Er bestaan een aantal diepgewortelde ideeën over SDG’s en bibliotheken. Deze ideeën gaan uit van een SDG-concept dat de bibliotheek centraal stelt. Dat is echter volledig in tegenspraak met de mentaliteit die de 2030 Agenda voor Duurzame Ontwikkeling bezielt. Deze ideeën leiden vaak tot vier mythes.
Vier mythes
De eerste mythe is dat SDG’s een soort van bijkomstige doelstellingen zijn voor bibliotheken en weinig of niets te maken hebben met de kerntaken van een bibliotheek. Volgens deze visie zou er een scheiding zijn tussen het beheer van de bibliotheekcollecties aan de ene kant en sociaal georiënteerde bibliotheekactiviteiten aan de andere kant.
Deze visie kan weerlegd worden door je niet alleen af te vragen hoe een bibliotheekdienst gerealiseerd wordt, maar ook waarom deze als een kerntaak van de bibliotheek gezien wordt.
Zodra bibliothecarissen gaan nadenken over wat een bibliotheekdienst betekent voor de gemeenschappen waartoe ze zich wenden, wordt het realiseren van de bibliotheekdiensten niet langer bekeken vanuit een zuiver cultureel of educatief perspectief, maar vanuit het bredere kader van duurzame ontwikkeling.
De tweede mythe heeft betrekking op het veronderstelde milieugerichte karakter van SDG-georiënteerde bibliotheekprojecten. De creatie van deze mythe is waarschijnlijk een onbedoeld gevolg van het Greta Thunberg-effect en verwijst naar een agenda voor 2030 die gericht is op klimaatverandering en koolstofarme emissie.
Dat is een beperkte en vertekende interpretatie van het VN-programma. De SDG’s brengen in kaart wat nodig is om duurzame ontwikkeling te bereiken; ze zijn gebaseerd op drie fundamentele pijlers: de sociale, de economische en de milieupijler.
De derde mythe is dat de 2030 Agenda op macroniveau uitgevoerd zou moeten worden door middel van een fiscaal en wetgevend beleid, in plaats van op sectoraal niveau door middel van microbeleidsactiviteiten.
Het is waar dat het overheidsbeleid dat bijvoorbeeld de aankoop van elektrische auto’s stimuleert, een vooruitgang betekent voor het bereiken van SDG 13 (Klimaatactie), en het groeiende aantal elektrische auto’s is een duidelijke indicator van duurzaamheid. Dat is echter niet het punt.
De 2030 Agenda van de VN is mensgericht, en de rol die individuen spelen, is essentieel om ervoor te zorgen dat niemand achterblijft. Eerst en vooral is duurzame ontwikkeling een kwestie van levensstijl, en bibliotheken kunnen veel doen om maatschappelijke trends te veranderen.
Ten slotte beweert de vierde mythe dat SDG’s die in bibliotheken geïmplementeerd worden slechts kleinschalige, lokale projecten zijn met een zuiver demonstratief karakter.
Opnieuw beperkt deze visie zich tot een perspectief dat de bibliotheek centraal stelt en houdt ze geen rekening met het feit dat elk project kan veranderen in een beleid en, als beleid, het hart en de ingesteldheid van miljoenen mensen kan veranderen.
Na het ontkrachten van deze mythes kunnen we onze aandacht richten op de implementatie van SDG’s in bibliotheken. In slechts drie jaar tijd heroriënteerde de VN-agenda 2030 het bibliotheekbeleid meer en diepgaander dan de gespecialiseerde literatuur in de afgelopen decennia mogelijk deed.
Zowel openbare als universiteitsbibliotheken zijn op zoek naar nieuwe politieke en sociale factoren die de ontwikkeling van de bibliotheek stimuleren. Deze factoren zijn te vinden in sociale verandering, inclusie, democratische participatie, culturele diversiteit en sociale integratie.
Er deed zich een evolutie voor in de implementatie van SDG’s in bibliotheken en het denken rond duurzame ontwikkeling. In het begin werden SDG’s kritiekloos geïnterpreteerd. Vrijwel alleen SDG 4 (Kwaliteitsonderwijs) en SDG 16.10 (Publieke toegang tot informatie) werden beschouwd als van belang voor bibliotheken.
Dat oordeel kwam niet voort uit een misvatting over SDG’s, maar uit een misvatting over bibliotheken. De missie van een bibliotheek stopt niet op het moment dat een boek of ander item uitgeleend wordt.
Zodra bibliotheken onderzoeken hoe hun diensten gebruikt worden en waarom, neemt het aantal implementeerbare SDG’s in bibliotheken toe. Wanneer bibliotheekgebouwen gebruikt worden voor andere zaken dan het uitlenen van items, bijvoorbeeld als ontmoetingsplaats, worden alle zeventien doelen relevant.
Post COVID-19
De enthousiaste deelname van Europese bibliotheken aan de implementatie van SDG’s is een teken dat bibliotheken een meer geavanceerd verhaal over beleid en indicatoren kunnen beginnen onderzoeken.
Hun relevantie werd duidelijk tijdens de COVID-19-crisis – zoals duidelijk blijkt uit het EBLIDA-rapport A European Agenda for the Post-Covid 19 Age – toen, samen met de toegang tot digitale collecties, ook de sociale diensten die de bibliotheken verleenden een hoge vlucht namen.
Nieuwe diensten gerelateerd aan de COVID-noodtoestand omvatten onder meer het bieden van gecentraliseerde toegang tot gezondheidsinformatie over COVID-19, het gebruik van sociale media om verhaaltijd aan te bieden, en geavanceerde sociale diensten voor ouderen en kwetsbaren in lockdown, zoals telefoongesprekken.