Negen jaar, dat is een jaartje meer dan ik dacht. Na de eerste termijn van vier jaar kwam er een tweede termijn van vier jaar bij. Ondertussen, in de loop van mijn zevende jaar als voorzitter, veranderde de vzw-wetgeving en moesten de statuten herschreven worden. Bij de publicatie van de nieuwe statuten werden alle bestuursmandaten met vier jaar verlengd. Op dat moment stoppen had gekund, maar een goede opvolging vinden vergt toch enige voorbereiding. Dus, even voortdoen en met plezier!
Liefst ging ik toch niet al te veel buiten die termijn van tweemaal vier jaar. Het is niet voor niets dat er om de paar jaar herverkiezingen zijn. Te lang eenzelfde voorzitter is niet goed voor een vereniging. En zo keken we, samen met alle leden van het dagelijks bestuur en de VVBAD-coördinator, uit naar de taakomschrijvingen van de leden van zo’n dagelijks bestuur. Op die manier konden we redelijk goed beschrijven waaraan een voorzitter, een ondervoorzitter of een secretaris zich kan verwachten bij de VVBAD. Misschien zou dat takenpakket eventuele kandidaten afschrikken, maar we waagden het erop. En kijk, kandidaten dienden zich aan. Niet bij bosjes, maar stuk voor stuk valabele kandidaten. In mijn ogen piepjonge mensen en allemaal honderd procent gemotiveerd.