Erik Orsenna

META Nummer 2018/9

Erik Orsenna

Geschreven door Natacha Wallez
Gepubliceerd op 10.12.2018

Vertel me wie er leest, waar hij leest en wat hij leest, ik vertel je over welke maatschappij het gaat en wat de toekomst ervan is

In juli 2017 kreeg Erik Orsenna van de Académie Française een mandaat van de toenmalige Franse minister van Cultuur, Françoise Nyssen, om initiatieven en voorstellen van overheden, politieke leiders, medewerkers, vrijwilligers en gebruikers van het Franse openbare leesnetwerk te verzamelen in verband met de uitbreiding van de openingstijden van leespunten. Dit presidentiële initiatief, waarvan de resultaten werden gepresenteerd tijdens een nationaal debat in april 2018, resulteerde in een verhoging van de Franse overheidssteun met acht miljoen euro om de openingsuren te verruimen.

Het verslag is een pleidooi voor alle leestoegangspunten, tot ver buiten de kwestie van de openingsuren. De verschillende actoren in de openbare leessector “willen meer doen, en samen doen” wat toegang ontwikkelen en delen betreft. Dit rapport is zeer uitgebreid en gebaseerd op studies over de verschillende actoren in de openbare leessector en hun beroepspraktijken. Het vertelt vele voorbeelden van deze zogenaamde derde plaatsen, waar een divers publiek met zeer verschillende gebruiksmogelijkheden samenleeft. Alle mensen en gemeenschappen zijn het erover eens dat iedereen zijn cultuur kan ervaren door te lezen, muziek te beluisteren en digitale middelen te gebruiken. Bibliotheken worden vandaag openbare culturele diensteninstellingen.

Het rapport is opgedeeld in drie hoofdonderdelen en presenteert eerst bibliotheken als laboratoria voor cultuurbeleid. De tijd dat bibliotheken nog plaatsen waren waar boeken werden opgeslagen en geleend, is al lang voorbij. Het cultuurbeleid binnen het openbare leesnetwerk is gebaseerd op gebruikers en niet-gebruikers. Diverse en doeltreffende acties zijn niet beperkt tot bibliotheeknetwerken, maar ook tot actoren in de publieke sector, in het verenigingsleven en in de privésector, ondanks budgettaire, organisatorische en sectorale restricties.

In het tweede deel stelt men het Franse openbare leesnetwerk voor, met zijn sterktes en zwaktes. Er zijn 16.500 openbare leespunten in Frankrijk. 7.700 zijn bibliotheken met collecties, een aankoopbudget, gekwalificeerd personeel en een werkgebied. Alleen deze 7.700 bibliotheken kunnen culturele en sociale missies uitvoeren. Een territoriale analyse wijst ook op het gebrek aan leespunten in sommige gebieden. Waar er leespunten zijn, zijn ze meestal overdag geopend, met een lunchpauze, vroege avondsluiting en een zondag- of zelfs maandagsluiting. Bibliotheken die hun werktijden al verlengden, zeggen dat zes tot achttien maanden nodig zijn om de verlenging uit te voeren (o.a. om de werkzaamheden binnen de instelling te reorganiseren). En zonder professionele medewerkers, studenten en vrijwilligers zou het moeilijk zijn om de huidige diensten aan te bieden.

Het laatste deel van het rapport bevat een lijst van negentien concrete voorstellen, gebaseerd op de verschillende feiten uit de eerste twee delen.

De berekening van het aantal extra openingstijden kan gemaakt worden op basis van bestaande internationale vergelijkingen. Maar het is vooral noodzakelijk om rekening te houden met het werkelijke gebruik van potentiële gebruikers in een bepaald gebied. Een eerste voorstel is dan ook om een nationaal plan te lanceren. Dit plan vereist een diagnose om zich zo goed mogelijk aan te passen aan het levensritme van de burgers, zowel op gemeentelijk als intergemeentelijk niveau. 24-uursdiensten zijn onvermijdelijk (retourboxen, e-diensten, enz.), maar met inachtneming van de werkomstandigheden van het personeel en de kwaliteit van de dienstverlening.

Een tweede voorstel is om financiële steun te verlenen aan lokale overheden om de verhoging van acht miljoen voort te zetten. Daartoe is het noodzakelijk om rekening te houden met vele parameters en indicatoren, waaronder de oppervlakte, de organisatie van de ruimtes, de structuur van de banen, de kwalificatie van het personeel, enz. De uitbesteding van bepaalde taken (automatisering van leningen en teruggave van documenten) maakt het mogelijk om de aanwezigheid van de medewerkers met gebruikers te versterken. Natuurlijk zullen andere organisaties betrokken zijn bij het leiden van de verandering die dit nationale plan met zich meebrengt.

Het derde en vierde voorstel hebben betrekking op de samenwerking met universiteitsbibliotheken, die volgens het rapport te beperkte openingsuren hebben. Hun openingsuren waren al uitgebreid door de steun van een speciaal programma. Aangezien dit programma in 2018 afloopt, bestaat de vrees dat de studenten de openbare bibliotheken zullen bestormen, ten nadele van de andere bibliotheekbezoekers.

De verlenging van de openingstijden is gekoppeld aan een versterking van de partnerschappen met het openbare leesnetwerk. Het vijfde voorstel vereist (juridische) garanties met betrekking tot het functioneren van de departementale bibliotheken. De zesde oproep tot het delen van ruimtes (met actoren van de sociale cohesie). Het zevende benadrukt het belang van de ontwikkeling van de vaardigheden van de intergemeentelijke overheden in plattelandsgebieden.

De achtste en negende voorstellen voorzien in een nationaal partnerschap met La Poste via acties, zoals het delen van lokalen en diensten enerzijds, en dienstenboeken in gebieden zonder diensten zoals mobiele bibliotheken anderzijds.

De opleiding van bibliotheekmedewerkers is het tiende voorstel. Het is gebaseerd op de ontoereikendheid van de initiële of voortgezette opleiding en de realiteit van de openbare leesberoepen (bemiddeling met gebruikers wordt onvoldoende onderzocht). Als de digitale technologie hier in aanmerking wordt genomen, is de diversiteit van het gebruik en de gebruikers evenzeer doorslaggevend.

Bovenstaande voorstellen houden rechtstreeks verband met de openingstijden. Andere voorstellen richten zich op het versterken van de rol van bibliotheken bij de toegang tot culturele praktijken en bij het aanpakken van maatschappelijke kloven. Het elfde voorstel is de
ontwikkeling van partnerschappen tussen regionale en nationale culturele actoren, zodat de bibliotheken het cultuurbeleid op het gebied van cultuur in brede zin integreren. In gebieden waar de enige culturele operatoren bibliotheken zijn, is deze openheid voor andere culturele praktijken essentieel.

Sociale, territoriale en digitale scheidslijnen zijn vaak met elkaar verbonden en het twaalfde voorstel sluit aan bij een nationaal plan voor digitale inclusie waarin bibliotheken opgenomen moeten worden (bv. digitale uitlening). Bibliotheekmedewerkers (bibliothecarissen, studenten of vrijwilligers) worden opgeleid en worden digitale ambassadeurs.

Het begeleiden werkzoekenden is een dertiende voorstel, dat tot doel heeft de reeds bestaande diensten (van het kiezen van een boek over het zoeken naar werk tot het schrijven van een cv) uit te breiden door partnerschappen met uitzendbureaus te bevorderen.

Op basis van statistische gegevens over voortijdig schoolverlaten en slechte leesprestaties van Franse leerlingen voorziet het veertiende voorstel in een verdubbeling van het aantal bibliotheekpartnerschappen met middelbare scholen tegen 2022.

De voorstellen vijftien en zestien hebben tot doel de toegang tot bibliotheken voor mensen met een handicap te verbeteren. Of het nu gaat om computers aangepast voor slechtzienden en slechthorenden of de ontwikkeling van het aanbod van aangepaste documenten, toegankelijkheid van openbare bibliotheken moet een prioriteit zijn.

Het zeventiende voorstel garandeert het recht op lezen in de gevangenis. Elke gevangenis zal een partnerschap ontwikkelen met een bibliotheek. Verenigingen die in de gevangenis­sector werken, zullen hun opdrachten beter vervullen.

Het rapport eindigt wanneer Erik Orsenna ons eraan herinnert dat ‘opening’ het sleutelwoord blijft en gaat verder met twee laatste voorstellen: de implementatie van een nationaal digitaal uitwisselingsplatform, waar alle actoren hun successen, mislukkingen, moeilijkheden, oplossingen, enz. delen.

In het uiteindelijk voorstel, wordt een label gecreërd om de lokale overheden (zowel wat betreft apparatuur, openingsuren als partners) te belonen.

>    Voyage au pays des bibliothèques. Lire aujourd’hui, lire demain. volledig verslag beschikbaar op : http://www.culture.gouv.fr/Espace-documentation/Rapports/Voyage-au-pays-des-bibliotheques.-Lire-aujourd-hui-lire-demain

Waarom lid van de VVBAD worden?

  • Deel zijn van het netwerk van experten en collega's
  • Mee de belangen van de informatiesector behartigen
  • Korting krijgen op de activiteiten van de VVBAD
  • Toegang krijgen tot vakinformatie
  • Participeren in de verenigingsbesturen
Word lid
© Vlaamse Vereniging voor Bibliotheek, Archief & Documentatie vzw
Statiestraat 179 | B-2600 Berchem (Antwerpen)
Tel: (+32) 03 281 44 57 | email: vvbad@vvbad.be