Archief in digitale vorm levert nog meer problemen op: het voorkomen dat computerbestanden (met tekst, beeld, geluid) onleesbaar worden als gevolg van de snelle technologische ontwikkelingen, dat de bits en bytes (letterlijk) omvallen, is zeer problematisch. Het bewaren van e-mails, digitale beelden en dito klankopnames levert vergelijkbare problemen op. Nochtans verlopen de werkprocessen bij auteurs en andere archiefvormers meer en meer digitaal.
Tot slot stellen we in het Lolita-project ook vast dat de versnippering of verspreiding van archiefstukken kenmerkend is voor het literair-archiefveld. Het is genoegzaam bekend: de versnippering van een archiefbestand is vaak het gevolg van de handel in literaire archivalia. Commercialisering vormt voor de eenheid en de samenhang van een archiefbestand een grote bedreiging. Bewaarplaatsen zijn soms niet meer bekend of archief raakt verspreid over diverse actoren waarbij stukken worden vervreemd van hun oorspronkelijke context. Commercialisering is niet de enige reden waardoor literair archiefmateriaal maar al te vaak verspreid over verschillende beheerders is terug te vinden, maar wel de meest opvallende. Deze bevindingen, of tendensen, legden meteen een aantal behoeftes bij archiefvormers- en beheerders bloot: wat en hoe dient bewaard te worden? Om aan deze verzuchting tegemoet te komen hebben we in 2010 een brochure gemaakt over archiveren, met praktische tips voor schrijvers en verzamelaars.
Lopen er in het buitenland gelijkaardige projecten of zijn jullie gangmakers?
Voor zover we weten, is een dergelijk onderzoek nog nergens op deze manier gedaan. Wel zijn – of waren – er in enkele buurlanden projecten met ongeveer gelijkaardige doelstellingen, namelijk het verkrijgen van inzicht in het literair-archiefveld en het vinden van oplossingen voor de problemen en de uitdagingen die zich daar voordoen. In Groot-Brittannië bijvoorbeeld werd in 2005 de UK Heritage Working Group opgericht, om de problematiek omtrent de verkoop en de verspreiding van literaire manuscripten naar (vooral) de Verenigde Staten aan te kaarten en deze handel tegen te gaan. Commercialisering, verspreiding, digitalisering of de onderschatte (of overschatte) culturele en financiële waarde van literaire privéarchieven leidden in naburige landen ook tot meer interessante initiatieven. De samenwerkingsverbanden Group for Literary Archives and Manuscripts (glam) in Groot-Brittanië met een pendant in de Verenigde Staten (glamna) en de Arbeitsgemeinschaft Literarischer Gesellschaften und Gedenkstätten (alg) in Duitsland bijvoorbeeld. Zij hebben min of meer vergelijkbare projecten lopen als Lolita: zo onderzocht de glam in 2006-2007 via een schriftelijke enquête de kwaliteit, omvang en betekenis van literair archief in Groot-Brittannië.
Verder merken we dat bibliotheken en universiteiten diverse projecten hebben uitgevoerd om literair erfgoed in kaart te brengen: in Engeland beschikken ze over een Location Register, in Frankrijk over een Répertoire des manuscrits littéraires français en in Nederland bestaat een databank Catalogus Epistularum Neerlandicarum (cen).
Opmerkelijk is dat al deze projecten focussen op individuele archiefstukken. Het gaat om het lokaliseren van brieven (Location Register, cen) en handschriften (Location Register, Répertoire des manuscrits littéraires français) in openbare instellingen. De online zoekmachine Malvine (Manuscripts and Letters via Integrated Networks in Europe) wilde ooit al deze initiatieven bundelen en overkoepelen om onderzoek te vergemakkelijken en om een uitgebreid Europees netwerk te creëren. De gegevens zouden allemaal door Malvine uit de databanken van de aangesloten Europese instellingen worden opgehaald – op stukniveau.
Het zijn dus gelijkaardige doelstellingen, maar de invulling en uitvoering van Lolita was heel anders. Binnen het pilootproject hebben we eerst de buitenlandse initiatieven bestudeerd. Daarbij vielen meteen al een paar zaken op: Hoe komt het dat zoveel prachtige projecten in binnen- en buitenland op sterven na dood zijn – of zelfs al een stille dood gestorven zijn? Waarom lijken enquêtes in vele gevallen niet te werken – of slechts een zeer vaag beeld te scheppen? Bovendien kan een archief als het Letterenhuis het zich niet permitteren om slechts op brieven en handschriften te focussen bij het in kaart brengen. Het moest dus anders. En dat hebben we ook gedaan.
Is het hele proces gelopen zoals jullie gehoopt hadden, heeft Lolita jullie stoutste dromen overtroffen?
We hebben het Lolita-project opgezet omdat er grote vragen waren bij de haalbaarheid van de opdracht om een systematisch overzicht te geven van het literaire erfgoed in Vlaanderen. Het is natuurlijk wel zo dat het netwerk van het Letterenhuis zeer uitgebreid is, waardoor we al wel een vrij goed beeld hadden van dat specifieke erfgoedveld. Op sommige punten echter werd er door Lolita meer duidelijk – zoals de behoefte van veel archiefvormers en archiefbeheerders.