Collegagroep Jeugdbibmedewerkers: Taalpunt jeugd

Collegagroep Jeugdbibmedewerkers: Taalpunt jeugd

08.03.2022

Hoe bouw je een kwalitatief Taalpunt uit gericht op jonge, anderstalige leners? En hoe pak je de collectievorming aan?

Normaal gezien zou een medewerker van OB Vilvoorde hun Taaltuin voorstellen, maar door ziekte kon dat niet doorgaan. Helaas, want de bibliotheek van Vilvoorde is met hun versie van het Taalpunt Jeugd een echte pionier. Wij hebben ons dan ook door hen laten inspireren.

Tip! Wil je graag zelf een Taalpunt opstarten? Ga dan vooral ook een kijkje nemen in Vilvoorde.

Het Taalpunt Jeugd in Brugge

Spreker: Lut Belaen, coördinator van de jeugdafdeling van OB Brugge en actief lid van de vakgroep Jeudbibmedewerkers van de VVBAD

(De Powerpoint bij de presentatie vind je onderaan deze tekst.)

Een Taalpunt is een flexibel gegeven dat inspeelt op de noden van een specifieke gemeente en op het marktaanbod van dat moment.

In Brugge merkten we in 2017 dat de stad veel nieuwkomers had die op zoek waren naar materiaal in eenvoudig Nederlands, en dat er veel jonge lezers waren die het niet goed konden of graag deden. We klopten eerst en vooral aan bij het Netwerk van de Taalpunten Nederlands voor informatie. Zij hadden toen al een sterk concept qua Taalpunt, al was het gericht op volwassenen en waren ook zij nog zoekende naar hoe dat toe te passen op een jonger publiek.

Het was snel duidelijk dat dit Taalpunt Jeugd geen exacte kinderkopie mocht worden van het klassieke Taalpunt. Het moest daarentegen een combinatie worden van materiaal voor wie het Nederlands wil oefenen en voor wie niet goed kan lezen of er geen motivatie voor vindt.

Vooraf is het belangrijk om duidelijk in kaart te brengen voor wie je dat Taalpunt aanbiedt. Onderzoek goed wie je doelgroep is en wie je partners kunnen zijn in dat project. Bekijk de diversiteit aan talen en culturen en stel je maatschappelijke rol als bibliotheek hierbij in vraag. Om dat beeld te vormen, kun je gebruikmaken van het cijfermateriaal van provincies.incijfers.be. Op deze website ontdek je hoeveel verschillende talen er aanwezig zijn in je stad en kun je zien welke groepen deze talen spreken. Je ontdekt er ook hoeveel scholieren er in welk soort onderwijs zitten enzovoort. Brugge heeft zich toegespitst op scholieren met een andere thuistaal.

Daarnaast heeft de bibliotheek een bevraging georganiseerd in de Brugse basisscholen. 
Ook Iedereen Leest heeft interessante gegevens om mee aan de slag te gaan.

Na het onderzoek heeft de bibliotheek bepaald dat het Taalpunt gericht zou zijn op kinderen en jongeren tot en met 15 jaar en dat er twee doelgroepen zijn: anderstalige kinderen die het Nederlands nog willen oefenen en Nederlandstalige kinderen die leesproblemen hebben. Maar ook de volwassenen en begeleiders van deze kinderen, zoals leerkrachten en logopedisten, moeten erdoor geprikkeld worden.

Wat is belangrijk bij een Taalpunt?

  • Presentatie
  • Gevarieerd en aantrekkelijk aanbod
  • Flexibel meubilair (in Brugge werd gekozen voor Schulz)

Presentatie

De plaatsing van de rekken is belangrijk. Zorg voor een frontale plaatsing, dat is essentieel bij een Taalpunt. Zorg er vooral voor dat je meubel opvalt. Waar je het plaatst, kies je uiteraard zelf, maar ik zou het laten aansluiten op de rest van je verhalende collectie. Niet te ver van de anderstalige collectie en je dvd’s en luisterboeken.

Aanbod

Kinderen moeten uitgenodigd worden om te komen grasduinen en hiervoor stap je af van de strakke indeling van de rest van de collectie. Kinderen moeten geprikkeld worden.

Werk hiervoor met een gevarieerd aanbod. Niet alleen boeken, maar ook films, taalspelletjes, poëzie, strips, cd’s, enzovoort. Kies bij films of cd’s voor een kleine selectie waarbij het Nederlands of Vlaams goed is.

Moppenboeken werken altijd! Op die manier kunnen lezers spelen met taal. Bied naast verhalende boeken ook informatieve werken aan: vaak bevatten deze meer beeld en minder tekst. Boeken met tekeningen of een speelse bladspiegel zijn ook interessant voor wie het lastig vindt om te lezen. En er is uiteraard de Makkelijk Lezen-collectie. De uitgeverijen Zwijsen en Dyslexion hebben een groot aanbod aan kinder- en jeugdboeken met een speciaal lettertype voor kinderen met dyslexie.

Theater- en toneellezen (te vinden bij uitgeverijen De Inktvis en Zwijsen) nodigen ook uit tot oefenen met het Nederlands. Ook ABC-boeken (prentenboeken over letters, zoals Alfabet van Charlotte Dematons) en beeldwoordenboeken zijn een goede aanwinst. Vergeet vooral de jongeren niet: voor hen is ‘eenvoudig communiceren’ interessant.

Ook anderstalige werken horen in Brugge thuis in het Taalpunt, al is het niet eenvoudig om deze uit te zoeken. Nik-Nak is een serie tweetalige boekjes die hier mooi in past, al zijn het heel korte en eenvoudige verhaaltjes. Uit onderzoek is gebleken dat de thuistaal of moedertaal héél belangrijk is. Door prentenboeken in een andere taal aan te bieden, kunnen kinderen in hun eigen thuistaal gaan vertellen en aan de slag gaan met taal. Ouders die het Nederlands nog niet machtig zijn, kunnen ook voorlezen aan hun kinderen. De anderstalige boeken zorgen bij leners ook voor herkenning en geven hun het signaal dat wij hun moedertaal ook waarderen.

Omdat Brugge geen volledige anderstalige collectie wilde opbouwen, zijn ze op zoek gegaan naar prentenboeken die vertaald zijn in een andere taal. Zoals Hoogdringend van Guido van Genechten, een van de vele boeken van uitgeverij Clavis, dat vertaald werd in verschillende talen. Hierbij zit telkens de Nederlandse versie van het verhaal achteraan in het boek.

Er zijn heel wat boeken te vinden waarbij je naast een andere taal ook het verhaal in het Engels kunt lezen. Maar voor de bibliotheek van Brugge was het belangrijk dat de steuntaal van anderstalige boeken het Nederlands is, omdat het Taalpunt als doel heeft het Nederlands te oefenen.

Ook diversiteit is een belangrijke pijler in het taalpunt: toon dat in je collectie. Studio Sesam maakt mooie boeken rond dat thema. Verder bieden we ook leer- en oefenboeken aan. Naar deze boeken moet je soms wat langer zoeken, maar het is wel belangrijk dat ze aanwezig zijn in het Taalpunt.

Taalspellen. OB Brugge hadden nog geen spelletjes in de collectie, inspiratie werd opgedaan bij De Speelbode en het VIVES SpellenLab. Van elke doos noteren we de inhoud op een kaartje dat in de doos geplakt wordt. De spelregels worden telkens uitgeschreven in heel eenvoudige taal en van een aantal spelletjes hebben we studenten logopedie gevraagd om fiches te maken met daarop suggesties voor het spel, ook in heel eenvoudige taal.

Vergeet vooral de Luisterpuntbibliotheek niet. Deze online bibliotheek is wat moeilijker om onder de aandacht te brengen, omdat ze niet fysiek bestaat, maar ze is interessant en gebruiksvriendelijk. Je kunt hiervoor samenwerken met leerkrachten, want vaak is deze tool in heel wat scholen nog te onbekend. Op ikhaatlezen.be staat bovendien een interessant webinar.

Tip! Vaak kun je aan de slag met werken die al in je collectie zitten.

Meubilair

Meubels op wieltjes kun je gemakkelijk verplaatsen. De signalisatie hebben we aangebracht op de kasten zelf. We hebben hierin zelf een paar veranderingen aangebracht. Ook hierin is flexibiliteit belangrijk.

Signalisatie

Dit materiaal komt van de omkadering die het Taalpunt Nederlands biedt als je lid wordt van het netwerk. Je krijgt toegang tot de OneDrive-databank met informatie en tips, Biblioprintmateriaal, logo’s en andere ondersteuning. Het concept en het logo van het Taalpunt Nederlands zijn gedeponeerd. Het concept bestaat uit drie onderdelen: de collectie, een taallab en de samenwerking met alle mogelijke partners en alle projecten die je met hen kunt uitwerken. Als bibliotheek kun je een licentieovereenkomst tekenen en in ruil voor een eenmalige kostprijs van 100 euro krijg je alles om aan de slag te gaan met je Taalpunt. Maar er geldt dan uiteraard ook een kader om in te werken, er zijn voorwaarden aan verbonden.

Wie hierin geïnteresseerd is, kan contact opnemen met Liesbet Laureyssens.

Een Taalpunt is een work in progress: gaandeweg ontdek je wat werkt in jouw bibliotheek.

Activiteiten

De Brugse voorleessessies heten Tussendoortjes en sinds 2 jaar worden er enkele meertalige Tussendoortjes georganiseerd, waarbij één voorlezer een verhaal in het Nederlands vertelt terwijl een andere vrijwilliger het vertaalt. De twee vertellers wisselen elkaar af en de beelden worden ook geprojecteerd. Na het voorlezen spelen ze dan met die talen. Iedereen is welkom voor deze sessies, niet enkel kinderen die de andere taal als moedertaal hebben. De activiteiten worden gezien als taalverrijkend. Ook voor de bibliotheekmedewerker is het een mooie kans om via de vrijwilligers kennis te maken met verschillende gemeenschappen.

Voor ondersteuning hierrond kun je terecht bij Foyer in Brussel. Zij geven veel vormingen rond alles wat meertaligheid is, maar ook specifiek rond meertalig voorlezen. Foyer leent ook een digitale vertelkiosk uit, een Kamishibai-theater met touchscreen met 98 verhalen in 21 talen. OB Brugge organiseert sinds de oprichting van het Taalpunt Jeugd ieder jaar een taalfeest, en op een van de edities stond deze digitale vertelkiosk.

OB Brugge heeft onlangs ook een brochure gemaakt om hun Taalpunt te promoten, links vind je in de presentatie. Ze bieden deze heel actief aan het Brugse onderwijs en de logopediepraktijken aan.

Op de laatste pagina van de brochure hebben ze een twaalftal cases opgenomen - voorbeelden van vragen die ze krijgen - met telkens een verwijzing naar de juiste materialen. Zo maak je het de begeleider en de bibliotheekmedewerker gemakkelijker om te weten hoe ze precies aan de slag kunnen met het Taalpunt en wat er allemaal mogelijk is.

 

docAtlas

Marie-Claude Gevaert, zelfstandig trainer groeiproject Taal&Cultuur en vormingsmedewerker provinciaal documentatiecentrum docAtlas

Marie-Claude licht de betekenis van een Taalpunt Jeugd voor anderstalige nieuwkomers toe en legt de link tussen de behoeften en noden van deze doelgroep en onze collectievorming. DocAtlas is een gespecialiseerde bibliotheek die vooral voor leerkrachten werkt en hun materiaal en advies aanbiedt.

DocAtlas bezit ook een zelfstudieplein om thuis Nederlands te leren. Vanuit de ervaring die Marie-Claude heeft met dat zelfstudieplein, werkte ze vormingen uit voor de Taalpunten, vooral gericht op volwassenen. Maar bij het geven van deze vormingen in verschillende Taalpunten kreeg ze regelmatig vragen over het opstellen van een Taalpunt Jeugd. Bovendien geeft ze veel vormingen aan leerkrachten (in opleiding) die deze vraag ook stellen, want ze zouden leerlingen graag doorverwijzen naar de bibliotheek. Op die manier heeft ze een zekere knowhow opgebouwd, die ze hier met ons deelt.

De powerpoint die bij haar presentatie hoort, vindt je onderaan de tekst.

Onderverdeling van pictogrammen

Geïnspireerd op de pictogrammen van het Taalpunt Jeugd.

Net zoals in Brugge heeft zij aan de prentenboeken meteen ‘woordeloos’, ‘anderstalig’ en ‘meertalig’ toegevoegd, omdat prentenboeken die onderverdeling nodig hebben. Ook een leeftijdsclassificatie bij de leesboeken is heel handig.

De doelgroep

Bij het bepalen van je doelgroep is de leeftijd heel belangrijk, maar ook de gemeente waarin het Taalpunt opgestart wordt, want de doelgroep verschilt echt van gemeente tot gemeente. Daarnaast horen anderstalige nieuwkomers uiteraard bij je doelgroep, net zoals kinderen met een andere thuis- of moedertaal of kinderen die meertalig zijn. Maar vergeet ook taalzwakke Vlaamse kinderen niet en de begeleiders en leerkrachten van deze kinderen: zij komen mee naar de bibliotheek, zorg er dus voor dat de informatie ook voor hen toegankelijk is.

Voor communicatie met leerkrachten is het handig om de terminologie in het onderwijs te kennen:

  • Anderstalige nieuwkomers zijn kinderen die voor het eerste jaar naar een Nederlandstalige school gaan.
  • Vanaf het tweede schooljaar noemt men hen gewezen anderstalige nieuwkomers.
  • OKAN-leerlingen zijn jongeren (12+) die hier voor het eerste jaar naar school gaan.
  • Vanaf het tweede jaar worden ze doorstromers genoemd: zij stromen door naar een waaier aan richtingen.

Hoe deze doelgroep bereiken

Je kunt dan wel een mooie collectie opbouwen, het is ook belangrijk om de doelgroep te bereiken, zodat je publiek weet dat er een Taalpunt aanwezig is in de bibliotheek en waaruit dat precies bestaat. Een goed contact met de verschillende scholen, CLB’s en ouderverenigingen is essentieel.

Contact opnemen met het Agentschap Integratie en Inburgering om hun folders en informatie te geven die zij op hun beurt kunnen doorgeven aan ouders die zich bij hen inschrijven of door hen opgevolgd worden, is ook een mogelijkheid. Neem ook contact op met het OCMW en de bevolkings- en communicatiedienst van je gemeente.

Het is heel belangrijk om rond je bibliotheek een netwerk uit te bouwen. Denk hierbij ook aan de wijkwerkingen, jeugdbewegingen, verenigingen van bepaalde nationaliteiten of anderstaligen, sportverenigingen waarin mogelijk anderstalige kinderen ingeschreven zijn, enzovoort. Vergeet ook de asielcentra in de omgeving niet: zij hebben misschien wel meer dan wie ook behoefte aan wat een Taalpunt kan bieden.

Vier cases als houvast

Je moet oog hebben voor de hele waaier aan mogelijke kinderen die gebruik (willen) maken van het Taalpunt. De mogelijkheden zijn legio: kinderen van alle mogelijke leeftijden vanuit zeer verschillende achtergronden. Er zijn kinderen die bijvoorbeeld nog geen enkele ervaring hebben met ons alfabet. In de powerpoint (zie onder de tekst) vindt je vier cases als voorbeeld.

Diversiteit

Zorg ervoor dat de materialen herkenbaar zijn, dat de taal toegankelijk is, dat er meervoudige identiteiten zijn, dat er interactie is, dat er geen stereotypen zijn en dat de materialen stimulerend zijn.

Neem een kijkje op Onderweg.kdg.be. De studenten van de Karel de Grote Hogeschool (KdG) hebben onderzoek gedaan naar kinderen in een asielcentrum, meer bepaald naar hun dromen en nood aan vrije tijd. Voor hen is de bibliotheek vaak de weg naar de vrijheid, naar het leven en zoveel meer.

Uit de vier cases blijkt dat er ook verschillende noden en interesses zijn: zo is de ene lener op zoek naar boeken om woordjes te leren terwijl een andere vooral op de uitspraak of klanken wil oefenen.

De wensen van de kinderen vormen het uitgangspunt: wat zij meekrijgen moet hen boeien, het moet leuk en speels zijn. De wensen van de leerkrachten zijn ook belangrijk: zij weten waar het kind op moet oefenen. En vergeet ook de wensen van de ouders niet: misschien willen zij graag meelezen of op zijn minst mee kunnen volgen waar het over gaat.

Met dat in je achterhoofd ga je in eerste instantie op zoek met behulp van de pictogrammen: kies ik voor prentenboeken? Of beeldwoordenboeken? Misschien is een gewoon woordenboek interessant? Of misschien zijn liedjes aangewezen, want hiermee kunnen alle anderstaligen veel gemakkelijker de Nederlandse klanken opvangen. Zo kunnen ze er beter aan wennen, ze misschien ook beter verstaan en uitspreken. Luisterboeken? Heel de collectie van Makkelijk Lezen is boeiend, zolang ze per leeftijd en niveau ingedeeld is. Spelletjes? Oefenboeken? Informatieve boeken?

Ook films zijn belangrijk. En koffers die jullie eventueel in elkaar steken, zijn ook nuttig, vooral voor scholen en asielcentra. Een mooi fotoboek is soms leuker dan iets met veel letters. Poëzie en theaterlezen is iets dat op school erg geapprecieerd wordt en ook kranten en tijdschriften kunnen van pas komen.

Aspecten van de collectie

Prentenboeken

Woordeloze prentenboeken zijn super. HIER BEN IK is bijvoorbeeld een interessant voorbeeld van een boek voor iemand die nog maar net aangekomen is in België. Het gaat over een jongen die door een stad loopt en niets herkent. Ook ouders kunnen dan samen met hun kind ‘lezen’ en er een dialoog over hebben.

Meertalige prentenboeken.

Nik-Nakboekjes zijn voor de hand liggend, maar kijk toch ook eens verder. Er is een heel mooi aanbod van kwalitatieve prentenboeken in andere talen. Eenvoudige boeken, zoals De Krijtjes Staken of Coco kan het, een heel mooi prentenboek, zijn bijvoorbeeld vertaald in het Pools.

Informatieve boeken

Hoeveel talen spreek jij? is heel interessant en geschreven vanuit het standpunt van kinderen die meertalig zijn. Heel boeiend.

Oefenboeken

Pimpampoen bevat een QR-code waarbij je de uitspraak van alle woorden kunt beluisteren. Dat is dus niet enkel voor kleuters interessant! Dierenwoordenboeken zijn qua klanken belangrijk.

Vragen

Als je al een Makkelijk Lezen-Plein hebt, integreer je dan best een Taalpunt Jeugd daarin?

Ik zou dat wel doen. En ik vind het ook belangrijk om zeker genoeg activiteiten te organiseren rond het Taalpunt, zoals voorleessessies, al dan niet met Kamishibai. Het kan ook interessant zijn om koffertjes te maken waarin kinderen een aantal items kunnen stoppen om mee naar huis te nemen.

Contact met Marie-Claude? Doe dat via docAtlas


Nieuwsberichten

Alle nieuwsberichten

Waarom lid van de VVBAD worden?

  • Deel zijn van het netwerk van experten en collega's
  • Mee de belangen van de informatiesector behartigen
  • Korting krijgen op de activiteiten van de VVBAD
  • Toegang krijgen tot vakinformatie
  • Participeren in de verenigingsbesturen
Word lid
© Vlaamse Vereniging voor Bibliotheek, Archief & Documentatie vzw
Statiestraat 179 | B-2600 Berchem (Antwerpen)
Tel: (+32) 03 281 44 57 | email: vvbad@vvbad.be