Van 21 tot 29 november is het opnieuw Voorleesweek. Iedereen Leest zet dan het belang en het plezier van voorlezen uitgebreid in de kijker. Het thema is dit jaar ouderbetrokkenheid.
Van 21 tot 29 november is het opnieuw Voorleesweek. Iedereen Leest zet dan het belang en het plezier van voorlezen uitgebreid in de kijker. Het thema is dit jaar ouderbetrokkenheid.
Met de slogan ‘Lezers maak je samen’ wil Iedereen Leest deze Voorleesweek inzetten op ouderbetrokkenheid. Uit onderzoek blijkt namelijk dat ouders de belangrijkste rol spelen in de leesontwikkeling van hun kind: hun invloed is groter dan die van kinderbegeleiders, leerkrachten, bibliotheekmedewerkers of vrienden.
De kans dat een kind uitgroeit tot lezer wordt vijf keer zo groot als ouders een actieve leesopvoeding toepassen. Ter vergelijking: de invloed van een leerkracht maakt die kans slechts 1,5 keer zo groot, die van vrienden 3,5 keer. De basisschoolleeftijd is hierin trouwens cruciaal.
Het is belangrijk om ouders bewust te maken van de invloed die ze hebben en hen te wijzen op hun niet te onderschatten rol in de leesopvoeding van hun kind.
Het is dus belangrijk om ouders bewust te maken van de invloed die ze hebben en hen te wijzen op hun niet te onderschatten rol in de leesopvoeding. Door voor te lezen, stimuleren ze niet alleen de taalontwikkeling, woordenschat en sociaal-emotionele ontwikkeling van hun kind, ze geven er ook leesplezier mee door.
“Children are made readers on the laps of their parents”, zei auteur Emilie Buchwald ooit. Als bibliotheek kun je ouders ondersteunen en motiveren in die taak. Samen met onder andere leerkrachten en kinderverzorgers maak je deel uit van het netwerk rondom hen.
Uiteraard richt je je als bibliotheek ook rechtstreeks tot de kinderen: dat is en blijft ontzettend belangrijk. Maar zet zeker ook (extra) initiatieven op touw om ouders te betrekken. Enkele tips:
Als je ouders warm kunt maken, bereik je uiteindelijk de kinderen. “It takes a village to raise a reader”, en een bibliotheek is een belangrijke plek in dat dorp.
Een Voorleesweek organiseren in coronatijden brengt praktische en organisatorische implicaties met zich mee. Het is goed om te weten dat een fysiek voorleesmoment altijd de voorkeur heeft boven een voorleesmoment via een filmpje of op een andere digitale manier.
De mogelijkheid tot interactie, het oogcontact, het gezellige samenzijn: dat zijn allemaal elementen die je verliest als je niet fysiek samenkomt.
Veiligheid en gezondheid gaan boven alles, maar Iedereen Leest raadt wel aan om waar het kan veilige voorleesmomenten te organiseren, waarbij de coronamaatregelen gerespecteerd worden. Ook ouders aanspreken gaat vaak gemakkelijker als ze echt over de vloer komen.
Er zijn tal van creatieve manieren om met de beperkingen om te gaan tijdens de Voorleesweek: je kunt de illustraties van prentenboeken projecteren of een kamishibai (Japans verteltheater) gebruiken, zodat de kinderen op een veilige afstand van de voorlezer kunnen blijven.
Of je kunt buiten een vertelwandeling voor gezinnen organiseren, met voorlezers op verschillende plekken in openlucht – dat kunnen gerust ook ouders zijn. Net in tijden waarin fysiek contact zo beperkt is, wordt de waarde van een contactmoment, zowel voor kinderen als voor ouders, veel groter.
Bron onderzoek: Ouders betrekken bij lezen.