Middeleeuwse manuscripten gaan digitaal

META Nummer 2021/7

Middeleeuwse manuscripten gaan digitaal

Geschreven door July Van Malderen, Birgit Ampe
Gepubliceerd op 27.09.2021
IMPORTANT
IMPORTANT
Mmmonk-banner, ontworpen door An Desmedt. © Openbare Bibliotheek Brugge

Mmmonk, een acroniem voor Middeleeuwse Monastieke Manuscripten – Open – Netwerk – Kennis, is een ambitieus project van de Openbare Bibliotheek Brugge, de Universiteitsbibliotheek Gent, het Grootseminarie Ten Duinen in Brugge en het Bisdom Gent. Mmmonk wil de digitale beelden van bijna achthonderd middeleeuwse manuscripten van de abdijen van Ten Duinen, Ter Doest, Sint-Baafs en Sint-Pieters ontsluiten en samenbrengen in een virtuele bibliotheek via het International Image Interoperability Framework (IIIF).

Het project

Partners

Het overgrote deel van de manuscripten wordt bewaard bij de vier primaire projectpartners: de Openbare Bibliotheek Brugge, de Universiteitsbibliotheek Gent, het Grootseminarie Ten Duinen en het Bisdom Gent. De Universiteitsbibliotheek kan een indrukwekkend palmares voorleggen op het vlak van digitale innovatie, terwijl de Openbare Bibliotheek Brugge een sterke traditie heeft in publiekswerking. Samen met het Grootseminarie Ten Duinen en het Bisdom Gent bundelen ze hun krachten en expertise om de monastieke manuscripten op een hoogwaardige en duurzame manier digitaal toegankelijk te maken voor het grote publiek.

Ze worden hierbij ondersteund door uiteenlopende partners verspreid over Vlaanderen: Abdijmuseum Ten Duinen, Historische Huizen Gent, meemoo, de Vlaamse Erfgoedbibliotheken, FARO, Illuminare - Studiecentrum voor Middeleeuwse Kunst (KU Leuven), Kenniscentrum vzw (Vlaams Onderzoekscentrum voor de Kunst van de Bourgondische Nederlanden), het Henri Pirenne Instituut voor Middeleeuwse Studies (UGent), het Interuniversitair Instituut voor Publieksgeschiedenis (UGent) en het European Lettering Institute.

Kostbare middeleeuwse manuscripten

De kerncollectie monastieke manuscripten bij de vier partners is grotendeels erkend als Vlaams topstuk. De volledige collectie Duinen- en Doestmanuscripten in de Openbare Bibliotheek Brugge en het Grootseminarie Ten Duinen kreeg in 2015 de status van topstuk. De Gregoriaanse manuscripten, het Liber Floridus en de 22 manuscripten van abt Raphaël de Mercatellis in de Universiteitsbibliotheek Gent behoorden toe aan Sint-Baafs en zijn respectievelijk in 2007, 2008 en 2013 erkend. Het Evangeliarium St.-Livinus van Sint-Baafs in het Bisdom Gent en het Ceremoniale Blandiniense van Sint-Pieters in de Universiteitsbibliotheek Gent werden in 2007 en 2008 erkend.

IMPORTANT
An Van Holder aan het digitaliseren. © July Van Malderen

Sint-Baafs (°ca. 630) en Sint-Pieters (°ca. 650-675) waren gedurende het hele ancien régime de machtigste abdijen in Vlaanderen. Ten Duinen (°1127) was een van de belangrijkste cisterciënzerabdijen, op gelijke voet met Clairvaux en Fountains. Ook Ter Doest (°1174) had een verreikende culturele en religieuze uitstraling. Die status werd weerspiegeld in hun uitgebreide en veelzijdige bibliotheken, die fundamentele getuigen zijn van de overdracht van cultuur en kennis in de westerse middeleeuwen. De manuscripten, die dateren van de zevende tot de zestiende eeuw, zijn dan ook vaak het onderwerp van onderzoek en publicatie en worden geregeld tentoongesteld in binnen- en buitenland.

Virtuele hereniging en kennisplatform

Mmmonk maakt in drie fasen de digitale beelden van de manuscripten toegankelijk via een digitale innovatie, IIIF. Dat protocol voor ontsluiting van digitale beelden is een internationaal gedragen standaard, gericht op duurzaamheid, flexibiliteit en uitwisselbaarheid van beelden via duurzame bouwstenen. Dankzij IIIF digitaliseren we de kostbare manuscripten en brengen we ze samen in een rijke virtuele bibliotheek met functionaliteiten die vernieuwend digitaal onderzoek mogelijk maken.

Timing

Het project omvat drie fases. In fase 1, van maart 2019 tot oktober 2020, lag de nadruk voornamelijk op het digitaliseren van het corpus en het ontsluiten van de beelden via IIIF. In fase 2, van november 2020 tot november 2021, gaat de digitalisatie en de ontsluiting via IIIF verder en gaan we ook dieper in op het experimentele in context van IIIF. We onderzoeken op welke manier we de IIIF-technologie ten volle kunnen gebruiken bij middeleeuwse collecties, hoe we onze metadata kunnen linken aan die van anderen en hoe we in dialoog gaan met eindgebruikers. I

n fase 3, waarvan het einde voorzien is in september 2022, gaan we verder met het uitwerken van de metadata, het ontwikkelen van IIIF-innovaties zoals doorzoekbaarheid van manifesten, presentatie van annotaties en guided viewings, en creëren we educatieve content met gebruik van IIIF. Zowel de projectwebsite als de communicatie omtrent het project wordt verder uitgewerkt. Ook na fase 3 zal verder gewerkt worden met de beelden en de IIIF-toepassingen.

IMPORTANT
Verlucht folio, Ms. 49/18, f. 345r. © Grootseminarie Ten Duinen en versierde initiaal, Ms. 131, f. 2r. © OB Brugge

Wat is IIIF?

Erfgoedinstellingen zetten in het laatste decennium steeds vaker in op het digitaal beschikbaar stellen van hun collectie. Maar het digitaal aanleveren van de beelden loopt niet altijd van een leien dakje: de beelden laden traag, de viewer veroudert snel of heeft te weinig functionaliteit, of de informatie wordt afgesloten voor niet-leden. IIIF werd ontwikkeld om deze problemen aan te pakken. Het doel is om beelden van deelnemende instellingen op een snelle en toegankelijke manier aan te leveren in open access. De beelden zijn vrij beschikbaar voor iedereen en kunnen bekeken worden in verschillende viewers, zoals Mirador of Universal Viewer.

Dankzij een set Application Programming Interfaces (API’s) kunnen de beelden vlot in verschillende contexten ingezet worden. Een API is een verzameling definities op basis waarvan een computerprogramma kan communiceren met een ander programma. De Image API maakt bijvoorbeeld beeldmanipulatie mogelijk, zoals verkleinen of roteren, en de Presentation API geeft structuur en eigenschappen aan het beeld. Hierdoor kunnen metadata aan een beeld gekoppeld worden. Andere API’s zijn bijvoorbeeld de Content Search API, waarmee de (eventueel computer herkende) tekst of toegevoegde annotaties doorzocht kunnen worden, en de Authentication API, die het mogelijk maakt om de toegang tot de beelden te controleren door middel van een login of een akkoordverklaring. 

Met IIIF is het daarnaast mogelijk om beelden gemakkelijk te delen, onafhankelijk van het platform van de instelling. Hierdoor kunnen beelden die via IIIF beschikbaar gesteld zijn op een creatieve manier aangeboden worden aan een ruim publiek. Een mogelijke toepassing is het maken van een geleide presentatie of guided viewing, die de bezoeker als het ware meeneemt doorheen een verhaal aan de hand van annotaties bij de beelden.

Een inspirerend voorbeeld is de guided viewing van het schilderij De ambassadeurs van Holbein, gecreëerd door Storiiies (gratis online te bekijken op hun website). Het J. Paul Getty Museum bedacht een andere creatieve manier. Zij ontwikkelden de Animal Crossing Art Simulator, een tool waarmee gamers afbeeldingen die beschikbaar zijn via IIIF kunnen importeren in de game Animal Crossing: New Horizons. Niet enkel hun collectie kun je gebruiken, ook iedere andere collectie die online staat via IIIF. Je herkent ze aan het rood-blauwe IIIF-logo.

IMPORTANT
Animal Crossing Art Simulator, experiments.getty.edu/ac-art-generator. © J. Paul Getty Museum

Digitaliseren van het corpus 

Screening van de manuscripten

Het totale corpus van mmmonk beslaat ongeveer achthonderd manuscripten, waarvan de vier kernparners het overgrote deel bewaren. De Universiteitsbibliotheek Gent had in het verleden al een groot deel van haar collectie gedigitaliseerd, en nam ook de collectie van het bisdom Gent voor haar rekening. De focus in de eerste twee fasen van het project lag dus voornamelijk op het digitaliseren van de manuscripten bewaard in de Openbare Bibliotheek Brugge en het Grootseminarie Ten Duinen.

Het digitaliseren van deze omvangrijke en kostbare collecties biedt veel voordelen, maar brengt ook enige uitdagingen met zich mee. Manuscripten zijn fragiele objecten en tijdens het digitaliseren is er kans op het toebrengen van schade. Daarom werd besloten om de checklist uit de publicatie Digitaliseren van manuscripten van Ilse Korthagen, Femke Prinsen, Lieve Watteeuw en Bruno Vandermeulen te gebruiken als leidraad. De checklist die de auteurs aanbieden, is een hulpmiddel om ervoor te zorgen dat er zo min mogelijk manipulatieschade is tijdens het digitaliseringsproces.

De eerste stap in het digitalisatieproces bestond erin alle manuscripten te screenen op basis van deze checklist. De checklist is in een Excelbestand gegoten om hem gemakkelijk te kunnen reproduceren, opslaan en raadplegen. Elk manuscript werd beoordeeld op de staat van de band, de binding en het boekblok, en de controle gebeurde folio per folio. De resultaten van de checklist bepalen of een manuscript al dan niet gedigitaliseerd kon worden of eerst gerestaureerd moest worden. Deze laatste categorie manuscripten werd op haar beurt onderverdeeld in clusters en kreeg een prioriteit toegewezen. Dat vormt de basis voor een restauratieplan op lange termijn.

IMPORTANT
Scanopstelling iGuana. © July Van Malderen

Tijdens de screening kwamen interessante inzichten naar boven omtrent de geschiedenis van restauratie en conservatie in de collecties van de openbare bibliotheek en het grootseminarie. Alhoewel beide collecties een gemeenschappelijke oorsprong hebben, is er in het verleden verschillend omgegaan met de manuscripten. In de openbare bibliotheek werden verschillende restauraties uitgevoerd, vaak met toepassing van achterhaalde methodes zoals het veelvuldig gebruik van plastieklijm. In het grootseminarie daarentegen zijn weinig oude ingrepen zichtbaar, waardoor de schade vandaag gemakkelijker te behandelen is. 

Restauratieplan op lange termijn

Uit de screening bleek dat enkele manuscripten eerst gerestaureerd moeten worden alvorens digitalisatie mogelijk is. Ook enkele manuscripten die wel te digitaliseren zijn, hebben conservatie nodig. Aan de hand van de checklist werd een overzichtsdocument opgesteld van alle schade. In het document is de algemene staat beschreven van het gehele manuscript, de band, de binding, en het boekblok, alsook meer gedetailleerde informatie over het type schade. Op die manier konden we zien hoeveel van de manuscripten in de collectie bijvoorbeeld een losse kaft, plastieklijm, inktvraat, of losse folio’s hebben.

IMPORTANT
Detail versierde initiaal, Openbare Bibliotheek Brugge, Ms. 131, f. 2r. © Openbare Bibliotheek Brugge

In een volgende stap onderscheidden we vier clusters (inktvraat, band, boekblok, boekconstructie) met telkens drie niveaus van schade (slecht, matig, goed), die de prioriteit voor behandeling aangaven. We deelden elk manuscript onder in een cluster op basis van het voornaamste schadebeeld. Aangezien veel manuscripten meer dan één problematiek hebben, werd ook waar nodig een secundaire cluster aangeduid.

Op basis van deze informatie stelden we een restauratieplanning op. Het gaat om grote aantallen en betreft een planning op lange termijn. De manuscripten die vanwege hun schade niet gedigitaliseerd kunnen worden, hebben de hoogste prioriteit. De Openbare Bibliotheek Brugge zet zich in om deze manuscripten binnen de eigen werking te digitaliseren en te integreren in het mmmonk-platform, ook na afloop van het project.

Digitaliseringsprotocol

Gezien de grote omvang van beide collecties werd beslist om met een externe digitaliseringspartner samen te werken. Op basis van een lastenboek en aanbestedingsdossier kwam het bedrijf iGuana als partner uit de bus. Wel zou de digitalisatie in situ plaatsvinden, omwille van het laagste risico op beschadiging, verlies of diefstal.

July Van Malderen, projectmedewerker digitalisatie van de Openbare Bibliotheek Brugge, overziet het digitaliseren. Zij voerde ook de screening uit en is dus op de hoogte van de schadegevallen per manuscript. Twee scanoperators van iGuana, An Van Holder en Wardani Kusumo, digitaliseren de manuscripten. Deze medewerkers kregen op voorhand een opleiding in het correct hanteren van manuscripten.

IMPORTANT
Richtlijnen Animal Crossing Art Simulator. © July Van Malderen

We stelden een digitaliseringsprotocol op om de samenwerking met het digitaliseringsbedrijf vlot te laten verlopen. Het protocol is onderverdeeld in vijf onderdelen: locatie, hanteren, verloop, resultaten en indien problemen. In elk onderdeel zijn regels opgenomen om de digitalisatie zo probleemloos mogelijk te laten verlopen. Zo staat er bijvoorbeeld beschreven dat er geen voedsel of drank in de ruimte aanwezig mag zijn, dat de temperatuur en luchtvochtigheid gemeten en bepaald worden in functie van de ideale omstandigheden voor de manuscripten en dat het niet toegestaan is stylo’s of stiften in de ruimte te gebruiken. Bij het luik ‘hanteren’ staat in detail beschreven hoe je stap voor stap een manuscript moet hanteren, maar ook dat je je handen te allen tijde eerst moeten wassen en dat het niet toegestaan is nagellak of sieraden te dragen. Het verloop van een digitaliseringsdag wordt overlopen, alsook de aanlevering en controle van de resultaten.

Tot slot werd in het protocol getracht in de mate van het mogelijke voor elk probleem of obstakel een gepaste oplossing te voorzien of op zijn minst een plan van aanpak. We formuleerden wat er moet gebeuren wanneer een medewerker schade toebrengt aan een manuscript, wanneer de apparatuur niet werkt, wat te doen in geval van een calamiteit, maar bijvoorbeeld ook wat te doen wanneer een medewerker te laat of ziek is. Kortom, het protocol is onze leidraad van start tot einde en in geval van nood. Binnenkort wordt het online gedeeld.

IMPORTANT
Verlucht folio, Grootseminarie Ten Duinen, Ms. 49/18, f. 346r. © Grootseminarie Ten Duinen

Digitalisatie tijdens fase 1

In februari 2020 ging fase 1 van start in de digitaliseringsstudio van de Openbare Bibliotheek Brugge. IGuana installeerde de opstelling die bestaat uit een boekenwieg waarvan één zijde horizontaal ligt, met daarboven een camera. Met de andere zijde is de openingshoek in te stellen. Op deze manier zijn de manuscripten goed ondersteund en kan de openingshoek gemakkelijk beheerst worden. Daarnaast gebruiken we kussentjes om waar nodig het manuscript te ondersteunen.

Een dag digitaliseren verloopt als volgt: de scanoperator start met een technische controle aan de hand van een UTT-test (Universal Test Target), terwijl de projectmedewerker een manuscript uithaalt. Een UTT is een fotografische testkaart waarmee de beeldkwaliteit gecontroleerd wordt. Vervolgens overlopen de scanoperator en de projectmedewerker samen de checklist en focussen ze op de aandachtspunten. Dan plaatsen ze het manuscript op de opstelling en ondersteunen ze het door extra kussentjes te plaatsen waar nodig.

De scanoperator van iGuana digitaliseert eerst alle recto’s, daarna de verso’s, en tot slot de sneden en rug. De projectmedewerker is te allen tijde aanwezig om de scanoperator bij te staan. Eens het manuscript gedigitaliseerd is, wordt het opgeborgen en herhaalt het proces zich. Duizenden folio’s op deze manier digitaliseren, verwerken, controleren en beschikbaar stellen via IIIF … een delicaat monnikenwerk!

Er werd vier dagen per week gedigitaliseerd. Na het vinden van een goed ritme, verliep het digitaliseren vlot. Maar de coronapandemie legde het proces stil vanaf midden maart tot midden mei 2020. Om het werk te kunnen hervatten, trof men enkele specifieke maatregelen en werd een nieuwe werkwijze uitgewerkt. Die werd in een addendum toegevoegd aan het protocol. Door de opgelopen vertraging was het echter noodzakelijk de doelstellingen van fase 1 bij te stellen. Wat niet gedigitaliseerd kon worden in fase 1, verschoof naar fase 2.

IMPORTANT
Checklist en bijlage. © July Van Malderen

Midden augustus 2020 verhuisde de opstelling naar het Grootseminarie Ten Duinen, waar verder gedigitaliseerd werd tot aan het einde van fase 1. Het doel was om alle manuscripten uit de collectie van het grootseminarie te digitaliseren. Uiteindelijk konden 29 manuscripten niet gedigitaliseerd worden. Een gelijktijdig lopend project in het KU Leuven Book Heritage Lab zou eerst 19 manuscripten restaureren. De 10 overige manuscripten bleken te groot voor de toenmalige opstelling, een probleem dat zich eerder ook in de openbare bibliotheek voorgedaan had. In overeenkomst met iGuana zouden zij de opstelling in fase 2 aanpassen, zodat ook grote formaten gedigitaliseerd konden worden.

Fase 1 eindigde in oktober 2020 in het Grootseminarie Ten Duinen. Er werden in totaal 198 manuscripten gedigitaliseerd, wat zich vertaalt naar 82.000 beelden. Een mooi eindresultaat ondanks de vertraging!

Stand van zaken

Fase 2 ging meteen aansluitend van start, in november 2020. De opstelling kwam opnieuw in de Openbare Bibliotheek Brugge te staan. IGuana paste de opstelling aan zodat ook grote formaten gedigitaliseerd konden worden. In april 2021 kwamen twintig manuscripten van het Grootseminarie Ten Duinen naar de openbare bibliotheek voor digitalisatie: tien grote formaten en een eerste cluster gerestaureerde manuscripten. Een bijzonder werkje dat tot in de details gepland en uitgewerkt werd. De volledige digitalisatie van fase 2 liep af in juli. De laatste manuscripten worden nog verwerkt, gecontroleerd en aangepast waar nodig. Tegen eind augustus is dat afgewerkt en zijn ook de laatste manuscripten beschikbaar in IIIF.

IMPORTANT
Valerius Maximus in Animal Crossing. © July Van Malderen

Na fase 1 en 2 en met inbegrip van de manuscripten die reeds voor mmmonk intern gedigitaliseerd waren, zullen meer dan vijfhonderd manuscripten van de Duinencollectie gedigitaliseerd zijn. Deze beelden zullen digitaal beschikbaar zijn via IIIF. Fase 2 is de laatste fase waarin gedigitaliseerd wordt, maar het mmmonk-project gaat verder. In fase 3 van mmmonk zal de focus niet alleen liggen op de creatie van het online platform en het samenbrengen van het corpus, maar ook op ontwikkeling van gebruiksvriendelijke toegangen tot IIIF en op IIIF-sensibilisering bij de doelgroepen.

Uit analyses in fase 1 en 2 komt namelijk steeds naar voren dat er een kloof gaapt tussen IIIF-technologie en de grote massa van potentiële gebruikers. De technologie is beschikbaar, maar bereikt nu enkel een beperkte groep van innovatoren en early adopters. We willen de doelgroepen van IIIF, in het bijzonder de individuele gebruikers die met erfgoedcollecties werken voor onderzoek, onderwijs en erfgoedcommunicatie en de kleine instellingen met beperkte IT-infrastructuur, -medewerkers of -middelen, bewustmaken van de mogelijkheden en voordelen van IIIF. Dat doen we in samenwerking met onze partners, in het bijzonder meemoo vzw, de Vlaamse Kunstcollectie (VKC) en het Henri Pirenne Instituut voor Middeleeuwse Studies. Wie interesse heeft in een IIIF-workshop met concrete voorbeelden en oefeningen rond het gebruik van IIIF voor bijvoorbeeld tentoonstellingen, besprekingen, blogs, en onderzoek, kan vrijblijvend contact opnemen met de mmmonk-medewerkers.

Meer weten?

De website mmmonk.be verzamelt alle informatie over het project. Je vindt er een beschrijving van het project en de partners, de geschiedenis van de abdijen en de collecties, en een interessante uitleg over IIIF voor IT-leken met enkele leuke tools en demo’s. In fase 3 evolueert deze projectwebsite naar het definitieve platform, waarop het volledige corpus in IIIF beschikbaar zal zijn, inclusief ruime contextualisering. Neem zeker een kijkje!

 

Bekijk het abstract en de praktische informatie van deze lezing in het programma van Informatie aan Zee 2021.

Waarom lid van de VVBAD worden?

  • Deel zijn van het netwerk van experten en collega's
  • Mee de belangen van de informatiesector behartigen
  • Korting krijgen op de activiteiten van de VVBAD
  • Toegang krijgen tot vakinformatie
  • Participeren in de verenigingsbesturen
Word lid
© Vlaamse Vereniging voor Bibliotheek, Archief & Documentatie vzw
Statiestraat 179 | B-2600 Berchem (Antwerpen)
Tel: (+32) 03 281 44 57 | email: vvbad@vvbad.be