Wanneer werd de bibliotheek van het ModeMuseum Antwerpen opgericht?
Het ModeMuseum Antwerpen (MoMu) verhuisde exact twintig jaar geleden naar de Nationalestraat in Antwerpen, waar ook de huidige museumbibliotheek haar deuren toen opende voor het publiek.
Wat is jullie opdracht en hoe vullen jullie die in?
In de bibliotheek staat de dienstverlening centraal, zowel voor het grote publiek, als voor de eigen medewerkers. Onze collectie vormt een inspiratiebron voor studenten, alsook een rijke bron aan informatie voor wetenschappelijke onderzoekers. Het is onze taak om deze bezoekers te helpen hun weg te vinden in de collectie, om zo hun creatieproces en onderzoek te stimuleren. Daarnaast staan wij ook in voor de optimale bewaring van de collectie, die naast boeken ook bestaat uit een rijke verzameling aan historische en hedendaagse tijdschriften, en fysiek en digitaal archiefmateriaal. De bibliotheek maakt deel uit van de afdeling Bibliotheek en Dries Van Noten Study Center. De gerenommeerde ontwerper verbindt vijf jaar lang zijn naam aan het Study Center vanuit zijn persoonlijke passie voor vakmanschap, textiel en mode-erfgoed. De collega’s van het Study Center zorgen voor het data- en systeembeheer van de verschillende collecties die het museum beheert en zetten in op onderzoek en ontwikkeling, veelal op projectbasis.
Wat hebben jullie al kunnen verwezenlijken?
Een grote troef is dat onze bibliotheek naast een ‘papieren’ collectie ook een studiecollectie met historische en hedendaagse kledingstukken en accessoires ter beschikking stelt. In tegenstelling tot de stukken uit de museumcollectie kunnen deze objecten door bezoekers van dichtbij bestudeerd worden. We geloven heel sterk in de meerwaarde die tactiel en objectgericht onderzoek met zich kan meebrengen, naast het traditionele literatuuronderzoek.
Welke ambities willen jullie als team nog graag verwezenlijken?
We merken dat we door de implementatie van de studiecollectie in de bibliotheekwerking vele kanten op kunnen. We hebben nu troeven in handen om verschillende doelgroepen aan te spreken en om een participatieve werking uit te bouwen. Zo zijn we onlangs gestart met het opzetten van pattern-a-thons. Tijdens deze samenkomsten worden er patronen gemaakt van objecten uit de studiecollectie, die in een latere fase als open data gedeeld zullen worden. We willen ook zeker verder inzetten op de optimale ontsluiting van de collecties op onze digitale platformen. Het TAG-project (TextielAGgregator) gaat zelfs nog een stap verder en ambieert om het digitaal textielerfgoed in Vlaanderen te verenigen en de kwaliteit en ontsluiting ervan te verbeteren. Het vertrekpunt zijn de collecties van het Netwerk Textielerfgoed Vlaanderen – getrokken door de expertisecel voor technisch, wetenschappelijk en industrieel erfgoed (ETWIE) vanuit het Industriemuseum in Gent – een samenwerkingsverband van musea met textielverzamelingen.