De naam Windows verwijst uiteraard naar de vensters waarin de programma’s openen. Die verkleinen, maximaliseren en sluiten we via de knopjes rechts bovenaan. Maar er zijn ook heel wat trucjes om sneller te werken met die vensters. Je kunt meerdere vensters openen.
Die verschijnen normaal achter elkaar. We wisselen tussen onze schermen door te klikken op het icoontje van het programmavenster in de taakbalk onderaan. Omdat onze schermen steeds groter worden, kunnen we ook twee vensters naast elkaar zetten.
Dat kan snel door de Windowsknop in te duwen en tegelijk op het pijltje naar links of rechts te duwen om het actieve venster links of rechts te plaatsen. Je krijgt dan een overzicht van de andere vensters, en klikt op het venster dat je ernaast wilt plaatsen.