Dit artikel is een vervolg op de eerder verschenen bijdrage in dit tijdschrift over de groeiende interesse van literatuurwetenschappers voor literaire archieven en de geringe rol van de archivaris hierin. Deze bijdrage behandelt de concrete ordenings- en beschrijvingspraktijk van literair archiefmateriaal. De bestaande archiefwetenschappelijke richtlijnen sluiten het beheer van persoonlijke papieren niet uit, maar bieden ook geen leidraad. De versplinterde en gefragmenteerde verwerving, de ongecontroleerde overdrachtsmodaliteiten, de privaatrechtelijke ontstaanscontext van literaire archieven en het profiel van sommige archiefgebruikers doen de archivaris afwijken van de traditionele ordeningsprincipes. De ordeningspraktijk van literaire archieven toont aan dat deze traditionele principes aan verruiming en verfijning toe zijn.