Met de verdere ontwikkeling van Biblio willen we alleszins blijvend inzetten op het ondersteunen van open access en andere belangrijke pijlers van open science, en zo ook meebouwen aan een ‘positieve onderzoekscultuur’ (Knowles et al. 2022), waar niet per se het louter en tegen elke prijs realiseren van publicaties in de meest gereputeerde wetenschappelijke tijdschriften vooropstaat. De academische bibliografie-functie is traditioneel weliswaar van groot belang voor het tellen van publicaties in tijdschriften opgenomen in de Web of Science- of Vlaams Academisch Bibliografisch Bestand voor de Sociale en Humane Wetenschappen (VABBSHW)-databanken, als maatstaf voor de prestaties van de instelling en haar onderzoekers. Dat blijft vooralsnog een belangrijke parameter in het berekenen van interuniversitaire en interfacultaire verdeelsleutels voor Vlaamse onderzoeksmiddelen. Het nieuwe gegeven van dataset-registratie in Biblio stimuleert echter ook de erkenning van en waardering voor onderzoeksdata als een andere legitieme vorm van onderzoeksoutput naast de klassieke publicatietypes, in lijn met de San Francisco Declaration on Research Assessment (DORA) die door de UGent ondertekend werd in 2020. Het linken van publicaties aan de bijbehorende datasets in Biblio komt bovendien de transparantie, verifieerbaarheid en reproduceerbaarheid van het aan de universiteit uitgevoerde onderzoek ten goede: wie een claim in een wetenschappelijke publicatie wil natrekken en valideren kan zo immers gemakkelijk terugvinden op welke onderliggende onderzoeksgegevens deze gebaseerd werd.
Van registreren naar aggregeren
Bij de verdere ontwikkeling en werkprocessen rond Biblio staan een aantal uitgangspunten voorop. Zo streven we naar consistente, correcte en rijke data, maar willen we tegelijkertijd de administratieve last voor onderzoekers zo laag mogelijk houden. Het spanningsveld tussen beide ambities wordt op verschillende manieren opgevangen. Er is een bibliotheekteam dat instaat voor kwaliteitscontroles en toekijkt op consistentie, correctheid en volledigheid, en de selectie van de gedeponeerde onderzoeksoutput en metadata. Een ander belangrijk hulpmiddel zijn de integraties met externe databanken waardoor onderzoekers de metadata van hun publicaties en onderzoeksdata vanuit de Biblio-backend kunnen overnemen uit onder andere Web of Science. Dat zorgt ervoor dat het overtikken van metadata vermeden wordt, maar er is nog wel manuele actie nodig om de gegevens per publicatie of in bulk te importeren. Met de nieuwe Biblio-infrastructuur willen we op deze processen ingrijpen door data proactief via het web te aggregeren en klaar te zetten ter goedkeuring van onderzoekers en het kwaliteitsteam. In dat toekomstige scenario wordt het overzicht van onderzoeksoutput in Biblio meer automatisch up-to-date gehouden, wat de administratieve last doet afnemen en de garantie op volledigheid laat toenemen. Om dat mogelijk te maken, werken we met de vernieuwde Biblio aan het fundament voor een meer gedecentraliseerde infrastructuur waarbij gegevens en dataverrijkingen automatisch over en weer kunnen stromen, onder andere met behulp van notification-gebaseerde protocollen voor institutionele repositories (Hochstenbach et al., 2022). Deze protocollen maken het mogelijk om op een geautomatiseerde manier te weten te komen welke publicaties en datasets van een auteur wereldwijd gekend zijn met als doel data over publicaties op een betrouwbare manier te aggregeren. Via notificaties zullen onderzoekers in de toekomst berichten kunnen ontvangen, bijvoorbeeld met de vraag of een dataset die gelinkt is aan een publicatie, aan het Biblio-profiel toegevoegd mag worden. Vandaag lopen verrijkingen en communicatie nog los van Biblio, waardoor processen niet altijd even transparant zijn. In de toekomst kan deze informatie via gestandaardiseerde protocollen verzameld worden (COAR, n.d.). Deze vernieuwingen worden stapsgewijs geïntroduceerd.
Van faciliteren naar enthousiasmeren
Biblio is een van de middelen om de missie van de Universiteitsbibliotheek Gent, ‘Facilitating open knowledge creation’, te realiseren. Het platform zorgt voor de verspreiding van onderzoeksoutput en garandeert als digitaal archief een langetermijnbewaring voor toekomstige generaties. Toch worden de toenemende verplichtingen die garanties op open onderzoek verhogen ook als administratieve overlast ervaren. Het naleven van een opensciencepraktijk vraagt inspanningen van onderzoekers. Ze moeten ervoor zorgen dat data uit elke fase van hun werk beheerd worden volgens vastgelegde afspraken die onderzoeksoutput vindbaar, toegankelijk, uitwisselbaar en herbruikbaar maken. Dat proces vraagt kennis, ervaring en ook tijd. De waarde die je hiermee als individuele onderzoeker creëert, is niet altijd of niet direct duidelijk of merkbaar. Daarom wordt ook nagedacht over manieren om het hergebruik en de waarde die je voor anderen creëert voor individuele onderzoekers beter zichtbaar te maken. Een gepersonaliseerd Biblio-dashboard als onderdeel van de Biblio-interface voor onderzoekers is een van de pistes om dat te doen. Hiermee willen we het effect van onderzoek visualiseren en onderzoekers enthousiast maken om mee toe te kijken op de correctheid en volledigheid van hun curriculum. Voor het genereren van dergelijke inzichten is het noodzakelijk dat data uit verschillende omgevingen via het web gelinkt en verrijkt worden. Kwaliteitsvolle open data en persistente links zijn cruciaal om dat mogelijk te maken, een bibliotheekteam dat dat met kennis van zaken coördineert evenzeer.
Van innovatie naar transformatie
De vernieuwing van Biblio is geen eenmalige innovatie, maar een stap in een transformatieproces waarbij de digitale infrastructuur het fundament vormt om huidige en nieuwe bibliotheekprocessen en -diensten vorm te geven. Het digitale fundament zal toelaten om flexibel in te spelen op veranderingen zoals in dit geval de evoluties rond open science. De manier waarop dat gebeurt – door software, data, interfaces, processen en diensten conceptueel los te koppelen en in te zetten als bouwblokken in een breder informatie-ecosysteem – is ingrijpend, omdat er betrokkenheid en samenwerking over teams en expertises heen nodig is. Bij de vernieuwing van Biblio worden onderzoekers uit verschillende disciplines betrokken in test- en pilootrondes en kiezen we voor een gefaseerde uitrol. Het is een intensief proces, omdat we verschillende soorten feedback te verwerken krijgen, waarbij telkens behoefte is aan gefundeerde beslissingen, ontwikkelwerk en communicatie. Er is een sterk intern team dat flexibel inspeelt op noden en verbeteringen en daarbij de dialoog met onderzoekers onderhoudt. Voor interfacevernieuwingen werken we op projectbasis samen met gespecialiseerde user experience- en procesdesigners. Het ontwerpen van een interface en bijbehorende dialoog is net zoals de transitie van digitale infrastructuur geen eenmalige vernieuwing, maar een proces dat permanent aandacht nodig heeft. Het Boekentorenteam is daarom versterkt met een productmanager en een communicatiemedewerker. Bij dit soort grootschalige transformatietrajecten is en blijft het een uitdaging om iedereen betrokken en geïnformeerd te houden, te werken aan een schaalbare oplossing, de einddoelen en doelgroepen voor ogen te houden, veel te communiceren, en niet vanuit een silo van individuele expertises te werken.
Conclusies
De vernieuwing van de digitale infrastructuur rond Biblio is een proces dat cruciaal is om te kunnen inspelen op de steeds evoluerende verplichtingen, tendenzen en opportuniteiten rond open science. Op die manier verder mee bijdragen aan een open kennis-ecosysteem vormt daarbij een belangrijke leidraad. Het is echter veel meer dan het introduceren van een tool of interface; het is ook een stap in een transformatie waarbij alle bibliotheekprocessen, zowel voor onderzoekers, studenten als bibliotheekmedewerkers, tegen het licht van de toekomst gehouden worden. Een toekomst die niet bekend is, maar waarvan we weten dat veranderingen een constante zullen blijven.
Bibliografie
Art. XI.196, §2/1 wet 30 juli 2018 houdende diverse bepalingen inzake Economie. Belgisch Staatsblad 5 september 2018, 6891. ejustice.just.fgov.be/mopdf/2018/09/05_1.pdf#Page81.
Builder, G., Lin J., & Neylon C. (2015). Principles for Open Scholarly Infrastructure-v1. dx.doi.org/10.6084/m9.figshare.1314859.
Burgelman J.-C. (2021, January 28). Scholarly publishing needs regulation. Research Professional News. researchprofessionalnews.com/rr-news-europe-views-of-europe-2021-1-scholarly-publishing-needs-regulation.
COAR (s.d.). The Notify Project. www.coar-repositories.org/notify.
DFG-Committee on Scientific Library Services and Information Systems (2021). Data tracking in research: aggregation and use or sale of usage data by academic publishers. A briefing paper of the Committee on Scientific Library Services and Information Systems of the Deutsche Forschungsgemeinschaft. DFG, German Research Foundation. doi.org/10.5281/zenodo.5937995.
Dunning, A., Vanderfeesten, M., de Rijcke, S., Bijsterbosch, M., & Jansen, D. (2020, May 29). What is an Open Knowledge Base anyway? Open Working. openworking.wordpress.com/2020/05/29/what-is-an-open-knowledge-base-anyway.
European Commission, Directorate-General for Research and Innovation (2019). Future of scholarly publishing and scholarly communication: report of the Expert Group to the European Commission. Publications Office. data.europa.eu/doi/10.2777/836532.
Hochstenbach, P., Van de Sompel, H., Vander Sande, M., Dedecker, R., & Verborgh, R. (2022). Event Notifications in Value-Adding Networks. harxiv.org/abs/2208.00665.
Knowles, C.G., Nixon W.J., & McCutcheon, V. (2022, July). Libraries and the Research Culture Lens at the Universities of Glasgow and Leeds [Paper presentation]. LIBER annual conference, Odense, Denmark. doi.org/10.5281/zenodo.6811732.
McNeill, K. (2016). Repository Options for Research Data. In B.B. Callicott, D. Scherer & A. Wesolek (Eds.) Making Institutional Repositories Work (pp. 15-30) Purdue University Press. library.oapen.org/bitstream/handle/20.500.12657/31579/626981.pdf?sequence=1.
Pooley, J. (2022, March 25). Surveillance Publishing. Elephant in the Lab. doi.org/10.5281/zenodo.6384605 .
Schaafsma, J., & Van der Meer, M. (2021, 3 november). ‘Pure’ ellende: hoe Open Access ons afhankelijker maakt van grote uitgevers. Univers. The Independent News Source of Tilburg University, universonline.nl/nieuws/2021/11/03/pure-ellende-hoe-open-access-ons-afhankelijker-maakt-van-grote-uitgevers.
Schaafsma, J., & Van der Meer, M. (2022, 8 mei). Universiteiten zitten te slapen, grote uitgevers gaan er met hun data vandoor. NRC. nrc.nl/nieuws/2022/05/08/verdienmodel-van-grote-uitgevers-bedreigt-onbetaalbare-academische-vrijheid-a4123727.
SPARC (2021, April 9). Addressing the Alarming Systems of Surveillance Built by Library Vendors. SPARC News. sparcopen.org/news/2021/addressing-the-alarming-systems-of-surveillance-built-by-library-vendors.
Tsang E. (2021, November 26). Rethinking the Scaffolds of Open. Open Working. openworking.wordpress.com/2021/11/26/rethinking-the-scaffolds-of-open.
Van Nieuwerburgh, I. (2005). De evolutie van wetenschappelijke communicatie. META, 81 (3), 3-8.
Van Nieuwerburgh, I. (2011). Wat is Open Access? META, 3, 36.
Verbeke, D. (2020). Open Access: bedreiging of opportuniteit voor wetenschappelijke bibliotheken. META, 3. vvbad.be/meta/meta-nummer-20203/open-access-bedreiging-opportuniteit-voor-wetenschappelijke-bibliotheken.