Thesaurusbouw

META Nummer 2022/3

Thesaurusbouw

Geschreven door Piet De Keyser
Gepubliceerd op 12.05.2022
IMPORTANT

Als je les moet geven over thesaurusbouw en er is geen Nederlandstalig handboek, wat doe je dan? Juist: je schrijft er zelf maar eentje. Dat moeten de auteurs van Thesaurusbouw, dat precies dertig jaar geleden verscheen, ook gedacht hebben.

Zelfde ondertitel, zelfde euvel

Het boek Trefwoorden had als ondertitel ‘handboek voor opleiding en praktijk’ (zie META 2021/8). De auteurs van Thesaurusbouw knoopten daar doelgericht bij aan door hun ‘handboek net dezelfde ondertitel te geven. Maar blijkbaar namen ze ook de taaie manier van formuleren van hun voorbeeld over. Ze beheersten hun onderwerp door en door, kenden alle nuances en details en wilden dat wellicht ook in hun zinnen tot uiting brengen. Zo lezen we bijvoorbeeld op pagina 29 – waar ze het hebben over het verschil tussen classificaties en woordsystemen – als uitleg bij analytisch-synthetische classificaties: “Synthetisch wil zeggen dat voorzieningen bestaan voor het uitdrukken van onderwerpen, waarvoor geen expliciete notatie bestaat, en analytisch wil zeggen dat de classificatie zo georganiseerd is dat de notaties staan voor enkelvoudige onderwerpen. Dit laatste geschiedt met een proces dat facetanalyse wordt genoemd.” Of nog (pagina 56): “Er is hier en in vergelijkbare gevallen sprake van een abstract meer algemeen begrip èn van de concrete dan wel abstracte vorm waarin het begrip zich manifesteert.” De student uit de bibliotheekopleiding, voor wie dit boek bedoeld was, hoorde het bij dergelijke zinnen wellicht donderen in Keulen. Evenmin als het handboek Trefwoorden bevatte dit boek oefeningen. Achterin staat weliswaar een uitgewerkt voorbeeld, maar dat is nog geen oefening.

Op de vooravond

1992, het jaar waarin Thesaurusbouw gepubliceerd werd, was op verschillende vlakken de vooravond van een hele evolutie. Als toenmalige studenten in de Speciale Licentie Informatieen Bibliotheekwetenschap keken we met grote ogen naar demonstraties over Windows, de eerste grafische browsers, bibliotheekcatalogi en databanken op het internet – die we nog via DOS-computers moesten bevragen – enzovoort. Het is dan ook te begrijpen dat er in dit boek slechts een paar bladzijden staan over “beeldschermpresentaties”, dat wil zeggen karaktergebaseerde afdrukken van schermen van enkele online thesauri.

Als je een dergelijk handboek nu zou schrijven, zou je jezelf kunnen uitleven met afbeeldingen van kleurrijke grafische thesaurusbrowsers, waarbij de termen en hun relaties heen en weer schuiven over het scherm of waarin relaties als planeten rond een ster draaien. In die tijd bleven thesauri in hun weergave nog wat meer achter op de evolutie. De toen geldende normen bepaalden dat de termen in hoofdletters geschreven moesten worden, iets wat wellicht nog stamde uit het begin van de automatisering in de zestiger jaren. Die gewoonte is pas verlaten bij de herwerking van de normen na de eeuwwisseling. Ook in dit boek zie je die hoofdletters nog als een vanzelfsprekendheid.

Nederland of Nederlandstalig?

In hun voorwoord schreven de auteurs dat er weliswaar tal van Nederlandstalige thesauri zijn, maar dat er geen Nederlandstalig handboek bestaat, en even verder heet het dat ze vaststelden dat er behoefte was aan “een op Nederland georiënteerd handboek over thesaurusbouw” – en dat is een verschil. Vooral in hoofdstuk 3, over eigennamen, merk je dat het publiek dat de auteurs voor ogen hadden, binnen de grenzen van de Nederlandse staat woonde. Nederlandstalige gebieden als Vlaanderen of Suriname behoorden dus tot het grote buitenland. Dat was hun goed recht, maar toch: het blijft waarschijnlijk een gemiste kans.

De afwezige gebruiker

In de jaren tachtig behoorden gebruikers van thesauri wellicht in de eerste plaats tot het bibliotheekpersoneel. Universiteiten beschikten over reference librarians, personen die voor onderzoekers en studenten opzoekingen deden in dure online databanken. Hun ‘klanten’ hoefden dan niet noodzakelijk te weten hoe een thesaurus in elkaar stak en als ze dat toch wilden, konden ze in de bibliotheek bladeren in de gedrukte versie ervan. De gewone bibliotheekgebruiker bleef hier dan ook buiten het gezichtsveld.

Moedig

Vijf jaar na dit boek verscheen Woordsystemen, waaraan een aantal van de auteurs van Thesaurusbouw meewerkte. Het moest een actualisering zijn van zowel het handboek Trefwoorden als van dit handboek. De gelijkenis met beide voorlopers is soms letterlijk. Ook het uitgewerkte voorbeeld op het einde van het boek is gewoon hetzelfde als in Thesaurusbouw. Sindsdien is het in het Nederlandstalige gebied heel stil geworden over deze onderwerpen. In 2002 verscheen nog het boek Thesaurustechnologie van Dirk Vervenne, dat eigenlijk een eindwerk van een Vlaamse opleiding was en zich toespitste op één bepaalde software. Al bij al was het moedig van zowel de auteursteams als de toenmalige uitgeverij NBLC om dergelijke groots opgezette vakpublicaties uit te geven. Nu moeten studenten van de bibliotheekopleidingen zich maar tevreden stellen met Engelstalige handboeken.

Waarom lid van de VVBAD worden?

  • Deel zijn van het netwerk van experten en collega's
  • Mee de belangen van de informatiesector behartigen
  • Korting krijgen op de activiteiten van de VVBAD
  • Toegang krijgen tot vakinformatie
  • Participeren in de verenigingsbesturen
Word lid
© Vlaamse Vereniging voor Bibliotheek, Archief & Documentatie vzw
Statiestraat 179 | B-2600 Berchem (Antwerpen)
Tel: (+32) 03 281 44 57 | email: vvbad@vvbad.be