Programma’s rond geletterdheid binnen de familieomgeving: wanneer en hoe?

META Nummer 2019/7

Programma’s rond geletterdheid binnen de familieomgeving: wanneer en hoe?

Geschreven door Patrick Vanhoucke, Fleur De Meyer
Gepubliceerd op 01.10.2019

Boeken zijn niet altijd een goede manier om ouders te betrekken bij de geletterdheid van hun kinderen en de moedertaal is niet altijd een betrouwbare indicator voor de behoeften van een bepaalde groep. Wat weten we nog meer over de programma’s rond geletterdheid binnen de familieomgeving? Dr. Amos van Gelderen sprak met School Education Gateway over dit onderwerp naar aanleiding van de conferentie Family Literacy and Reading Promotion for Socially Vulnerable Families die de Vlaamse Gemeenschapscommissie en de Brusselse bibliotheken op 9 mei 2019 organiseerden in het kader van hun deelname aan het Erasmus+-project Open the Door for Reading (zie META 2019/5 p. 42-43). Van Gelderen was hoofdspreker tijdens deze conferentie. Amos van Gelderen is hoogleraar aan de Hogeschool Rotterdam en senior onderzoeker aan het Kohnstamm Instituut, Universiteit van Amsterdam.

Wat zijn interventies rond geletterdheid binnen de familieomgeving?

Bij interventies rond geletterdheid binnen de familieomgeving gaan scholen en ouders een soort partnerschap aan met betrekking tot het taalgebruik. Ze hebben vooral te maken met zeer jonge kinderen, van de kinderdagverblijven tot de kleuterschool en soms ook de lagere school. Deze interventies, deze programma’s rond geletterdheid binnen de familieomgeving, zijn vooral gericht op kinderen van laagopgeleide ouders, die thuis (te) weinig talige stimulansen krijgen, zoals bijvoorbeeld enkel talige interactie met de ouders, maar niet daarbuiten.

Hoe kunnen leerkrachten ouders betrekken bij programma’s rond geletterdheid binnen de familieomgeving

Wat een leerkracht moet doen om ouders bij de school te betrekken is ingewikkeld. Vaak hebben laagopgleide ouders vooroordelen over scholen, waar leerkrachten tegen moeten opboksen. Veel van deze ouders hebben niet zulke goede ervaringen met de school. Er is een culturele kloof tussen wat de ouders denken dat de school is, en hoe de school zich aan de ouders wil presenteren. En om deze kloof te dichten moeten de leerkrachten bekwaam zijn om de ouders te overtuigen. Dit is een van de meest basale voorwaarden om met de ouders te kunnen werken aan de taalontwikkeling van hun kinderen en om activiteiten met hen te organiseren. Leerkrachten moeten dus proberen wat meer te leren over de thuissituatie en de ouders actief betrekken bij de klasactiviteiten.

Welke activiteiten rond geletterdheid voor ouders en kinderen zijn tot nu toe het meest effectief gebleken?

Uit onderzoek blijkt dat deze groepen de vraag stellen om hardop te lezen vaak een negatief effect heeft. Want hardop lezen vereist dat ze goed kunnen lezen, en dat is voor hen een bedreigende situatie omdat ze zich niet competent voelen. En dus is het niet zo verstandig om deze leesactiviteiten voor te schrijven aan ouders die zich in deze situatie bevinden. We toonden aan dat wanneer ouders hun dagelijkse activiteiten (boodschappen doen, koken, enz.) aan hun kinderen uitleggen en hen door middel van verbale communicatie betrekken, dit veel beter werkt dan wanneer ze boeken gebruiken. Maar deze zaken liggen vaak gevoelig, want in veel culturen moeten kinderen gewoon gehoorzaam zijn, zonder dialoog en zonder hun mening te geven. In zulke gevallen hebben leerkrachten moeite met ingrijpen.

Op welke groepen ouders zijn deze programma’s gericht?

In de meeste scholen vind je veel verschillende soorten ouders, met allerlei achtergronden — cultureel, talig — en dus ook verschillende onderwijsniveaus. Het is problematisch om alle ouders op dezelfde manier te behandelen en dezelfde programma’s te gebruiken. Met andere woorden, je kunt beter werken met ouders die deze ondersteuning het hardst nodig hebben. Ouders met een hoog opleidingsniveau kunnen er ook iets aan hebben, maar zij hebben er minder nood aan. Dit probleem doet zich vaak voor bij leraren die denken dat iemand die Marokkaans of een andere taal dan het Nederlands spreekt, laaggeschoold of zelfs functioneel analfabeet is. Maar dat is natuurlijk niet per se het geval. Het is een probleem dat leraren niet geleerd hebben om naar de verschillende taalsituaties te kijken en zo het verschil niet zien tussen functioneel analfabeet, laagopgeleid en niet-moedertaalspreker.

>    De tekst Education Talks: Family literacy programmes: when and how? verscheen oorspronkelijk in 23 talen op de website van School Education Gateway:
    https://www.schooleducationgateway.eu/en/pub/viewpoints/interviews/education-talks-van-gelderen.htm
    Het interview met Amos van Gelderen kan bekeken worden op het Youtubekanaal van School Education Gateway: https://youtu.be/HHW2OawOntk

Bewerking van de inleiding en vertaling: Patrick Vanhoucke en Fleur De Meyer, dienst Ondersteuning Bibliotheken in Brussel (OBiB) van de Vlaamse Gemeenschapscommissie (VGC). (CC BY 4.0)

Waarom lid van de VVBAD worden?

  • Deel zijn van het netwerk van experten en collega's
  • Mee de belangen van de informatiesector behartigen
  • Korting krijgen op de activiteiten van de VVBAD
  • Toegang krijgen tot vakinformatie
  • Participeren in de verenigingsbesturen
Word lid
© Vlaamse Vereniging voor Bibliotheek, Archief & Documentatie vzw
Statiestraat 179 | B-2600 Berchem (Antwerpen)
Tel: (+32) 03 281 44 57 | email: vvbad@vvbad.be