Wanneer werd het Haags Preventie Netwerk opgericht?
In 2002 is door het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) aan erfgoedinstellingen de opdracht gegeven de calamiteitenpreventie op een hoger peil te brengen. Naar aanleiding daarvan is het toenmalige Instituut Collectie Nederland (nu Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed) samen met een aantal Haagse erfgoedinstellingen een project gestart genaamd De Haagse Pilot. Het doel was het maken of actualiseren van calamiteitenplannen voor de collectie. Daarnaast was het doel de onderlinge samenwerking tussen de instellingen te bevorderen, met name ook waar het herstelwerkzaamheden na calamiteiten betreft. In 2004 hebben de deelnemende instellingen hun calamiteitenplannen aangeboden aan de burgemeester van Den Haag en daarmee was ook de pilot ten einde.
Maar de opgedane ervaringen en samenwerking smaakten naar meer! Deelnemers aan de pilot wilden graag een permanentere samenwerking op het gebied van preventieve conservering en het omgaan met calamiteiten. Daarmee was het Haags Preventie Netwerk (HPN) een feit.
Wat is jullie opdracht en hoe vullen jullie die in?
Erfgoedinstellingen hebben de taak om erfgoed te beheren en toegankelijk te maken voor publiek. Binnen het HPN werken conservatoren, collectiebeheerders, restauratoren en veiligheidscoördinatoren samen om dat te bewerkstelligen. De focuspunten zijn preventie, conserveren en opvang bij calamiteiten. Het up-to-date houden van plannen voor beheer en behoud van de collectie is daarbij belangrijk. Daarnaast delen we ervaringen en kennis, en bieden we elkaar ondersteuning bij de afhandeling van incidenten. Dat kan een algemene vraag zijn over bijvoorbeeld handige formats voor schade-inventarisaties, maar het kunnen ook heel specifieke vragen over aanpak van schimmels in collecties zijn of hoe om te gaan met afwijkend gedrag van bezoekers. Er komt dus van alles voorbij.
Wat hebben jullie al kunnen verwezenlijken?
Heel belangrijk is de inventarisatie van wederzijdse steun. Dat is een overzicht waarin aangegeven is welke steun iedere instelling kan bieden aan de andere bij een calamiteit. Dat kan gaan om materialen als waterstofzuigers, verpakkingsmateriaal of extra opslagruimte die tijdelijk gebruikt zou kunnen worden. Het kan ook betrekking hebben op menskracht en expertise. Heeft een instelling bijvoorbeeld restauratoren in dienst, is er iemand die gespecialiseerd is in beveiligingsvraagstukken of zijn er collega’s die beschikbaar zijn voor het verlenen van hand- en spandiensten in voorkomende gevallen? Ook hebben we naar aanleiding van het HPN-project Wateroverlast door overstromingen en hevige regenval (2017) een gezamenlijk plan opgesteld met betrekking tot evacuatie van collecties tussen instellingen onderling in de responsfase van een calamiteit.