Exegi monumentum: literaire musea in Noord en Zuid

META Nummer 2023/2

Exegi monumentum: literaire musea in Noord en Zuid

Geschreven door Kris Michielsen
Gepubliceerd op 14.03.2023
IMPORTANT
KBR. Foto: EmDee - Eigen werk, CC BY-SA 4.0

Horatius wist wat zijn gedichten waard waren: “Ik heb een monument opgericht, harder dan brons, belangrijker dan de piramiden, onverwoestbaar.” In onze tijd zou een schrijver niet zo gemakkelijk zijn eigen werk op die manier ophemelen. Dat wordt aan het nageslacht overgelaten. Er zijn diverse mogelijkheden. Een standbeeld voor een schrijver: Conscience op het gelijknamige plein, eigenlijk niet zo flatterend. Een genootschap kan ook, zoals bij Willem Elsschot. Dat houdt het werk van een schrijver levend tot lang na zijn dood. Een literaire wandeling behoort eveneens tot de mogelijkheden: langs de ijkpunten van de auteur in bijvoorbeeld een stad. Toch enkel weggelegd voor echt geliefde schrijvers. Men kan een bibliotheek naar een schrijver noemen. Het meest democratische eerbetoon lijkt toch het schrijversmuseum, naar het voorbeeld van de schilders. Toch zijn literaire musea niet helemaal evident.

Tentoonstellingen

Een eerste vraag is: wat is het belang van literaire musea? Moeten we schrijnen van literatuur in stand houden? Het antwoord is niet zo gemakkelijk te geven. Dat soort musea kost handenvol geld en het rendement ervan is onduidelijk.

Literair erfgoed bewaren en ontsluiten heeft zeker zin. Het leert ons hoe schrijvers een proces doorlopen voor ze tot een boek komen. De literaire biograaf op zijn beurt doet een beroep op die bronnen om zijn werk over een auteur te stofferen en op die manier een bijdrage te leveren aan de literatuurgeschiedenis. Een schrijversbiografie is, op een specifieke manier, ook een monument.

Moeten we schrijnen van literatuur in stand houden?

Maar moeten we die bronnen (en andere aan schrijvers gerelateerde objecten) ook tentoonstellen in een museum? Ja, omdat dat mede leidt tot een positief – historisch geïnformeerd – leesklimaat. Vooral interessante tentoonstellingen, zoals voor enkele jaren over Paul van Ostaijen in het Letterenhuis, dragen daartoe bij. Musea winnen aan belang in onze tijd, en als ze goed beheerd worden, komen ze nog steeds in het blikveld van het grote publiek.

De museumpas

De introductie van de museumpas heeft in België de musea in een hogere rang laten spelen. Uiteraard naar het voorbeeld van de museumkaart van de Nederlandse Museumvereniging, die miljoenen leden heeft. Bij ons loopt het niet zo’n vaart: hier gaat het om enkele honderdduizenden. Maar de aanzet is gegeven. Ook boekenmusea varen er wel bij. De museumwereld is op die manier de bibliotheken een stap voor. Een gemeenschappelijke lidkaart voor de Vlaamse openbare bibliotheken, laat staan voor de Belgische, het blijft een toekomstdroom. Ons onderwerp vandaag is echter niet de bibliotheeksector, dus terug naar de musea.

Literaire musea

Het relevantste literaire museum in het Nederlandse taalgebied is volgens mij het Huis van het Boek in Den Haag, ook het Museum Meermanno-Westreenianum genoemd, naar de namen van de vroegere verzamelaars van wie de collecties aan de basis liggen van het museum. Het is een heerlijk ouderwets museum, gebouwd rond die privécollecties. Er zijn zeer interessante publieksgerichte tentoonstellingen over boeken, onlangs over de Oriënt in het boek. Maar ik herinner me ook vroegere expo’s over middeleeuwse handschriften en miniaturen. Zo’n toegankelijk museum is ook een geschikt doel voor een educatieve uitstap, bijvoorbeeld door een culturele vereniging of een school. Ik bezocht enkele jaren geleden het Huis van het Boek voor een expo, en was aangenaam verrast mijn studenten van de Antwerpse bibliotheekschool daar aan te treffen tijdens een geleid bezoek.

Het belangrijkste Vlaamse literair museum is het Letterenhuis in Antwerpen. Het is meer dan een museum, het is ook een archief voor literatuur en voor het Vlaamse cultuurleven. Een aantal jaren geleden werd de focus verlegd naar de literatuur. Momenteel is het museum gesloten voor een grondige herinrichting. De laatste grote expo was over Stijn Streuvels.

IMPORTANT
De Koninklijke Bibliotheek (KB), nationale bibliotheek in Den Haag. Foto: Anntinomy - Eigen werk, CC BY-SA 3.0

In de Koninklijke Bibliotheek (KB) in Den Haag is er het Literatuurmuseum, het Kinderboekenmuseum en een permanente expo van topstukken. KBR in Brussel heeft een museum rond de Bourgondische Librije, de bibliotheek van de hertogen van Bourgondië die een onderkomen vond in KBR. Dat museum is zuiver historisch. Er worden regelmatig stukken rond een bepaalde focus toegevoegd in tijdelijke presentaties, recent over vrouwen. De Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience in Antwerpen voert ook een actief tentoonstellingsbeleid in de vermaarde Nottebohmzaal – laatst over middelnederlandse ridderromans – maar is strikt genomen geen museum.

Populariteit

Het merendeel van de literaire musea is monografisch, dat wil zeggen gewijd aan één schrijver, bijvoorbeeld aan Louis Couperus in Den Haag. Hier is nogal wat uitval, want schrijvers genieten een wisselende en globaal eerder tanende populariteit. Zo sloot recent het Felix Timmermanshuis in Lier. De financiering van dit soort musea is problematisch. Het Emile Verhaerenmuseum in Sint Amands en het Stijn Steuvelsmuseum Lijsternest in Ingooigem worden zwaar ondersteund door de respectievelijke provinciebesturen van Antwerpen en West-Vlaanderen. Het Guido Gezellemuseum in Brugge is een stadsmuseum, het Maeterlinckkabinet in Gent ook. Sommige steden geven aandacht aan hun schrijvers in hun algemene stadsmuseum zoals Louis Paul Boon in Aalst of ook nog steeds Timmermans in Lier

Het Belgisch Stripmuseum in Brussel belicht een aspect van de literatuur. Het is drukbezocht, strips behoren tot de populaire cultuur. Aansluitend bij dat thema is er het Hergémuseum in Louvainla-Neuve, een privé-initiatief. Het Literair Museum in Hasselt (Villa Verbeelding) gaat over jeugdliteratuur en ook heel expliciet over illustratoren van bijvoorbeeld prentenboeken.

Aspecten van het boek

Dan zijn er musea die aspecten van het boek belichten, zoals de drukkerijafdeling van het Industriemuseum in Gent. Drukken komt ook aan bod in het Nationaal Museum van de Speelkaart in Turnhout, dat evenwel niet over boeken gaat. En, in historisch perspectief, in het Museum Plantin-Moretus op de Antwerpse Vrijdagmarkt. Er is ook het Steendrukmuseum in het Nederlandse Valkenswaard. Tot slot een woord over het meest bezochte schrijversmuseum in de Lage Landen: het Anne Frank Huis in Amsterdam. Uiteraard meer dan enkel een literair museum, maar Anne Frank is naast oorlogsslachtoffer ook de schrijver van het Achterhuis, haar dagboekaantekeningen. Hoezeer Anne Frank de gemoederen beroert, bleek onlangs uit de controverse die ontstond over de publicatie van een boek over het verraad dat leidde tot haar wegvoering naar het concentratiekamp.

Maar de meeste literaire musea staan minder in de aandacht, misschien zijn ze zelfs wat miskend. Vaak ten onrechte, denk ik, reden te meer om ze te bezoeken. De museumkaart en de museumpas brengen je al een flink eind op weg!

Waarom lid van de VVBAD worden?

  • Deel zijn van het netwerk van experten en collega's
  • Mee de belangen van de informatiesector behartigen
  • Korting krijgen op de activiteiten van de VVBAD
  • Toegang krijgen tot vakinformatie
  • Participeren in de verenigingsbesturen
Word lid
© Vlaamse Vereniging voor Bibliotheek, Archief & Documentatie vzw
Statiestraat 179 | B-2600 Berchem (Antwerpen)
Tel: (+32) 03 281 44 57 | email: vvbad@vvbad.be