In memoriam Juul Verhelst (1932-2020)

META Nummer 2020/6

In memoriam Juul Verhelst (1932-2020)

Geschreven door Frank Scheelings
Gepubliceerd op 23.08.2020
IMPORTANT

België in de crisis van de jaren 1980. De Belgische overheidsadministraties verdronken in hun dossiers en er dreigde verwaarlozing en vernietiging. De archiefinspectie van het Algemeen Rijksarchief was onderbemand.

Maar Juul Verhelst, het afdelingshoofd, weigerde die situatie te aanvaarden. Hij koos voor een toen nog relatief onbekende methodiek: het uitwerken van selectielijsten.

Bovendien maakte hij gebruik van een uitzonderlijk overheidsinitiatief, projecten waarbij Bijzonder Tijdelijk Kader verkregen kon worden, om de ingewikkelde overheidsstructuren in kaart te brengen en zo de inspectie te faciliteren bij haar werk.

Hierdoor moesten de bronnen van de Belgische geschiedenis gered worden. Idealisme in het toen nogal ‘hermetische’ Rijksarchief: wie had dat gedacht? Zowel het idealisme als het culturele zaten in de familie.

Juul was afkomstig uit een protestants arbeidersmilieu, maar zijn moeder was operazangeres. Toen hij in 1956 geschiedenis ging studeren in Gent, sloot hij zich aan bij de Socialistische Vlaamse Studentenbeweging (SVSB).

Kort daarna werd hij lid van de Kommunistische Partij van België (KPB), waar hij ten slotte in het centraal comité en – door de federalisering van de KPB – later ook in de Vlaamse Raad van de partij zetelde. Als KPB-militant hield hij zich veel bezig met vredeswerk.

Hij was een briljante student, werd assistent in de hedendaagse geschiedenis bij Jan Dhondt en behaalde zijn doctoraat – over het gebruik van de computer bij sociale stratificatie en bezitsreconstructie – met grootste onderscheiding.

Later zou hij zijn historische kennis aanwenden voor omvangrijke bronnenstudies, zoals naar de bronnen van het kadaster, ten bate van het onderzoek. Ondertussen was hij in het Rijksarchief gestart, waar hij snel carrière maakte. Andere rijksarchivarissen werkten eerder geïsoleerd, maar dat was zijn stijl niet.

Hij had een open geest, gevoel voor humor, en werkte samen met mensen die dan steevast zijn vrienden werden. Hij werkte hard – zowat alle types instellingen werden door hem geïnspecteerd – maar hij wist dat zijn team te klein was voor de onmogelijk grote opdracht waar het voor stond.

Daarom dacht hij op de lange termijn. Hij was geen autoritaire inspecteur. Hij merkte op dat ambtenaren doorgaans wel van goede wil waren, maar tegelijk onwetend op het gebied van dossiervorming en archiefverplichtingen. Vorming was dus de sleutel om archieven te kunnen redden.

Toen het provinciebestuur van Oost-Vlaanderen hem vroeg om gemeenteambtenaren op te leiden, aanvaardde hij dat met enthousiasme, ondanks zijn drukke functie. Die opleiding kende verschillende edities en was de voorloper van de opleidingen die nu nog door de provinciale bestuursscholen gegeven worden.

Met die opleiding heeft hij – samen met wijlen Griet Maréchal, zijn echtgenote – krachtige zaden geplant. Toen de VUB in 1988/89 een masteropleiding Archivistiek startte, werd Juul bij de uitwerking ervan betrokken.

Hij kende de actuele problematieken van het archiefwezen vanbinnen en vanbuiten, en dwong respect af door zijn inzicht. De archiefwetenschap bestond destijds nog nauwelijks, maar hij had toen al een indrukwekkende publicatielijst. In zijn cursus ‘Statisch en dynamisch archief in administraties en bedrijven’ gaf hij bevlogen les.

Hij bleek een goede prof: hij schuwde de open discussies niet, verdiepte zich in interessante vragen en profileerde zich op internationaal vlak bij de Internationale Archiefraad. Betrokken ook: de studenten mochten altijd bellen aIs ze een probleem met hun verhandeling hadden.

Om de professionalisering te stimuleren, richtte hij de oudstudentenvereniging op, het FAAD, zodat de afgestudeerden ook vorming zouden geven en zouden bijscholen. In 1995 ging hij op vervroegd pensioen bij het Rijksarchief en stortte zich volledig op de opleiding.

Nog datzelfde jaar werd hij voorzitter en dat bleef hij tot zijn emeritaat in 2000. Dat emeritaat was een ongezien eerbetoon van vrienden en alumni, met een vol auditorium en geschenken zoals een huldeboek en een marionet die duidelijk Juul Verhelst voorstelde, een verwijzing naar zijn passie voor het poppentheater.

Naast vorming zag Juul ook nog andere werkpunten voor het archiefwezen. Hij nam een belangrijke rol op in de voorstellen die vanuit de VVBAD gelanceerd werden voor een nieuwe archiefwet (jaren ’80 en ’90). Hij was bovendien overtuigd van de nood aan professionalisering van het vakgebied.

Hij richtte daarom mee de sectie Archief van de VVBAD op en was voorzitter van 1986 tot 1989. Als voorzitter stimuleerde hij tal van werkgroepen, die mee aan de kar trokken. Juul beperkte zich nooit tot de theorie, maar liet die hand in hand gaan met de praktijk.

Hij zetelde in het bestuur van het Vrijzinnig Studie-, Archief- en Documentatiecentrum ‘Karel Cuypers’ (nu CAVA) en bleef ook na zijn pensioen nog actief in het Dacob. Maar zijn rol in de opleiding Archivistiek maakte het verschil. Dankzij zijn strategie en inzet raakte het archiefwezen geprofessionaliseerd.

Op het moment van zijn emeritaat waren er een 100-tal afgestudeerden, momenteel zijn dat er ongeveer 500. Er worden dagelijks archieven gered, maar ook ontsloten, onderzocht en gevaloriseerd. Het archiefwezen is bekender geraakt bij een groot publiek.

Kortom, Juul Verhelst was van onschatbare culturele waarde voor België en Vlaanderen. Collega’s en alumni dragen hem in hun hart en in hun professie voor altijd met zich mee. Met dank, respect, hoogachting, en ook heel veel vriendschap.

Waarom lid van de VVBAD worden?

  • Deel zijn van het netwerk van experten en collega's
  • Mee de belangen van de informatiesector behartigen
  • Korting krijgen op de activiteiten van de VVBAD
  • Toegang krijgen tot vakinformatie
  • Participeren in de verenigingsbesturen
Word lid
© Vlaamse Vereniging voor Bibliotheek, Archief & Documentatie vzw
Statiestraat 179 | B-2600 Berchem (Antwerpen)
Tel: (+32) 03 281 44 57 | email: vvbad@vvbad.be