De Tweede Wereldoorlog blijft een sleutelrol spelen in ons collectief bewustzijn en in het culturele landschap. Dat blijkt niet alleen uit talloze tv-documentaires, maar ook bijvoorbeeld uit de mooie romans van Jeroen Olyslaegers en Stefan Hertmans.
Toch krijgen sommige aspecten uit de oorlog veel aandacht, terwijl andere ondergesneeuwd zijn. In dat verband is het contrast tussen het verzet en de collaboratie zeker in Vlaanderen frappant. Tijdens de Tweede Wereldoorlog namen 100.000 à 150.000 mannen en vrouwen deel aan het verzet in België.
In dezelfde periode waren ongeveer 100.000 Belgen actief in de collaboratie. Hoewel het aantal verzetsmensen dus hoger lag, is hun impact op het collectief geheugen beduidend beperkter dan die van de collaborateurs met het naziregime.
Het is geen toeval dat deze bronnengids over het verzet drie jaar na Was opa een nazi? verschijnt, de bronnengids voor de collaboratie die werd uitgegeven door Koen Aerts, Pieter Lagrou, Dirk Luyten, Bart Willems en Paul Drossens. Ook de tv-reeks Kinderen van het verzet kwam er pas na Kinderen van de collaboratie.
Was opa een held? is geen historische synthese of een boek met spannende verhalen. Het is een gids voor wie zelf op speurtocht wil gaan in de archieven, voor familieleden en nabestaanden, (amateur)historici, journalisten, enz.
Het eerste deel van het boek (p. 21-107) schetst de bredere historische context en de beeldvorming. Nico Wouters bespreekt de redenen van de zwakkere verzetsherinnering in het eerste hoofdstuk.
Hij wijst onder andere op de interne politieke verdeeldheid, de Vlaams-Waalse spanning, het traditioneel-militaristische karakter van de herdenkingsrituelen en de ‘concurrentie’ van andere herinneringsculturen.
Het verzet was ook minder sterk verankerd in de grote politieke zuilen, die na WO II opnieuw het politieke landschap domineerden.
In het tweede hoofdstuk geeft Fabrice Maerten een boeiend overzicht van de brede waaier aan groepen, netwerken en verzetsbewegingen, met hun politieke, sociologische en geografische achtergronden. Hij bespreekt ook hun successen.
Want hoewel verzetsmensen minder aandacht kregen na de oorlog, of zelfs geconfronteerd werden met een negatieve beeldvorming, is hun directe impact tijdens de oorlog zeker niet te onderschatten.
Zo’n 40.000 ondergedoken werkweigeraars werden geholpen, tienduizenden documenten werden via inlichtingennetwerken doorgegeven aan Londen, duizenden Joden (onder wie 3.500 kinderen) werden gered, duizenden sabotageacties brachten klappen toe aan de bezetter, honderden neergehaalde piloten werden naar Engeland gesmokkeld, 850 collaborateurs werden gedood, zeker zevenhonderd sluikpers-bladen werden uitgegeven, en sommige verzetsgroepen vochten mee tijdens de bevrijding (bijvoorbeeld rond de haven van Antwerpen).