In memoriam Hendrik Vervliet (1923-2020)

META Nummer 2020/7

In memoriam Hendrik Vervliet (1923-2020)

Geschreven door Ludo Simons, Julien Van Borm
Gepubliceerd op 23.09.2020
IMPORTANT

Hendrik Désiré Louis (‘Dis’) Vervliet was een eminent kenner van de oude typografie én een pionier op het vlak van het moderne bibliotheekwezen. Zijn vrouw, Irma Regemortels (1928-2006), bibliothecaris bij de Antwerpse Stadsbibliotheek van 1946 tot 1988, was zijn stut en steun bij zijn wetenschappelijk werk.

De wetenschapper 

Vervliet studeerde van 1941 tot 1945 klassieke filologie in Leuven en promoveerde er tot doctor in 1955. In 1949 werd hij adjunctconservator van het Museum Plantin-Moretus. Daar legde hij zich toe op de studie van de oude typografie en de jongere ontwikkelingen ervan.

Samen met de oprichter van het Plantin Genootschap, A.J.M. Pelckmans, werd hij in 1951 dan ook de drijvende kracht van het tot vandaag actieve instituut. Door zijn publicaties werd hij een wereldautoriteit op het gebied van de zestiende-eeuwse typografie; zijn SixteenthCentury Printing Types of the Low Countries (1968) is een standaardwerk.

In hetzelfde jaar werd hij verkozen tot lid van de Koninklijke Vlaamse Academie van België voor Wetenschappen en Kunsten (KVAB). De filologie bleef hij trouw. Samen met Aloïs Gerlo bezorgde hij de uitgave van de in het Plantijnse huis bewaarde correspondentie van Justus Lipsius, de eerste van een serie Lipsius-studies, die vanaf 1978 uitmondde in de monumentale reeks Iusti Lipsi epistolae.

In het Unesco-jaar van het boek 1972 stelde hij, op verzoek van Herman Liebaers, het prestigieuze verzamelwerk Liber Librorum samen. In 1975 ging hij, tot aan zijn emeritaat in 1988, boekwetenschap doceren aan de Universiteit van Amsterdam (UvA).

Van 1970 tot 2000 verzorgde hij de Annual Bibliography of the History of the Printed Book and Libraries. Inmiddels had Vervliet al in 1968 het Museum Plantin-Moretus verlaten om universiteitsbibliothecaris te worden. Na zijn emeritaat ging hij zich opnieuw toeleggen op de oude typografie.

In 2008 bundelde hij zijn verspreide opstellen in The Palaeotypography of the French Renaissance en in 2010 publiceerde hij een nieuw standaardwerk, French Renaissance Printing Types: A Conspectus. Ook daarna bleef hij verder vorsen en publiceren; zijn laatste artikel verscheen in maart 2020.

Ludo Simons

De bibliothecaris

Zijn loopbaan als bibliothecaris startte in het Rijksuniversitair Centrum Antwerpen (RUCA), waar hij in 1968 benoemd werd tot eerste hoofdbibliothecaris. Van zijn vele plannen kwam door allerhande tegenkanting niet veel in huis.

In stilte werkte hij voort aan zijn vroegere academische interesses en werd tegelijk de best geïnformeerde bibliothecaris van België door lectuur en internationale contacten.

Soelaas vond hij ook in het door hem gecreëerde project bij het Nationaal Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek (NFWO) over samenwerking tussen wetenschappelijke bibliotheken: samenwerking was de rode draad doorheen zijn hele bibliotheekloopbaan.

Verwonderlijk is dan ook dat hij niet inging op de herhaalde uitnodiging van rector Piet De Somer (eind 1969-begin 1970) om de eerste hoofdbibliothecaris van de KU Leuven te worden. Als reden gaf hij op dat hij te weinig vertrouwd was met Leuven en dat hij hoopte de Antwerpse gemeenschap meer diensten te kunnen bewijzen.

In juni 1972 maakte hij de overstap naar de pas opgerichte Universitaire Instelling Antwerpen (UIA), wel met de hoop dat hij het RUCA en de UIA zou kunnen combineren. Maar zoiets lukte pas bij de oprichting van de Universiteit Antwerpen (UA) in 2003.

Hier kon hij van zero beginnen en kreeg hij de volle steun van de overheid. Vanaf het begin stelde hij een offline geautomatiseerde catalogus met COM-microfiches op over de hele campus; wereldwijd een van de eerste.

Andere bibliotheken uit Antwerpen volgden: het begin van de vruchtbare Antwerpse bibliotheeksamenwerking. Tegelijk verleende hij van 1972 tot 1974 op vraag van rector A. Gerlo advies voor de startende bibliotheek van de Vrije Universiteit Brussel (VUB).

Met minzame overtuigingskracht zorgde hij samen met de jonge garde van toen voor een professionele doorstart van de Vlaamse bibliotheekvereniging, de VVBAD.

De Belgische Conferentie der Universitaire Hoofdbibliothecarissen werd nieuw leven ingeblazen en delen van het NFWO-plan werden uitgerold, inzonderheid de uitbreiding van de Antwerpse catalogus Antilope tot een landelijke catalogus van lopende periodieken en een reglement voor het interbibliothecair leenverkeer.

In 1984 werd hij lid van de Nederlandse Bibliotheekraad. Hij was ook de vader van de succesrijke Speciale Licentie Informatie- en Bibliotheekwetenschap, die in 1983 aan de UIA van start ging en stopte in 2016.

Zijn stappen op Europees niveau begonnen in 1984 als Belgisch lid van de expertengroep Docdel, Apollo in verband met de elektronische informatieoverdracht. Zijn deskundigheid trok de aandacht van het Libraries Team van de EG in Luxemburg.

Zo verzorgde hij in 1986 het rapport over de stand van de bibliotheekautomatisering in België en werd hij daar een gewaardeerd raadgever tot na zijn emeritaat in 1988.

Tussendoor stelde hij in 1990 op vraag van minister van Wetenschapsbeleid Louis Tobback een lijvig rapport op met aanbevelingen over de opdracht en het functioneren van de Koninklijke Bibliotheek (KBR).

Met Dis Vervliet verdwijnt na Wim Dehennin (KU Leuven) het tweede lid van het trio dat toonaangevend was in de periode 1970-1990. Enkel Micha Namenwirth (VUB) blijft over, ver van hier.

Julien Van Borm

Waarom lid van de VVBAD worden?

  • Deel zijn van het netwerk van experten en collega's
  • Mee de belangen van de informatiesector behartigen
  • Korting krijgen op de activiteiten van de VVBAD
  • Toegang krijgen tot vakinformatie
  • Participeren in de verenigingsbesturen
Word lid
© Vlaamse Vereniging voor Bibliotheek, Archief & Documentatie vzw
Statiestraat 179 | B-2600 Berchem (Antwerpen)
Tel: (+32) 03 281 44 57 | email: vvbad@vvbad.be