • Participeren in de verenigingsbesturen
Word lid
© Vlaamse Vereniging voor Bibliotheek, Archief & Documentatie vzw
Statiestraat 179 | B-2600 Berchem (Antwerpen)
Tel: (+32) 03 281 44 57 | email: vvbad@vvbad.be