Boudewijn Büch als bibliotheekfanaat

META Nummer 2024/2

Boudewijn Büch als bibliotheekfanaat

Geschreven door Piet De Keyser
Gepubliceerd op 05.03.2024
IMPORTANT

Precies veertig jaar geleden publiceerde Boudewijn Büch het verslag van zijn bezoek aan een tiental bibliotheken van over de hele wereld in zijn boek Bibliotheken. Eigenlijk was het de schriftelijke weergave van wat hij toen ook in zijn populaire tv-programma liet zien.

Een “bibliothecafiel”

“Bibliotheken hebben een eigenaardige aantrekkingskracht op mij”, schrijft Büch en elders noemt hij zichzelf een “bibliothecafiel”. Eigenlijk moet je de tv-programma’s, die je nu nog kunt vinden op YouTube of op dvd’s in sommige bibliotheekmagazijnen, gezien hebben om te weten hoe kinderlijk enthousiast Büch kon zijn wanneer hij een bibliotheek bezocht. Je ziet hem huppelen door de gangen van de Library of Congress of het unieke dodenmasker van Goethe op zijn eigen gezicht zetten. Büch slaagde erin om voor zijn tv-programma’s verre reizen te maken; vandaar dat er in het boek ook verslagen staan over zijn bezoeken in Nieuw-Zeeland of op Fiji. Maar eigenlijk interesseren bibliotheken hem alleen maar als ze in mooie, oude gebouwen gelegen zijn en antiquarische uitgaven bevatten, want voor alles was Büch een bibliofiel, die zelf tienduizenden zeldzame uitgaven verzamelde. Büch begint het boek met een lang hoofdstuk over “Boekenhaat, boekenliefde en bibliotheken”, waarin hij een opsomming geeft van allerlei figuren die op maniakale wijze boeken verzamelden of vernietigden, onder wie zelfs iemand die letterlijk boeken opat. Tijdens zijn bezoeken aan bibliotheken controleerde Büch ook altijd of er iets te vinden was van zijn geliefde Goethe, een van zijn andere grote passies, naast eilanden, natuurhistorische verzamelingen en uitgestorven diersoorten.

Belgische toestanden

Na de oliecrisis van 1973 waren zware besparingen aan de orde, ook in de culturele sector. In het boek lees je dan ook telkens hoe bibliotheken moesten bezuinigen. Wat Büch daar dan het jammerste aan vindt, is dat er geen oude, waardevolle boeken meer gekocht kunnen worden en dat niemand actie onderneemt om de afbouw van bibliotheken tegen te gaan. “Zeehondjes krijgen actiegroepen”, schrijft hij, maar “Bibliotheken met boeken over zeehondjes en over nog veel meer dieren hebben nog nimmer van eenpressiegroep gehoord.” De besparingen in de bibliotheek van Brugge wijt hij aan “de taalpolitieke problemen bij onze zuiderburen” en het doet hem verdriet, als verstokte boekenverzamelaar, dat daardoor “de boekhistorische continuïteit in deze boekenrij” vernietigd is. Ook in Nederland heersen er volgens hem “Belgische toestanden”, wat bewijst dat zijn verklaring over de taalpolitieke problemen in België als oorzaak van de bezuinigingen niet klopt. Je vraagt je dan wel af waar hij nog meer cliché-verklaringen gebruikt heeft.

Büch als fantast

Büch moet je ook om andere redenen altijd wel wantrouwen. Na zijn vroegtijdige dood in 2002 bleek dat hij een heleboel zaken uit zijn leven verzonnen had. Hij zou meerdere academische titels bezeten hebben, hij zou een zoon gehad hebben, die op vijfjarige leeftijd gestorven was (het jongetje Micky uit zijn ‘autobiografische’ roman De kleine blonde dood), hij zou in een psychiatrische instelling verbleven hebben, terwijl dat in feite een vakantiekamp was, enzovoort. Tijdens zijn leven kwam hij met al deze verzinsels weg; hij was immers de populaire, flamboyante televisiemaker met zijn aanstekelijke, kinderlijke enthousiasme. Zijn zogenaamd fortuin bleek echter alleen te bestaan uit zijn immense verzameling boeken, prenten en rariteiten, waarover zijn broers na zijn dood dan ruziemaakten.

Büch en de bibliothecarissen

Bibliothecarissen beschrijft Büch gewoonlijk als sympathiek en behulpzaam, enkele norse en onvriendelijke exemplaren niet te na gesproken. In het boek vinden we een paar rake beschrijvingen van bibliothecarissen, zoals: “Geef mij een stadion vol willekeurige burgers met daartussen twee bibliothecarissen; binnen tien minuten zal ik de beide heren aanwijzen. Bibliothecarissen iets vragen betekent dat ze de vraag onmiddellijk beantwoorden of het gevraagde direct tonen.” En: “Bibliothecarissen zijn mensen die in aanleg kraak nog [sic] smaak vertonen maar na betere kennismaking de eigenaardigste afwijkingen en gekkigheden blijken te bezitten”, waarmee bevestigd wordt wat ik mijn collega’s altijd voorgehouden heb, namelijk dat een goede bibliotheek een bibliothecaris moet hebben die op zijn minst een beetje excentriek is.

Schat- en gruwelkamer

Büch noemt bibliotheken de “schat- en gruwelkamer van de schrijvende mensheid”. Hij ontdekte er schatten, maar werd ook geconfronteerd met collecties die ten prooi vielen aan verwaarlozing, schimmels enzovoort. De KU Leuven stuurt momenteel 70.000 oude boeken naar Google om ze te laten digitaliseren. Een goede zaak, want dat zal de bereikbaarheid ervan enorm ten goede komen, maar de verstokte boekenliefhebber mist bij Google Books toch waar Büch zo lyrisch over kon doen, namelijk die oude bandjes betasten, erin bladeren, het papier voelen, eraan ruiken …

Waarom lid van de VVBAD worden?

  • Deel zijn van het netwerk van experten en collega's
  • Mee de belangen van de informatiesector behartigen
  • Korting krijgen op de activiteiten van de VVBAD
  • Toegang krijgen tot vakinformatie
  • Participeren in de verenigingsbesturen
Word lid
© Vlaamse Vereniging voor Bibliotheek, Archief & Documentatie vzw
Statiestraat 179 | B-2600 Berchem (Antwerpen)
Tel: (+32) 03 281 44 57 | email: vvbad@vvbad.be