Archiving People. A Social History of Dutch Achives

META Nummer 2020/6

Archiving People. A Social History of Dutch Achives

Geschreven door Patrick Van den Nieuwenhof
Gepubliceerd op 23.08.2020

Professor Eric Ketelaar voorstellen, is bijna overbodig. Voor meerdere generaties archivarissen is Ketelaar de gids in de wondere wereld van de archieven. Mijn eerste inleiding in de archivistiek was aan de hand van de publicaties van Ketelaar. Zijn theoretische inzichten vormden een belangrijke leidraad voor het academisch onderbouwen van mijn eindwerk.

Enkele jaren na mijn archiefstudie kreeg ik de gelegenheid hem te ontmoeten voor de voorbereiding van een Europees erfgoedcongres in 2001. Op de terugweg van de Amsterdamse archiefschool, kwam ik diep onder de indruk van de rustige (archief)wijsheid die hij bezit. De passie voor archieven zit diep vervlochten in zijn DNA. Een boek van professor Ketelaar recenseren is geen evidentie. Het baanbrekend werk van de voorbije jaren wordt feilloos verdergezet in zijn recente publicatie Archiving People. A Social History of Dutch Achives.

Een sociale geschiedenis van archieven, zoals gepresenteerd in dat boek, behandelt de invloed van maatschappelijke uitdagingen, patronen en normen op archiveringspraktijken en vice versa: archieven als instrument in de sociale omgang.

Archieven zijn niet enkel de neerslag van een bepaalde actie, maar worden eveneens ingezet in de wijze waarop deze handeling uitgevoerd wordt.

Bij het verkennen van archiveringspraktijken uit het verleden, biedt het boek een antwoord op de volgende vragen: wat brengt de ‘archiverende’ mens ertoe om te archiveren, hoe gebeurt dat in verschillende maatschappelijke domeinen en is er sprake van een typisch Nederlandse archiefpraktijk?

De proloog Rembrandt’s Archives introduceert meteen het onderwerp waarover de rest van de publicatie gaat: de archiverende mens. Het traceren van personen en organisaties die zichzelf of anderen archiveren. De bekende schilder Rembrandt (1605-1669) illustreert bij wijze van inleiding dat concept.

De online databank RemDoc geeft toegang tot maar liefst 1.667 documenten die een inzicht verschaffen in het leven en werk van Rembrandt. Paradoxaal genoeg is er slechts een handvol documenten door hemzelf geschreven en is er geen enkel document aan hem geadresseerd.

Wil dat zeggen dat Rembrandt geen archief creëerde, of vernietigde hij veel van zijn documenten? Met andere woorden: beschikte de beroemd geworden schilder niet over een archivalisch bewustzijn? Deze stilte in het archief kan in belangrijke mate aangevuld worden met documenten die berusten in archiverende plaatsen.

Een breed gamma aan overheidsinstanties die een archiefspoor bevatten naar Rembrandt, passeert de revue. De historiek en de werking van deze instituten worden exhaustief behandeld in de daaropvolgende hoofdstukken. Blijft natuurlijk de vraag waarom Rembrandt zo weinig archief creëerde?

Om hierop een antwoord te formuleren, worden in de algemene inleiding Reading the Archives twee belangrijke theoretische begrippen geponeerd. Ten eerste het door Ketelaar in 1998 geïntroduceerde begrip ‘archivalisatie’: de (on)bewuste keuze om iets al dan niet te vereeuwigen in een document.

Vergelijk het met de overweging om iets al dan niet te fotograferen. Wat is van waarde om op een gevoelige plaat vast te leggen? In het verlengde daarvan vinden we het filosofische concept Archive Fever van Jacques Derrida. Eenieder van ons ondervindt een zekere angst om in een papierberg terecht te komen.

Archieven als instrument tot het uitoefenen van macht over mensen, boezemen ons een ongemakkelijk gevoel in. Sommige zaken zijn we liever kwijt dan rijk. De neiging, tot zelfs dwang, om documenten te vernietigen, is groter dan gedacht.

Bij het recht om vergeten te worden, gaat de confrontatie tussen bewaren en vernietigen. Deze tweeledigheid zit ook vervat in andere aspecten. Archieven als eindproduct van een handeling worden getransformeerd tot essentiële onderdelen in de uitvoering van een administratief proces.

Het typerende kenmerk van een archief als procesgebonden informatie, deed theoretici concluderen dat archiefdocumenten niet zomaar een neutrale neerslag zijn van een (inter)actie, maar zelf mee vormgeven aan het proces.

Antropologe Ann Stoler sprak over een Archival Turn: een pleidooi voor een omslag van opslagplaats van archieven naar een actieve site van kennisproductie. De slinger tussen bewaren en vernietigen, archivalisatie en anti-archivalisatie, product en proces, wordt in een tiental hoofdstukken uitgewerkt voor diverse archiefvormers met een nadruk op publieke overheden.

De democratische slagzin “archiveren van mensen, door mensen en voor mensen” opent het hoofdstuk Archiving People en geeft meteen de richting aan van de inhoudelijke uitwerking van de eerder aangehaalde theoretische concepten.

Mensen maken documenten aan (door) over mensen in functie van een bepaalde taak of (inter)actie. Hier vloeien veelal rechten en plichten uit voort (voor). Wij als mens creëren ons eigen archief, maar in een even groot aantal gevallen volgen documenten van officiële instanties (archiveren van) onze handel en wandel.

Het registreren van mensen is geen doelstelling op zich, maar bepaalt mee wie er deel uitmaakt van die gemeenschap en wat zij dienen bij te dragen. Anderzijds blijkt uit dit artikel dat individuen over enige keuzevrijheid beschikken om zich al dan niet te laten registreren.

Dat is uiteraard onderhevig aan maatschappelijke tendensen, denk bijvoorbeeld aan de registratie van een ongeboren kind. Dat subtiele samenspel tussen wat we zelf creëren (archiveren door) en wat over ons genoteerd wordt (archiveren van) vormt de basis voor een verdere uitweiding over het doel van deze neerslag (archiveren voor).

IMPORTANT

Het tweede hoofdstuk, Archiving churches, bouwt hierop verder en zorgt meteen voor een kentering van het individuele archiveren naar het institutioneel archiveren van mensen. Door de christianisatie komt het Boek in het middelpunt van de gemeenschap te staan.

De kerk als fysiek centrale plaats wordt eveneens de (be)hoeder van ons documentair heden en verleden. Welke invloed cultuur en geloofsovertuiging hebben op archiefvorming, komt tot uiting in de beschrijving van de archiefcreatie in de katholieke en protestantse kerk.

Administratieve, liturgische en juridische archivalisatie-overwegingen wisselen elkaar af in de uiteindelijke archiefvorming. Archiveren als instrument tot het uitoefenen van macht, komt bijzonder sterk naar voren in het hoofdstuk Archiving States.

Onder invloed van de verschriftelijking in de vijftiende en zestiende eeuw, nam gelijktijdig ook de honger naar informatie toe. Bijzonder interessant is de verschuiving van een gedecentraliseerde, feodale archiefvorming naar gecentraliseerde, bureaucratisch gestuurde instituten.

Niet enkel de uiteindelijke neerslag wordt geanalyseerd, ook de aard van het documentbeheer en zijn impact op het functioneren van de ambtenarij krijgt zijn plaats. Opnieuw wordt het samenspel van archief als product en als deel van het proces blootgelegd.

Door de toegenomen hoeveelheid aan documenten, is het garanderen van de toegang tot informatie een belangrijke uitdaging. Indexen werden opgemaakt, maar de makers beschouwden dat eerder als privaat archief. Hun controle over informatie bracht hen in een sterkere machtspositie.

Om dat te verhelpen, nam de rol van nationale archieven tijdens de negentiende eeuw toe. Eenzelfde teneur is waar te nemen in het hoofdstuk Archiving Cities. Terwijl steden aanvankelijk geïnteresseerd waren in het bewaren van oprichtingsaktes, privileges en verdragen, verruimde dat later tot een dynamisch beheer van gegevens over hun inwoners.

De nood aan een goede registratie van burgers vanwege juridische, fiscale en administratieve redenen zette steden en gemeenten aan zich verder te bekwamen in een geordend en toegankelijk archief. De actuele ontwikkeling van smart cities is slechts een voorlopige tussenstop.

Het hoofdstuk Archiving Polders and Commons koppelt het doel van archiefvorming deels los van de controle over personen. De aandacht verschuift naar de grip op de leefomgeving. Het befaamde poldermodel bracht een eigen genre van archiefvorming met zich mee.

De neerslag van de omvangrijke inpolderingen, en van de bij consensus gedreven beslissingen, vertaalde zich bijvoorbeeld in een aparte vorm van verslaggeving. Nader archivalisch onderzoek toont een merkelijk verschil aan tussen een beslissingsgestuurde vergadering en deze waar overleg centraal staat.

De onderzochte vormgeving van bijhorende documenten ondersteunt de vergadertechnieken. Ongeacht of het gaat om private personen of publieke overheden, eigendomstitels steken steeds de kop op.

Het vastleggen en beheren van eigendommen en er een bestemming aan geven, liggen vervat in archieven om rechtszekerheid te garanderen. De evolutie van eigendomsaanspraken komt aan bod in het hoofdstuk Archiving Property.

Van een inventaris, over een landregister, komt men uiteindelijk tot de ontwikkeling van het kadaster waarin zakelijke rechten vastgelegd worden. Deze soort rechten zitten ook vervat in handelstransacties en commerciële belangen.

De weerkerende controle en macht zijn ook hier een constante. In een economische wereld van winst genereren, is archief als informatiebron om de concurrenten de loef af te steken onontbeerlijk.

Toegang hebben tot cruciale informatie en deze afschermen, leidt tot een specifieke archiefvorming zoals te lezen valt in het hoofdstuk Archiving Trade and Industry. De evolutie van financiële stukken wordt uit de doeken gedaan in Archiving Monies.

De rode draad lijkt een zoektocht naar algemeen aanvaarde normen voor boekhoudkundige documenten te zijn. Uniformiteit bevorderde de communicatie tussen de betrokken partijen.

Doorheen de geschiedenis is de nood aan gestandaardiseerde documenten in dat domein een terugkerend element, en zorgt het voor een zekere continuïteit. In het rijtje van de waarden van archieven mag de juridische niet ontbreken.

Hoewel het geen neutrale stem is in het historisch onderzoek, doordat het vaak weergaven zijn van het standpunt van autoriteiten, kunnen toch flink wat rechten ontleend worden aan datgene wat opgetekend staat in archieven.

De creatie van documenten met een juridische inslag en het gebruik ervan worden behandeld in het hoofdstuk Archiving Litigation. Een bijzonder actueel en beladen soort archieven zijn deze opgemaakt tijdens de kolonisatieperiode.

In Archiving the East Indies krijgen we een mooi overzicht van de specifieke documenten die tot stand kwamen met als voornaamste doel controle vanop afstand uit te voeren.

Het voorgaande historische overzicht van archiverende personen en instellingen met als aandachtspunten wie er archiveert en voor welke doeleinden, is afhankelijk van hoe er gearchiveerd kan worden. Mensen hebben bij wijze van spreken extensies nodig.

Hulpmiddelen die de creatie en opslag van documenten ondersteunen. Een archeologie van archieven dient zich aan: welke materialen werden gebruikt, welke beperkingen waren er aan bepaalde media enzovoort. Technieken van opslag en ordening hebben mee bepaald hoe archief gevormd werd.

Een overzicht is te vinden in het hoofdstuk Archiving Technologies. Het moge duidelijk zijn dat archiefwetenschap haar plaats verdient in de academische wereld als volwaardige discipline.

Hoofdstuk twaalf, Archiving Professionals, besteedt de nodige aandacht aan de kennis en vaardigheden waarover een archivaris of informatiebeheerder dient te beschikken.

Het historisch overzicht eindigt met een warm pleidooi tot verdere verankering van het archiefberoep en tot een voortschrijdende (h)erkenning van het metier door de samenleving. Eindigen doet Ketelaar met de vraag of er zoiets bestaat als een typisch Nederlands archief naar analogie met de Nederlandse kunst.

Hierop komt geen eenduidig antwoord: pro’s en contra’s worden gewikt en gewogen. Typisch Nederlandse scheppingen zoals polders creëren weliswaar een eigen genre archieven, en ook de controle over de kolonies bracht een specifieke archiefvorming teweeg.

Toch lijkt dat niet voldoende te zijn om van een typisch Nederlands archief te spreken. Gemeenschappelijkheden en verschillen wisselen elkaar af. Ketelaar daagt archivarissen uit om comparatief onderzoek hoog op de archivalische agenda te plaatsen.

Wie in Vlaanderen deze uitdaging wenst aan te gaan, heeft met Archiving People een goed onderbouwde gids. Het boek alsook andere publicaties van het rijke oeuvre van Ketelaar zijn vrij raadpleegbaar op www.archivistics.home.blog/2019/12/14/new-e-book.

> KETELAAR Eric, Archiving People. A Social History of Dutch Archives, ’s-Gravenhage, Stichting Archiefpublicaties, 2020, 302 p.

Waarom lid van de VVBAD worden?

  • Deel zijn van het netwerk van experten en collega's
  • Mee de belangen van de informatiesector behartigen
  • Korting krijgen op de activiteiten van de VVBAD
  • Toegang krijgen tot vakinformatie
  • Participeren in de verenigingsbesturen
Word lid
© Vlaamse Vereniging voor Bibliotheek, Archief & Documentatie vzw
Statiestraat 179 | B-2600 Berchem (Antwerpen)
Tel: (+32) 03 281 44 57 | email: vvbad@vvbad.be