De bibliotheek volgens Eco

META Nummer 2022/4

De bibliotheek volgens Eco

Geschreven door Piet De Keyser
Gepubliceerd op 07.06.2022
IMPORTANT

In 1981 hield Umberto Eco een lezing voor de vijfentwintigste verjaardag van de stadsbibliotheek van Milaan, die later gepubliceerd werd als boekje. Daarin gaf Eco zijn visie op wat een slechte en een goede bibliotheek is.

Borges

Het boekje begint met een uitgebreid citaat uit het kortverhaal De bibliotheek van Babel van Jorge Luis Borges, waarin het heelal voorgesteld wordt als een bijzonder complex bibliotheekgebouw. Nu is Borges wel populair wanneer het over bibliotheken gaat. Zo moet een boek over bibliotheekclassificaties bijna noodgedwongen Borges’ nonsensicale classificatie van het dierenrijk, zogezegd uit een Chinese encyclopedie, bevatten, zeker sinds Michel Foucault er in zijn Les mots et les choses grote ruchtbaarheid aan gaf. Eco gebruikt hier Borges’ fantasiemodel van een bibliotheek als uitgangspunt om te spreken over heden en toekomst van bestaande bibliotheken, en komt via een paar gedachtenkronkels bij een typering van een slechte en een goede bibliotheek.

De slechte bibliotheek

Eco schrijft dat hij, gezien de veelheid van doelstellingen van een bibliotheek, zo vrij zal zijn een negatief model op te stellen van een slechte bibliotheek en wel in negentien punten. De logica achter deze vrijheid ontgaat mij, maar de negentien punten zijn best grappig. Zo bijvoorbeeld punt H: “De bibliothecaris moet de lezer beschouwen als een vijand, een leegloper (anders was hij wel aan het werk) en een potentiële dief”, of nog: “Het moet onmogelijk zijn je eigen boek de volgende dag terug te vinden”, en: “De bibliotheek moet het gelijktijdig lezen van meer boeken ontmoedigen aangezien dat scheelheid veroorzaakt”, en “Indien mogelijk, geen toiletten”. Punt L, “Lenen uit andere bibliotheken moet onmogelijk zijn, in ieder geval moet het maanden in beslag nemen”, doet mij denken aan mijn ervaringen met interbibliothecair leenverkeer (IBL) als student in de zeventiger jaren. Vaak kwamen de IBL-formuliertjes inderdaad pas na maanden terug, vol stempels van allerlei bibliotheken, maar zonder de gevraagde fotokopie. Zelf zou ik er nog een paar punten aan kunnen toevoegen uit dezelfde tijd, zoals: je moet je jas verplicht afgeven in een kleine vestiaire, bemand door twee norse kettingrokers die de ene sigaret na  de andere opsteken, zodat je van ver de ijverige studenten kunt herkennen aan de stank van hun jas. Of nog: als je je pasje niet bij je hebt, word je fysiek uit de leeszaal verwijderd door een zaalwachter in grijze stofjas. De dingen waar Eco zich aan ergert, zijn maar al te herkenbaar voor wie die tijd meemaakte: de moeilijk te hanteren steekkaartencatalogi, het gedonder met copiers of leenbriefjes, de
problemen om boeken te lenen in grote wetenschappelijke bibliotheken enzovoort. Maar waren het daarom slechte bibliotheken? Je leerde er je weg vinden en je vond een manier om ermee om te gaan, en tenslotte was het je niet om de gebruiksvriendelijkheid, of het gebrek eraan, te doen, maar om de collectie. Hoe beter de collectie, hoe beter je de bibliotheek vond, want een digitaal alternatief was nog lang niet in zicht.

De goede bibliotheek

Volgens Eco kun je in de goede bibliotheek ongehinderd boeken ontdekken in de open rekken, liefst ook in die van het magazijn. Je neemt er boeken mee, bestudeert ze in de cafetaria bij een kop koffie en een sigaret en daarna ga je terug naar de rekken om nog meer ontdekkingen te doen. Eigenlijk is wat Eco voorstelt de bibliotheek die in de eerste plaats gericht is op browsen, in tegenstelling tot known item search. Eco schrijft letterlijk: “Een van de misverstanden over de bibliotheek is het idee dat je naar de bibliotheek gaat om een boek te halen waarvan je de titel kent.” In 1981 was dat nog niet zo evident, zeker niet in wetenschappelijke bibliotheken, maar ondertussen zijn we wel definitief die richting ingeslagen.

Stelen en het miljonairsprincipe

Volgens Eco zijn er twee nadelen aan de goede bibliotheek. Ten eerste kunnen boeken er gemakkelijker gestolen worden dan in gesloten-rek-bibliotheken. Eco vindt dat ze dan maar vervangen moeten worden, ook al zijn ze antiquarisch en duur. Als je boeken wilt bewaren, kun je ze niet laten lezen en als je wilt dat mensen ze lezen, moet je er de risico’s en kosten  maar bijnemen. “Het is”, schrijft hij, “een miljonairsprincipe, maar het is een principe.” Een tweede nadeel is dat boeken er gemakkelijk gekopieerd kunnen worden, waardoor ze niet meer verkocht raken, en dus maakt de uitgever ze nog duurder, wat dan weer tot gevolg heeft dat alleen bibliotheken ze nog kunnen kopen enzovoort.

Eco als bibliotheekgebruiker

Umberto Eco was zelf een fervent bibliotheekbezoeker en boekenliefhebber. Bibliotheken en boeken spelen ook een belangrijke rol in zijn fictie-werk. In zijn flat zouden 30.000 boeken gestaan hebben, en in zijn buitenverblijf nog eens 20.000. Op het web is een filmpje te vinden waarin hij langs zijn schijnbaar eindeloze rekken vol boeken stapt om er ergens – lukraak? – een exemplaar uit te nemen. Dat was ook zijn ideaal voor de bibliotheek, namelijk verrast worden door onverwachte ontdekkingen.

Waarom lid van de VVBAD worden?

  • Deel zijn van het netwerk van experten en collega's
  • Mee de belangen van de informatiesector behartigen
  • Korting krijgen op de activiteiten van de VVBAD
  • Toegang krijgen tot vakinformatie
  • Participeren in de verenigingsbesturen
Word lid
© Vlaamse Vereniging voor Bibliotheek, Archief & Documentatie vzw
Statiestraat 179 | B-2600 Berchem (Antwerpen)
Tel: (+32) 03 281 44 57 | email: vvbad@vvbad.be