Fleur De Jaeger: Wat betekent kennismanagement voor jullie?
Stef Strobbe: Kennismanagement is een term die, toen ik bij de VDAB begon, nogal populair was, maar snel weer vergeten werd. Nu heb ik de indruk dat kennismanagement opnieuw begint te boomen. We merken dat er verschillende soorten bibliotheken, documentatiecentra en kleine kenniscentra bestaan: van kleine eenmansprojecten tot grotere organisaties van ongeveer 35 werknemers.
Wat veel mensen als een belangrijk onderdeel van kennismanagement zien, is digitalisering. Ze zeggen dat digitalisering uitvoerig moet zijn, met een aantal voordelen zoals fulltime informatie, fulltext informatie en dat het fulltime aanwezig en opvraagbaar moet zijn. Ondervinden jullie daar ook nadelen van? En hoe maken jullie de digitale collectie zichtbaar? Voor mij is digitale informatie een deugd, maar tegelijkertijd ook een vloek.
Erik Buelinckx: Het hangt af van welke instelling het is: een bibliotheek, een archief of een documentatiecentrum. Wat wij voornamelijk doen bijvoorbeeld, is het verzamelen van fotografisch materiaal. Dan is het heel handig en interessant om dat digitaal ter beschikking te stellen. Wij hebben ook onze eigen publicaties, onder andere het bulletin van de instelling, gedigitaliseerd en beschikbaar gesteld.
Onze bibliotheek bevat, net zoals alle andere bibliotheken, enorm veel materiaal. De boeken zijn niet door het KIK zelf uitgegeven, dus wij zullen ze nooit digitaliseren. Het enige wat we ter beschikking stellen, zijn de titelbeschrijvingen en de trefwoorden. Een ander probleem is dat alles voor 1996 nog niet ingegeven is in de catalogus van de bibliotheek.
Bij nieuwe onderzoekers ontstaat er steeds meer de perceptie dat wat je digitaal ziet de complete collectie is. Het is constant nodig om aan iedereen te vertellen dat er eigenlijk meer beschikbaar is. Dat probleem komt bij heel veel bibliotheken en archieven voor.