Het tweede hoofdstuk, Archiving churches, bouwt hierop verder en zorgt meteen voor een kentering van het individuele archiveren naar het institutioneel archiveren van mensen. Door de christianisatie komt het Boek in het middelpunt van de gemeenschap te staan.
De kerk als fysiek centrale plaats wordt eveneens de (be)hoeder van ons documentair heden en verleden. Welke invloed cultuur en geloofsovertuiging hebben op archiefvorming, komt tot uiting in de beschrijving van de archiefcreatie in de katholieke en protestantse kerk.
Administratieve, liturgische en juridische archivalisatie-overwegingen wisselen elkaar af in de uiteindelijke archiefvorming. Archiveren als instrument tot het uitoefenen van macht, komt bijzonder sterk naar voren in het hoofdstuk Archiving States.
Onder invloed van de verschriftelijking in de vijftiende en zestiende eeuw, nam gelijktijdig ook de honger naar informatie toe. Bijzonder interessant is de verschuiving van een gedecentraliseerde, feodale archiefvorming naar gecentraliseerde, bureaucratisch gestuurde instituten.
Niet enkel de uiteindelijke neerslag wordt geanalyseerd, ook de aard van het documentbeheer en zijn impact op het functioneren van de ambtenarij krijgt zijn plaats. Opnieuw wordt het samenspel van archief als product en als deel van het proces blootgelegd.
Door de toegenomen hoeveelheid aan documenten, is het garanderen van de toegang tot informatie een belangrijke uitdaging. Indexen werden opgemaakt, maar de makers beschouwden dat eerder als privaat archief. Hun controle over informatie bracht hen in een sterkere machtspositie.
Om dat te verhelpen, nam de rol van nationale archieven tijdens de negentiende eeuw toe. Eenzelfde teneur is waar te nemen in het hoofdstuk Archiving Cities. Terwijl steden aanvankelijk geïnteresseerd waren in het bewaren van oprichtingsaktes, privileges en verdragen, verruimde dat later tot een dynamisch beheer van gegevens over hun inwoners.
De nood aan een goede registratie van burgers vanwege juridische, fiscale en administratieve redenen zette steden en gemeenten aan zich verder te bekwamen in een geordend en toegankelijk archief. De actuele ontwikkeling van smart cities is slechts een voorlopige tussenstop.
Het hoofdstuk Archiving Polders and Commons koppelt het doel van archiefvorming deels los van de controle over personen. De aandacht verschuift naar de grip op de leefomgeving. Het befaamde poldermodel bracht een eigen genre van archiefvorming met zich mee.
De neerslag van de omvangrijke inpolderingen, en van de bij consensus gedreven beslissingen, vertaalde zich bijvoorbeeld in een aparte vorm van verslaggeving. Nader archivalisch onderzoek toont een merkelijk verschil aan tussen een beslissingsgestuurde vergadering en deze waar overleg centraal staat.
De onderzochte vormgeving van bijhorende documenten ondersteunt de vergadertechnieken. Ongeacht of het gaat om private personen of publieke overheden, eigendomstitels steken steeds de kop op.
Het vastleggen en beheren van eigendommen en er een bestemming aan geven, liggen vervat in archieven om rechtszekerheid te garanderen. De evolutie van eigendomsaanspraken komt aan bod in het hoofdstuk Archiving Property.
Van een inventaris, over een landregister, komt men uiteindelijk tot de ontwikkeling van het kadaster waarin zakelijke rechten vastgelegd worden. Deze soort rechten zitten ook vervat in handelstransacties en commerciële belangen.
De weerkerende controle en macht zijn ook hier een constante. In een economische wereld van winst genereren, is archief als informatiebron om de concurrenten de loef af te steken onontbeerlijk.
Toegang hebben tot cruciale informatie en deze afschermen, leidt tot een specifieke archiefvorming zoals te lezen valt in het hoofdstuk Archiving Trade and Industry. De evolutie van financiële stukken wordt uit de doeken gedaan in Archiving Monies.
De rode draad lijkt een zoektocht naar algemeen aanvaarde normen voor boekhoudkundige documenten te zijn. Uniformiteit bevorderde de communicatie tussen de betrokken partijen.
Doorheen de geschiedenis is de nood aan gestandaardiseerde documenten in dat domein een terugkerend element, en zorgt het voor een zekere continuïteit. In het rijtje van de waarden van archieven mag de juridische niet ontbreken.
Hoewel het geen neutrale stem is in het historisch onderzoek, doordat het vaak weergaven zijn van het standpunt van autoriteiten, kunnen toch flink wat rechten ontleend worden aan datgene wat opgetekend staat in archieven.
De creatie van documenten met een juridische inslag en het gebruik ervan worden behandeld in het hoofdstuk Archiving Litigation. Een bijzonder actueel en beladen soort archieven zijn deze opgemaakt tijdens de kolonisatieperiode.
In Archiving the East Indies krijgen we een mooi overzicht van de specifieke documenten die tot stand kwamen met als voornaamste doel controle vanop afstand uit te voeren.
Het voorgaande historische overzicht van archiverende personen en instellingen met als aandachtspunten wie er archiveert en voor welke doeleinden, is afhankelijk van hoe er gearchiveerd kan worden. Mensen hebben bij wijze van spreken extensies nodig.
Hulpmiddelen die de creatie en opslag van documenten ondersteunen. Een archeologie van archieven dient zich aan: welke materialen werden gebruikt, welke beperkingen waren er aan bepaalde media enzovoort. Technieken van opslag en ordening hebben mee bepaald hoe archief gevormd werd.
Een overzicht is te vinden in het hoofdstuk Archiving Technologies. Het moge duidelijk zijn dat archiefwetenschap haar plaats verdient in de academische wereld als volwaardige discipline.
Hoofdstuk twaalf, Archiving Professionals, besteedt de nodige aandacht aan de kennis en vaardigheden waarover een archivaris of informatiebeheerder dient te beschikken.
Het historisch overzicht eindigt met een warm pleidooi tot verdere verankering van het archiefberoep en tot een voortschrijdende (h)erkenning van het metier door de samenleving. Eindigen doet Ketelaar met de vraag of er zoiets bestaat als een typisch Nederlands archief naar analogie met de Nederlandse kunst.
Hierop komt geen eenduidig antwoord: pro’s en contra’s worden gewikt en gewogen. Typisch Nederlandse scheppingen zoals polders creëren weliswaar een eigen genre archieven, en ook de controle over de kolonies bracht een specifieke archiefvorming teweeg.
Toch lijkt dat niet voldoende te zijn om van een typisch Nederlands archief te spreken. Gemeenschappelijkheden en verschillen wisselen elkaar af. Ketelaar daagt archivarissen uit om comparatief onderzoek hoog op de archivalische agenda te plaatsen.
Wie in Vlaanderen deze uitdaging wenst aan te gaan, heeft met Archiving People een goed onderbouwde gids. Het boek alsook andere publicaties van het rijke oeuvre van Ketelaar zijn vrij raadpleegbaar op www.archivistics.home.blog/2019/12/14/new-e-book.
> KETELAAR Eric, Archiving People. A Social History of Dutch Archives, ’s-Gravenhage, Stichting Archiefpublicaties, 2020, 302 p.