Interview met Theo Peeters, directeur Theek 5

META Nummer 2018/8

Interview met Theo Peeters, directeur Theek 5

Geschreven door Jessica Jacobs, Jan Collet
Gepubliceerd op 13.11.2018

Het gaat om wat je wil bereiken als bibliotheek: dat mensen zich persoonlijk kunnen vormen en ontwikkelen.

IMPORTANT

Bibliotheek Theek 5 is een grote bibliotheekorganisatie met bibliotheken in zeven Nederlandse en één Vlaamse gemeente. Ze wordt geleid door Theo Peeters, die in 2012 verkozen werd tot Beste Bibliothecaris van Nederland. Maar daar komt verandering in, begin maart gaat Theo met pensioen. Terwijl hij Theek 5 in gereedheid brengt voor een voortbestaan zonder hem, kijkt hij terug op een moeilijke, maar geslaagde reorganisatie.

 

Dit gesprek was op vele vlakken uniek, al was het maar omdat we een stuk taart mochten delen met Theo Peeters. Dat is het voordeel bij een ontmoeting met iemand wiens pensioen voor de deur staat. Er valt slechts het volgende te doen: goed luisteren en de wijsheid die over je heen komt opnemen. Relativeren, genieten en een goede balans tussen spanning en ontspanning, ook op de werkvloer. Die tips geeft Theo ons mee, maar hij heeft er nog veel meer in petto voor zijn Vlaamse collega’s. Samen met Jan Collet, bibliothecaris van de bib in Kalmthout, vangen we het gesprek aan in de spraakmakende bibliotheek in Oosterhout. We bezoeken vervolgens de recent vernieuwde bibliotheek in Raamsdonksveer en vinden uiteindelijk een terrasje aan De Cammeleur in Dongen.

Weldra ga je met pensioen. Je zal dan je hele carrière in de bibliotheeksector doorgebracht hebben.

Dat klopt, ik werk nog bij Theek 5 tot 1 maart, nadat ik 66 geworden ben op 6 december. In ’75 behaalde ik mijn diploma aan de bibliotheekopleiding in Tilburg. De bibliotheekwet ging toen net die zomer van kracht, die bepaalde dat er in elke gemeente een bibliotheek moest komen. De overheid betaalde personeelskosten, het gebouw en voorzag twintig procent van de exploitatiemiddelen. Je begrijpt wel dat dit de bibliotheeksector een enorme boost gaf en dat ze zaten te wachten op vakbekwame mensen. Ik moest helaas eerst mijn militaire dienstplicht volbrengen. Zo kwam het dat ik op het einde van het volgende jaar aan mijn eerste job bij de bibliotheek begon.

Je staat bekend als een gepassioneerd directeur van de bibliotheek, is het diezelfde passie die je in de sector bracht?

De drive zat erin om mensen wijzer te maken. Ik wil anderen iets bijbrengen zodat ze makkelijker meekunnen in het leven. Dat klinkt idealistisch, maar ook de bibliotheekwet kwam er in de geest van democratie en gelijke kansen. Wat voor mij een rol speelde was mijn achtergrond. Mijn vader was een kleine boer die vlaste op een relatief grote schaal. Toen eind jaren ’50 de kunststoffen hun intrede deden, moest hij in de suikerfabriek gaan werken. Hij had altijd willen studeren, maar heeft hier door zijn gezinssituatie nooit de kans toe gekregen. Daarom vind ik het idee van gelijke kansen, ongeacht je achtergrond, heel belangrijk. Daar kan de bibliotheek aan bijdragen en dat gebeurt nog dagelijks.

Als je terugkijkt, is de missie van de bib hetzelfde gebleven?

Ja, sterker nog, ik denk dat die nu meer dan ooit telt. Als je ziet hoeveel laaggeletterden er zijn en mensen die digitaal niet mee kunnen. In de tijd dat we met de bibliotheek van Oosterhout een bezuinigingscrisis doormaakten, heb ik die missie sterk gebruikt. Het gaat om wat je wil bereiken als bibliotheek: dat mensen zich persoonlijk kunnen vormen en ontwikkelen. Het kan geen kwaad om de ontstaansreden van de bib, de gelijke kansen, te benadrukken wanneer we ons legitimeren naar politici toe. Ik herhaal wel vaker dat het leven veel makkelijker is als je kunt lezen en je digitaal vaardig bent. We mogen als samenleving die vaardigheden niet bagatelliseren. Veel mensen weten niet hoe met een computer, laptop of tablet om te gaan. Op dat vlak hebben wij als bibliotheek een belangrijke taak te vervullen.

Hoe vullen jullie die taak bij Theek 5 in?

Enkele jaren geleden hebben wij ons beleid opnieuw geformuleerd. We voelden dat we anders gingen vastlopen. We wilden meer inzetten op de persoonlijke ontwikkeling van onze bezoekers en we moesten duidelijkere keuzes maken. We kozen voor drie programmalijnen, die terug te vinden zijn in het beleidsplan op onze website. Persoonlijke ontwikkeling, waarover ik het al had, werd een eerste lijn, daarnaast is er levenslang leren. Vroeger haalde je een diploma en je kon dertig jaar vooruit.Nu moet je je een leven lang ontwikkelen, daar proberen we mensen bij te helpen: met cursussen, workshops enz. Het aanbod dat we geven is groot. Een derde lijn is zelfredzaamheid en participatie. Daar bedoelen we mee dat we mensen helpen om mee te kunnen op de arbeidsmarkt. We organiseren zo bijeenkomsten voor werkzoekenden, waar ze leren hoe je een sollicitatiebrief schrijft.

De drempel van de bibliotheek is heel laag, dus mensen komen wel. Daarnaast werken we samen met diverse gemeenten. Die zien de bibliotheek steeds meer als een partner in zelfredzaamheid, bijvoorbeeld voor allochtonen en vluchtelingen die in Nederland komen wonen. We organiseren in de bibliotheek van Oosterhout infomomenten over normen en waarden, en wat er in Nederland van je verwacht wordt. Ik vind het een eer dat de gemeente ons deze taak toevertrouwt.

De bibliotheek is het maatschappelijk hart van de gemeente geworden, dat is heel duidelijk in jullie programma.

Ja, we hebben ons bewust getransformeerd naar een maatschappelijke bibliotheek. We zetten in op vriendelijk personeel, veel voorzieningen en ruime openingstijden. Dit alles op een goede locatie en in een mooi gebouw. Ik kan wel eens boos worden als mensen zeggen dat bijvoorbeeld zo’n bibliotheekgebouw niet belangrijk is. Het gebouw heeft een enorm waardevolle functie. Het is het gezicht van de bibliotheek, in de samenleving nog steeds de enige plek waar je binnen kunt zonder dat ze je vragen wat je er komt doen, zonder dat je er iets moet kopen of bestellen. Ik weet geen enkele plek waar je op die manier de hele dag kan studeren of zitten werken. Dat is waardevol voor de samenleving.

Bibliotheek De Bussel is met andere woorden de huiskamer van Oosterhout geworden?

Dat was onze intentie en dat is ook wel gelukt. De voorgevel van het gebouw maakt een golvende beweging, dat zijn de gordijnen van de huiskamer en van het theater, dat hier ook gevestigd is. Architect Aat Vos heeft vervolgens het interieur van het gebouw ontworpen als een publieke ruimte, waar duidelijk het huiskamergevoel heerst. De oude bibliotheek die op dezelfde plek stond, kreeg 140.000 bezoekers per jaar. Sinds we hier in het nieuwe gebouw zitten, hebben we 100.000 bezoekers per jaar meer. Dat is niet min. Het leefklimaat van een dorp of stad is veel beter wanneer er een bibliotheek is. En de vele bezoekers hebben ook een economische waarde voor de handelaars in de buurt.

Niet alleen De Bussel in Oosterhout is een nieuw gebouw, Theek 5 heeft enkele vernieuwde vestigingen. Zo ook in Raamsdonksveer en Dongen. Die komen niet uit de lucht vallen. Je verwees al naar de denkoefening die jullie maakten, wat vormde hiervoor de aanleiding?

We merkten een daling in de bezoekersaantallen op en kregen ook vragen van de gemeenten rond onze werking. De digitalisering was sterk op komst en we hadden daar eigenlijk geen goed antwoord op. De bibliotheek die nu in Oosterhout staat is een realisatie van een vijfde plan voor deze vestiging. Er is dus veel over nagedacht en we hebben erin moeten blijven geloven. Dit kwam er inderdaad niet zomaar, we hebben sterk bezuinigd in de crisistijd na 2008. Dat ging over besparingen van tien tot veertig procent. We besloten daarom terug te gaan naar de basis, de essentie van het bestaan van een bibliotheek: dicht bij de burger staan en inzetten op hun ontwikkeling. Goede afspraken maken met de gemeente, en je budget niet overschrijden is denk ik heel belangrijk.

Hoe hebben jullie die transitie bij het wegvallen van zoveel budget aangepakt?

Daar kijk ik nog steeds met tevredenheid op terug, dat dit zo goed gelukt is. Op een gegeven moment werd in Nederland het e-bookplatform operationeel, dus het digitale aspect werd belangrijker. Op hetzelfde moment kwam er het rapport-Cohen Van collectie naar connectie, een rapport over de toekomst van de bibliotheek. Dit rapport zou eigenlijk voor iedereen in de bibliotheek verplichte lectuur moeten zijn. In de nasleep van dit rapport begonnen we in onze bibliotheek een discussie waarbij alle medewerkers betrokken waren: van personeel dat de boeken terugplaatst in de kasten tot managers. Het resultaat is dat elke collega nu kan antwoorden op vragen over onze missie en visie, die gericht is op connectie.

Door de financiële crisis hadden we van 2009 tot 2015 geen nieuwe personeelsleden meer kunnen aanwerven. Dat legde een grote druk op onze organisatie. In ons beleidsplan zetten we dat we naar buiten moesten treden, verbindingen moesten leggen met andere partijen. Daarnaast was er de digitalisering en merkte je dat niet alle personeelsleden de juiste capaciteiten hadden om het voorgestelde beleidsplan te realiseren. 85 procent van alle functies kwamen te vervallen, waardoor collega’s opnieuw moesten solliciteren, ongeacht of zie hier twee of twintig jaar werkten. Dat klinkt heel hard en dat was voor mij moeilijk om het persoonlijk leed dat ermee gepaard ging te zien. Maar het was wel nodig. We zaten muurvast op alle terreinen en wat je nu ziet, is een mooie kruisbestuiving tussen medewerkers met een sterke bibliotheekachtergrond en collega’s met andere inzichten.

We zagen in Nederland een trend opkomen die we momenteel ook in Vlaanderen zien, waarbij de functie van bibliothecaris ingevuld wordt door een manager. Hoe kijk jij daar tegenaan?

Hier heb ik regelmatig sterke bedenkingen bij. Zelf startte ik mijn carrière in de bib op de bibliobus in Zeeuws-Vlaanderen, waarbij ik vele kleine dorpjes bezocht en contact had met de gebruikers. Sommige managers komen tegenwoordig de bibliotheek binnen, meteen op de stoel van bibliothecaris of directeur, en gaan als een olifant door de porseleinenkast. Ze veranderen alles wat ze maar kunnen, zonder de juiste connectie met de bibliotheek te hebben. Je bent als bibliothecaris geen directeur van een snoepfabriek. Zo’n bedrijf moet goede smaken verkopen en winst maken. Natuurlijk moet je als bibliotheek niet vies zijn van het genereren van inkomsten. Maar onze waarde is niet steeds in geld te meten. Wanneer er in Oosterhout honderd mensen geen uitkering meer ontvangen omdat ze dankzij hun persoonlijke ontwikkeling via de bibliotheek een job vonden, dan heeft dat een grote economische waarde. Daar moet je aandacht voor hebben en daarom is de bevlogenheid voor je job en de instelling waarvoor je werkt als bibliothecaris zo belangrijk.

Wat je zegt is dat bibliothecaris zijn meer is dan een beroep, het is een missie?

Ik moet voortdurend het belang van de bibliotheek onder de aandacht brengen. Dat moet je wel willen en dat moet uit het hart komen, want anders hou je dat niet vol. Het is geen negen tot vijf baan. Dan lees ik ‘s ochtends de krant en denk ik “hé, daar kunnen we iets mee in de bibliotheek”. Mijn collega’s worden misschien wel eens gek van mij, dan denken ze “daar is hij weer”. Natuurlijk moet je er als bibliotheek op letten dat je keuzes maakt. De bib is zo breed inzetbaar. Iemand zei me weleens: “jullie dansen op alle feestjes”.

Je vereenzelvigt jezelf met de bibliotheek en van buiten uit word je ook gezien als de bibliotheek.

Een gemeenteraadslid zei inderdaad eens: “Theo is de bibliotheek”. Er is in de dertig jaar dat ik in Oosterhout werk veel gebeurd en ik heb veel zien veranderen. Je moet als directeur van de bibliotheek veel passie voor je werk hebben. Maar diegene die hier binnenkort in mijn plaats zit, die zal het volledig anders doen. En dat is niet erg, een kopie van mij is niet nodig. Wat ik wel hoop is dat de goede dingen behouden blijven. In mijn functie is het vooral belangrijk om goed met mensen om te kunnen. En goed kunnen schakelen tussen de verschillende partijen waarmee je te maken hebt, zowel in- als extern. We moeten niet alleen aandacht hebben voor onze bezoekers, maar ook voor de politieke verhoudingen. Goede contacten leggen in de gemeenten is essentieel.

Jij zet zelf sterk in op de communicatie met gemeentebesturen?

Het is heel belangrijk dat het goede werk dat je levert als bibliotheek gezien wordt. Daarom schenken we veel aandacht aan de relatie met de gemeenten. Aanvankelijk wilden we bij de fusie tussen de verschillende bibliotheken in 2005 zoveel mogelijk centraliseren. Maar we merkten dat het bibliotheekwerk in de verschillende gemeenten zo te weinig aandacht kreeg. We keerden toen het roer om en richtten de organisatie anders in. In elke gemeente is er een programmamaker, die de drie programmalijnen van Theek 5 vorm geeft in de eigen lokale bibliotheek. Zo kunnen de verschillende vestigingen inzetten op lokale noden. We informeren ook steeds bij gemeenten welke plannen zij hebben en waar we hen kunnen versterken. We willen geen initiatieven nemen die de gemeente niet belangrijk vindt. Uiteraard gaan we ook geen dingen doen waar we geen verstand van hebben, maar de omslag is hier gelukkig gemaakt: het besef dat de bibliotheek er niet alleen is voor het recreatieve aspect.


De situatie in Vlaanderen is voor openbare bibliotheken lang anders geweest, het Decreet Lokaal Cultuurbeleid maakte van de bib een vanzelfsprekendheid. Het wegvallen van die zekerheid zal ongetwijfeld ook meer noodzaak aan lobbyen met zich meebrengen. Door gemeenteraadsvergaderingen bij te wonen zorg je al voor een eerste contact. In aanloop naar de verkiezingen stuurden we naar alle politieke partijen in ons werkgebied een manifest met de boodschap waar wij als bibliotheek voor staan. In de hoop dat dit in het verkiezingsprogramma en vervolgens in het coalitieakkoord opgenomen zou worden.

Je kunt nooit achteroverleunen. De fout die vaak gemaakt wordt, is pas naar het gemeentebestuur te stappen wanneer er iets nodig is, maar dan is het te laat. We houden regelmatig gesprekken met ambtenaren, wetshouders en schepenen. We nodigen hen uit in de bib en betrekken hen. Vroeger zaten wij enkel rond de tafel met iemand bevoegd voor cultuur, nu weten we dat we de gemeenten en bibliotheken elkaar meer te bieden hebben, ook in de beleidsdomeinen van onderwijs en sociale zaken.

Met Theek 5 zette je sterk in op schaalvergroting, hoe ziet dit concept eruit?

Enerzijds zijn verschillende bibliotheekorganisaties in aparte gemeenten één organisatie geworden. In 2005 gingen we hiermee van start en in 2007 zetten we dit verder, nu hebben we een samenwerking over acht gemeenten. Anderzijds zijn bibliotheken samen met andere instellingen in eenzelfde pand gehuisvest. De schotten tussen plaatselijke culturele en maatschappelijke instellingen gaan weg. In Dongen heb je een bibliotheek, een cultureel centrum, muziekschool en een welzijnsorganisatie onder één dak. Ook daar moet je steeds een weg zoeken, dat gaat niet vanzelf. De verschillende instellingen moeten onderling goed samenwerken, en Theek 5 overkoepelt terzelfdertijd de bibliotheek die daardoor een bepaalde lijn volgt. Een fusie is echt niet de enige mogelijkheid, er zijn vele moderne manieren van samenwerking te vinden. Wij collectioneren bij Theek 5 bijvoorbeeld voor een aantal bibliotheken in Oost-Brabant.

Schaalvergroting is goed, maar je moet steeds uitgaan van lokale mogelijkheden. Wat is er in jouw regio het beste? Als je de kaart van ons werkingsgebied bekijkt, zie je dat we om Breda heen zitten. Tot enkele jaren geleden was de bibliotheek van Breda een van de weinige gemeentelijke bibliotheken in Nederland. In het fusieproces waarin wij zaten, hadden alle bibliotheken dezelfde arbeidsvoorwaarden. Anders is een fusie zeer moeilijk. Ik vind het belangrijk dat je naar de cultuur van een organisatie kijkt, daar zie ik soms samenwerkingen op stuk lopen. Het heeft bij ons ook even geduurd om alles vlot te laten lopen, maar ik ben trots op de familiale band in onze bibliotheek. Er gebeurt al wel eens iets, maar we vinden er oplossingen voor.

Waarom lid van de VVBAD worden?

  • Deel zijn van het netwerk van experten en collega's
  • Mee de belangen van de informatiesector behartigen
  • Korting krijgen op de activiteiten van de VVBAD
  • Toegang krijgen tot vakinformatie
  • Participeren in de verenigingsbesturen
Word lid
© Vlaamse Vereniging voor Bibliotheek, Archief & Documentatie vzw
Statiestraat 179 | B-2600 Berchem (Antwerpen)
Tel: (+32) 03 281 44 57 | email: vvbad@vvbad.be