De nieuwe reprografie-uitzondering en -vergoeding: hoeveel moet een openbare bibliotheek betalen?

META Nummer 2018/3

De nieuwe reprografie-uitzondering en -vergoeding: hoeveel moet een openbare bibliotheek betalen?

Geschreven door Joris Deene
Gepubliceerd op 09.04.2018

De reprografie-uitzondering

Met ingang van 10 maart 2017 werden een aantal wijzigingen aangebracht aan de reprografie-uitzondering in het auteursrecht en de vergoeding die ertegenover staan. Wat is er veranderd, en welke impact heeft dat op openbare bibliotheken?

Onder de reprografie-uitzondering kunnen rechtspersonen reproducties maken voor eigen gebruik. Openbare bibliotheken maken doorgaans deel uit van een publiekrechtelijke rechtspersoon (een gemeente of stad), zodat werknemers de uitzondering kunnen toepassen. Anderzijds kunnen fysieke personen voor hun professionele activiteiten ook reproducties maken onder deze uitzondering. Bijvoorbeeld in een openbare bibliotheek die een kopieerapparaat ter beschikking stelt van haar bezoekers. De uitzondering geldt alleen voor fotokopieën. Een digitale tekst afdrukken op papier, of een papieren tekst inscannen naar een digitaal bestand vallen dus niet onder de uitzondering. Bovendien is wat gekopieerd mag worden ook in omvang beperkt. Artikelen of werken van beeldende of grafische kunst (foto’s, tekeningen, enz.) mogen volledig gekopieerd worden. Van andere werken (o.a. boeken) mag enkel een kort fragment gekopieerd worden. Bladmuziek is volledig uitgesloten.

Wat veranderde er ten opzichte van de oude tekst? Kopieën door fysieke personen voor strikt privégebruik vallen niet meer onder de reprografie-uitzondering (wel onder die van de privékopie). Bovendien is het nu ook duidelijk dat prints niet onder de reprografie-uitzondering vallen.

De vergoeding

Als compensatie voor de uitzondering hebben auteurs recht op een vergoeding. Ook uitgevers hebben recht op een vergoeding voor reproducties die onder de reprografie-uitzondering gemaakt worden van hun uitgaven, maar hun recht op vergoeding is beperkt tot 50 jaar na de eerste uitgave. De vergoeding wordt evenredig bepaald met het aantal reproducties van de werken. De compensatievergoeding voor auteurs en voor uitgevers bedraagt telkens 0,0277 euro per reproductie van een beschermd werk. In totaal wordt per reproductie dus 0,0554 euro per reproductie geïnd door Reprobel.

Onder het oude regime werd een onderscheid gemaakt tussen de forfaitaire en de evenredige vergoeding. De forfaitaire vergoeding werd betaald door de producenten van kopieerapparaten (en doorgerekend in de verkoopprijs); de evenredige vergoeding werd per reproductie betaald door de kopieerders zelf. Deze vergoeding ging voor de helft naar de auteurs en voor de helft naar de uitgevers. Voor bibliotheken was de vergoeding tot 2015 beperkt tot 0,0149 euro en vanaf 2015 0,02 euro. In het nieuwe regime wordt de forfaitaire vergoeding afgeschaft en wordt de te betalen (gezamenlijke) vergoeding substantieel verhoogd naar 0,0554 euro.

Wat moet een openbare bibliotheek betalen?

Openbare bibliotheken moeten elk jaar een aangifte doen bij Reprobel. Ofwel met een algemene aangifte, ofwel met een gestandaardiseerde aangifte (waarbij Reprobel op voorhand door haar berekende gemiddelden invulde). Je gebruikt best een eigen aangifte op maat. Houd daarbij rekening met deze tips:

  • Geef voor het brutojaarvolume alleen de gemaakte kopieën op. Prints moet je niet aangeven.
  • Geef enkel het percentage mee van werken die auteursrechtelijk beschermd zijn. Werken waarvan de auteur meer dan 70 jaar overleden is, of werken die niet oorspronkelijk zijn tel je dus niet mee. Voor werken die ouder dan 50 jaar zijn moet je ook geen uitgeversvergoeding meer betalen. Houd daarmee ook rekening als je het percentage berekent. Tel ook enkel de reproducties op die onder de reproductie-uitzondering vallen. Voor bladmuziek of voor meer dan een kort fragment van een boek kan Reprobel geen vergoeding innen. Reprobel kan ook geen vergoeding innen voor reproducties die voor privégebruik gemaakt worden.
  • Vermenigvuldig het aantal pagina’s met 0,0554 euro. Strikt genomen is dat niet correct, want je moet een vergoeding betalen per reproductie en niet per pagina. Voor het kopiëren van vijf pagina’s moet je dus maar één keer vergoeding betalen.

Om het bedrag van de vergoeding te drukken is het dan ook belangrijk om alles goed te analyseren en te staven om Reprobel indien nodig aan te tonen dat zij geen hogere vergoeding kan eisen.

Waarom lid van de VVBAD worden?

  • Deel zijn van het netwerk van experten en collega's
  • Mee de belangen van de informatiesector behartigen
  • Korting krijgen op de activiteiten van de VVBAD
  • Toegang krijgen tot vakinformatie
  • Participeren in de verenigingsbesturen
Word lid
© Vlaamse Vereniging voor Bibliotheek, Archief & Documentatie vzw
Statiestraat 179 | B-2600 Berchem (Antwerpen)
Tel: (+32) 03 281 44 57 | email: vvbad@vvbad.be