Waar komen we vandaan en waar gaan we heen?

META Nummer 2022/5

Waar komen we vandaan en waar gaan we heen?

Geschreven door Trudi Noordermeer
Gepubliceerd op 06.09.2022

Routes voor wetenschappelijke bibliotheken

IMPORTANT
Trudi Noordermeer in Hof van Liere, op de Stadscampus van de UAntwerpen. © Danielle Verbueken

Computers en ICT zetten zo’n veertig jaar geleden een paradigmashift in de wetenschappelijke informatievoorziening in gang. In 1989 startte Trudi Noordermeer als onderzoeker en projectleider Europese ICT-projecten bij de Koninklijke Bibliotheek (KB) in Den Haag. Ze maakte de digitale transformatie avant la lettre van nabij mee in de KB en vervolgens in de universiteiten van Leiden (ULeiden) en Antwerpen (UAntwerpen). Hoe evolueerden initiatieven van het eerste uur tot de situatie in 2022? Wat is bereikt en wat (nog) niet? En where do we go from here? Een persoonlijke impressie bij haar afscheid als departementshoofd bibliotheek en archief van de UAntwerpen.

IMPORTANT

Steppingstones voor digitale transformatie

Deze ontwikkelingen kwamen niet uit de lucht vallen. De wetenschappelijke informatievoorziening staat op de schouders van reuzen zoals Paul Otlet, Vannevar Bush, Tim Berners-Lee, Robert Cailliau, Lorcan Dempsey en Herbert Van de Sompel. Steeds opnieuw moeten we ons net als Clifford Lynch (2005) afvragen welk pad we kiezen in nationale bibliotheken en universiteits- en erfgoedbibliotheken.

De Europese Commissie besloot in 1988 om Europese onderzoeksbibliotheken te ondersteunen in de digitale transformatie via het Libraries Action Plan. Computers en ICT veranderden de bibliotheeksector ingrijpend. Nationale bibliotheken stortten zich als eerste vol overgave op de geboden kansen. Zij hebben de meeste middelen en ook de opdracht om innovatieve en dus risicovolle projecten uit te voeren. De hele sector profiteert vervolgens van de geconsolideerde resultaten. Alles staat en valt met inventarisatie en registratie, harmonisering, uitwisseling en interoperabiliteit van metadata, en implementatie van standaarden. Het doel is dat gebruikers kwaliteitsvolle, betrouwbare informatie kunnen vinden en gebruiken. Zeven nationale bibliotheken publiceerden in 1993 hun nationale bibliografische records vanuit diverse MARC-formaten in één gezamenlijke databank. Zeshonderd Europese bibliotheken leverden feedback en input. De 28 nationale bibliotheken werkten hierop verder en dat leidde tot The Electronic Library (TEL). In 2004 lanceerde de Conference of European National Librarians (CENL) TEL als de union catalogue van Europese nationale bibliotheken, en deze werd een webportaal en opendatahub voor data van de Europese nationale bibliotheken. Zij produceren vaak als eerste kwaliteitsvolle metadata van publicaties uit hun land en stellen deze via diverse kanalen ter beschikking. TEL werd het bibliografische fundament van Europeana, dat digitale toegang biedt tot een ruim en gevarieerd aanbod Europees cultureel erfgoed met een scala aan materiaaltypen: boeken, tijdschriften, kranten, affiches, foto’s, films, kunstwerken, kostuums, kleding, planten, enzovoort. Anno 2022 omvat Europeana circa 55 miljoen digitale objecten. Het is overigens de Europese reactie op American Memory, dat al in 1993 digitale filmpjes op het internet toonde van de aardbeving in San Francisco in 1906. American Memory wordt duurzaam beheerd en verder ontwikkeld door de Library of Congress. Het Libraries Action Plan, Metamorfoze, TEL, Europeana – het zijn voorbeelden van steppingstones in de voortdurende digitale transformatie.

IMPORTANT
Bestuur Libraries Action Plan, zeven nationale bibliotheken en Europese Commissie in 1991. © Det Kongelige Bibliotek, Kopenhagen

Internet en WWW

In 1989 beschikten de Europese projecten over het eenvoudige e-mailsysteem Datamail, zodat wij in zeven nationale bibliotheken konden communiceren. Documenten verzenden kon alleen via fax. Gaandeweg werd internet breder toegankelijk. Zoeken op FTP-sites (File Transfer Protocol) verliep via Archie. De grote doorbraak kwam toen Berners-Lee en Cailliau in 1993 het WWW ontwikkelden in CERN. De KB digitaliseerde topstukken die via de website Honderd Hoogtepunten voor iedereen beschikbaar kwamen. Voor velen een eerste kennismaking met de kracht van digitale beschikbaarheid.

E-tijdschriften, e-boeken en databanken

“Als het niet digitaal is, dan bestaat het niet”, zei de directeur van de KB in 1997. Zijn doel was om zoveel mogelijk digitaal ter beschikking te stellen. In 2000 ontwikkelde Van de Sompel een methode voor linking tussen metadata en de full text van een artikel. The rest is history. Dat idee werd verder commercieel ontwikkeld en leidde tot een revolutie in de manier waarop academici en studenten wetenschappelijke informatie ter beschikking krijgen. Zelfs hun gedrag veranderde. Academici kwamen niet langer wekelijks naar de bibliotheek om nieuwe gedrukte tijdschriften in te zien en door te bladeren. Wat ook wegviel, was de informele ontmoeting met collega’s en de serendipiteit van het langs de kast lopen en bladeren. Daarvoor biedt ICT nog steeds geen echt goed alternatief. Sinds de jaren zeventig spreekt men van de serials crisis, dat wil zeggen hoge kosten voor wetenschappelijke tijdschriften. Uitgevers ontwikkelden ook voor de e-tijdschriften, e-boeken en databanken nieuwe businessmodellen en dat resulteerde in enorme jaarlijkse prijsstijgingen die tot op vandaag aanhouden. Eerst ontving men digitale toegang bij het gedrukte tijdschrift, maar de meeste tijdschriften zijn nu e-only. De big deal is het gangbare businessmodel waarbij men voor een grote collectie tijdschriften minder betaalt dan voor losse titels. Prijzen zijn mede gebaseerd op het aantal studenten en personeelsleden. Wereldwijd zuchten wetenschappelijke instellingen onder de kosten voor abonnementen op wetenschappelijke informatie.

Open access en open science

De technologie is er – dus wat houdt ons tegen om zelf artikels te publiceren en tijdschriften te organiseren via internet, dachten we rond 2000. In 2022 organiseert men institutionele repositories waarin bijvoorbeeld de auteursversie van een artikel voor iedereen beschikbaar komt. Het idee van open access ontstond rond 2003 en vond wereldwijd weerklank. Het wetenschappelijke tijdschrift bestaat al 350 jaar en de transitie naar een model dat wetenschappelijke informatie opent voor de wereld blijkt moeilijk. Auteurs werven en begeleiden, maar ook kwaliteitscontrole organiseren, is complex. Carrières van academici worden ook nu nog grotendeels bepaald door publicaties in gerenommeerde tijdschriften. Hoe houd je overzicht op de wetenschappelijke resultaten die wereldwijd in institutionele repositories gepubliceerd zijn? In 2022 staat open science nog in de kinderschoenen. Men betaalt Article Processing Costs (APC’s) voor het publiceren in open access. De kosten verschuiven van lezen via abonnementen (read) naar publiceren (publish). Voor universiteiten is het alleen maar duurder geworden. Open science omvat access, educational resources, linked data, research data (management), peerreview, citizen science en sourcesoftware.

IMPORTANT
Universiteitsbibliotheek Sana’a, Jemen. Faculteit economie, balie voor informatie en lenen in 2006. Trudi Noordermeer

Gebruik van ruimtes en gebouwen

Digitalisering had grote invloed op de functie en de inrichting van ruimtes in bibliotheekgebouwen. Ze werden vooral het domein van de student. Wereldwijd ontwikkelt men prachtige leercentra voor studenten, met een digitale infrastructuur, ergonomische meubels, computers, printers en scanners, en diverse typen werkplekken, zoals individuele en groepswerkplekken, loungeplekken, makerspaces, en skillslabs. Men zorgt ook voor catering. De bibliotheek werd de plek voor studie, ontmoeting en cocreatie. Tijdens de pandemie bleven de voorzieningen in de UAntwerpen open voor studenten die thuis minder goede voorzieningen hadden.

Mobiele apparaten en sociale media

Ontwikkelingen in de technologie en in de maatschappij hebben regelmatig invloed op de werking in bibliotheken. Smartphones, andere mobiele apparaten en de sociale media veranderden voorgoed de wensen en verwachtingen van de bibliotheekgebruikers.

Digitale archivering en digitale duurzaamheid

In 1995 publiceerde Jeff Rothenberg van RAND Corporation in Los Angeles het artikel ‘Ensuring Longevity of Digital Documents’ in de Scientific American. Hij toonde aan dat digitale informatie kwetsbaar is. Dragers, operating systems, bestandsformaten, standaarden, toepassingsprogramma’s, enzovoort komen en gaan, en informatie wordt ontoegankelijk. En hoe garandeer je de authenticiteit en integriteit van elektronische informatie? Zijn artikel maakte wereldwijd indruk, ook in onze R&D-afdeling (research & development). De directie van de KB besloot terecht dat het de taak is van een nationale bibliotheek om hier pionierswerk te verrichten. (Europese) onderzoeksprojecten volgden en in 2002 lanceerde de KB als eerste bibliotheek wereldwijd een operationeel digitaal depot conform de toen actuele standaarden. In 2012 en 2022 volgden ingrijpende updates. Het toegankelijk houden van digitale informatie is bewerkelijk en kostbaar. In de UAntwerpen werken wij aan een digitaal archief met daarin administratieve gegevens, resultaten van onderwijs en onderzoek zoals onderzoeksdata en thesissen. Geselecteerde informatie van de UAntwerpen zal ‘voor altijd’ toegankelijk blijven.

Gebruikers centraal

In 2003 werd ik faculteitsbibliothecaris Sociale Wetenschappen in de ULeiden. De decaan wenste een scriptieatelier, een onderzoeksomgeving voor studenten die aan een thesis werkten. Zij kregen hulp bij onderzoeksvragen, het zoeken, beoordelen en verwerken van informatie, en het schrijven van een thesis. We richtten de bibliotheek opnieuw in, kochten nieuwe meubels en meer computers en integreerden zes collecties in een geheel. Voor het eerst kwam ik vrijwel dagelijks in contact met gebruikers. Immers, vanaf 1989 lag mijn focus op technologische ontwikkeling, onderzoek en projectleiding. In 2007 kwam ik naar de UAntwerpen en daar trachtten we altijd de balans te behouden tussen diensten voor de gebruikers en technologische innovatie in Brocade. Een fantastische biotoop. Ondertussen verschenen de eerste artikels dat jongeren volledig anders met media omgaan (M. Robson, 2009). En J. Evans (2008) toonde aan dat digitalisering resulteert in niet meer, maar juist minder gebruik van wetenschappelijke bronnen. Gedrukte bronnen negeert men veelal. Dat waren eyeopeners die mede het beleid voor onze diensten bepalen.

IMPORTANT
Afdeling metadata Universiteitsbibliotheek Sana’a, Jemen in 2006. © Trudi Noordermeer

Geïntegreerde erfgoedwerking

Erfgoed en kunsten kunnen een belangrijk onderdeel vormen van wetenschappelijke bibliotheken. Gebruikers wensen een integraal aanbod van diverse bronnen, maar dat is vooral technisch een grote uitdaging. En integrale beschikbaarstelling is nu precies wat we in de UAntwerpen nastreven. Uitgangspunt is registratie in Brocade via het datamodel voor diverse materiaaltypen. De geïntegreerde interface zal het mogelijk maken om te zoeken – en vinden – in de diverse bronnen. Het betreft bijvoorbeeld oude drukken, manuscripten, prenten, (academisch) erfgoed, kunstwerken, archivalia en de collecties van het Ruusbroecgenootschap.

Meerstemmige perspectieven en invalshoeken

In 2006 en 2007 werkte de Sana’a University in Jemen samen met ngo’s en de ULeiden aan studieprogramma’s voor good governance. Met Jemenitische collega’s mocht ik de digitale bibliotheek organiseren en het gebouw herinrichten. Er was een ICTnetwerk, internet en bibliotheeksoftware die Arabische, Latijnse en Hebreeuwse karakters kon indexeren en tonen. Hinari bood goedkope toegang tot enkele wetenschappelijke tijdschriften. De jonge medewerksters, gekleed in niqab, waren goed mee met ICT, computers en internet. Helaas is de situatie in 2022 niet best: analfabetisme, hongersnood, onvoldoende medische zorg en onderwijs, en weinig rechten voor vrouwen. Samenwerking met de University of Peshawar, Oost-Europese bibliotheken en de Open Society Foundations (OSF) na 1989 gaf inzicht in de verschillende noden. Bezoeken aan talloze Europese en Amerikaanse bibliotheken toonden weer heel andere wensen van gebruikers. 

Uitdagingen anno 2022

De wereld van de wetenschappelijke informatievoorziening is onherkenbaar veranderd in vier decennia. Het meeste ten goede, maar er zijn ook punten van zorg. Waar staan we in 2022 en waar gaan we heen? We delen graag onze successen, maar zijn meestal minder open over onze fouten. Negatieve resultaten in wetenschappelijk onderzoek worden bijna niet gepubliceerd. Pionieren houdt risico’s in en het is zinvol om ervaringen te delen, ook mislukkingen en fouten. Ik pleit ook voor het toelaten van twijfel en heroverweging, daarbij geïnspireerd door het prachtige Gents Universiteitsmuseum (GUM), wetenschapper en minister Robbert Dijkgraaf en maatschappelijke ontwikkelingen.

Open science

Wetenschappelijke informatie moet wereldwijd beter beschikbaar komen voor iedereen. De technologie is er al decennialang, nu deze nog in de praktijk brengen. Open science omvat het hele proces van verwerving en beschikbaarstelling van gevalideerde informatie. De oorspronkelijke idealen van open access worden idealiter in de praktijk gerealiseerd.

Meer bronnen hoogwaardig digitaliseren

De grote digitaliseringsprogramma’s worden vooral uitgevoerd door relatief kapitaalkrachtige instellingen en bedrijven zoals Google. Wereldwijd moeten veel meer kwaliteitsvolle bronnen digitaal beschikbaar komen. Men realiseert zich steeds meer dat het niet eenvoudig is om digitale informatie ‘voor altijd’ integer en authentiek toegankelijk te houden. Het vraagt doorlopende investeringen en sommige instellingen gaan selectiever digitaliseren, bijvoorbeeld op vraag van de gebruiker. Academici hebben nood aan thematische digitale corpora, naast gedigitaliseerde collecties. Toch lijkt de boodschap: digitaliseer zoveel mogelijk wetenschappelijke en culturele bronnen voor onderzoek en onderwijs, opdat ze wereldwijd gedeeld en bewaard kunnen worden.

IMPORTANT
Kinderen in Jemen, tijdens de reis in 2006 voor het samenwerkingsproject tussen Sana’a University en ULeiden © Trudi Noordermeer

Kwaliteitsvolle metadata en interoperabiliteit bevorderen

Metadata blijven de bron voor het zoeken en vinden van informatie. Instellingen bezuinigen ten onrechte soms op de productie. Wereldwijd werkt men al decennia aan betere methoden en technieken, maar metadata en standaarden moeten nog beter en breder geïmplementeerd worden. Kunnen technologieën zoals artificiële intelligentie (AI) soelaas bieden? Uitwisseling tussen uitgevers en bibliotheken leverde nog onvoldoende resultaat op.

De digital divide verminderen

Het rapport van de International Telecommunication Union (ITU) uit 2021 toont aan dat een groot deel van de wereldbevolking geen toegang heeft tot internet. Het betreft vooral landen uit de Global South, maar ook bij ons in de buurt is er sprake van de digitale kloof. Vooral ouderen, vrouwen en sommige jongeren hebben minder toegang tot internet. Openbare bibliotheken bieden vaak uitstekende laagdrempelige hulp, maar het dichten van de digitale kloof is een opdracht voor de hele sector.

Meerstemmige gezichtspunten laten klinken

De tijd dat het westerse perspectief ons wereldbeeld domineerde, is voorbij. Het boek The Golden Rhinoceros: Histories of the African Middle Ages laat dat overtuigend zien. Kunstenaar Wael Shawky toont in zijn installatie Cabaret Crusades het verhaal van de kruisvaarten vanuit Arabisch perspectief. De wijze waarop Noord-Amerikaanse indianen met natuurlijke bronnen omgingen, inspireerde de Club van Rome. Meerstemmigheid moet voor universiteitsbibliotheken het uitgangspunt zijn.

Samenwerken en kennisdeling

Bibliotheken hebben wereldwijd een lange en succesvolle traditie van samenwerking en kennisdeling. Maar het delen van ideeën, nieuwe technologieën, successen, mislukkingen en twijfel moet nog beter.

IMPORTANT
Ontvangstruimte Bibliotheek Wetenschappen en Ingenieurswetenschappen, Campus Groenenborger UAntwerpen 2022. © Bernd Hendrickx

Mediawijsheid en informatievaardigheden

Dit is meer dan ooit een kerntaak voor wetenschappelijke bibliotheken. Wat is waar, wat is echt? Fake news, deepfaketechnologie, leugens door vooraanstaande politici en in sociale media maken dat men kritisch is ten opzichte van informatie. Studenten groeien op met het google-balkje, maar voor onderzoek moet men in staat zijn om alle analoge en digitale informatie te traceren en te beoordelen. Iedereen moet beseffen dat niet alles digitaal is. De ontwikkeling van nieuwe methoden en technieken voor het aanleren van mediawijsheid is een ongoing business.

Flexibele omgang met ruimtes en gebouwen

Bibliotheekgebouwen met hun fraaie infrastructuur werden vooral het domein van de student. Het is moeilijk in te schatten of de vraag naar deze voorzieningen op langere termijn zo blijft. Ondertussen realiseren beroemde architecten wereldwijd schitterende bibliotheken en leercentra. Een flexibele houding ten opzichte van alle ruimtes lijkt aangewezen. 

Certificering werking en audits

De criteria van de kwaliteitslabels van de Vlaamse overheid vormden voor de UAntwerpen een uitstekende checklist om de werking rond erfgoed te professionaliseren. In 2011 volgde erkenning als Erkende Erfgoedbibliotheek en in 2021 als Cultureel Archief. We ambiëren erkenning als museum, maar dat roept interessante vragen op over wat een museum is en hoe openheid en veiligheid zich tot elkaar verhouden. Certificering van het Institutional Repository en het eDepot via ISO 14721 en Core Trust Seal lijkt ook aangewezen.

IMPORTANT
Makerspace Bib Wetenschappen en Ingenieurswet., Campus Groenenborger UAntwerpen 2022. © Universiteitsbibliotheek UAntwerpen

Duurzaamheid

De consequenties van de klimaatverandering worden steeds zichtbaarder. Ook bibliotheken moeten bijdragen aan de realisatie van de Sustainable Development Goals (SDG’s). Hoe gaan we om met verwarming en temperatuur, verlichting, openingsuren en aantal werkplekken? Bibliotheken bouwen depots in gebieden die de komende honderden jaren niet onder water komen te staan. Wereldwijd verrijzen datacentra, en technologieën zoals blockchain slurpen energie. Dat staat haaks op de klimaat- en energiecrisis en de SDG’s.

Veiligheid en privacy

Hoe naïef – idealistisch ook – kan een mens zijn. Ik dacht echt dat internet, open science, mobiele apparaten en sociale media een boost zouden geven aan een betere wereld: betaalbare en betere beschikbaarheid van kwaliteitsvolle wetenschappelijke informatie voor meer mensen. Men werkt aan de verbetering van veiligheid en privacy, maar er is een lange weg te gaan.

Conclusie: where do we go from here?

“Kunt u mij vertellen welke kant ik van hieruit op moet?”, vroeg Alice in 1865. “Dat ligt eraan waar je naartoe wilt”, zei de Cheshire Cat. Zo is het ook voor de wetenschappelijke informatievoorziening. Bibliotheken waren altijd de plek waar men hoogwaardige, gevalideerde informatie kon vinden in een rustige omgeving. Dat blijft zo, in een eigentijdse uitvoering. Voorwaar een uitdagende opdracht, maar ik ben er rotsvast van overtuigd dat bibliotheken hiertoe het best uitgerust zijn.

Waarom lid van de VVBAD worden?

  • Deel zijn van het netwerk van experten en collega's
  • Mee de belangen van de informatiesector behartigen
  • Korting krijgen op de activiteiten van de VVBAD
  • Toegang krijgen tot vakinformatie
  • Participeren in de verenigingsbesturen
Word lid
© Vlaamse Vereniging voor Bibliotheek, Archief & Documentatie vzw
Statiestraat 179 | B-2600 Berchem (Antwerpen)
Tel: (+32) 03 281 44 57 | email: vvbad@vvbad.be