Iedereen Leest ontwikkelt stappenplan rond meertalig opgroeien

META Nummer 2022/3

Iedereen Leest ontwikkelt stappenplan rond meertalig opgroeien

Geschreven door Katrien Elen
Gepubliceerd op 12.05.2022
IMPORTANT

Hoe kun je als bibliotheek ouders met jonge kinderen die meertalig opgroeien beter ondersteunen? Drie bibliotheken stapten onder begeleiding van Iedereen Leest in ProBib, een traject om hun dienstverlening nog beter af te stemmen op deze doelgroep. Op basis van deze praktijkinzichten en ondersteund door Pro-M, een grootschalig onderzoek naar meertaligheid in de vroege kinderjaren, ontwikkelt Iedereen Leest een online leermodule voor bibliotheken die de vroege geletterdheid van deze baby’s en peuters mee willen stimuleren.

IMPORTANT

De (potentiële) voordelen van meertaligheid

Eén op drie

Bij dertig procent van de kinderen die in 2021 in Vlaanderen geboren werden, gebruikt de moeder thuis (meestal) een andere taal dan het Nederlands om met haar kind te communiceren. Bijna een derde van de Vlaamse kinderen groeit dus meertalig op. Daarbij zijn er verschillende strategieën mogelijk. Misschien spreken beide ouders thuis een andere taal en zal het kind pas op school Nederlands leren, of misschien spreekt één ouder consequent Nederlands en de andere een verschillende (moeder)taal – het zogenaamde one parent, one language-principe – of misschien doen ze nog iets anders. Voor welke strategie ouders ook kiezen, vast staat dat een meertalige opvoeding heel wat voordelen kan hebben, tenminste als het taalaanbod in de thuistaal voldoende rijk is én als de omgeving van het kind (het spreken van) de thuistaal positief waardeert. Zo kan een sterke thuistaal een stevig fundament vormen bij het leren van andere talen zoals het Nederlands. Daarnaast hebben meertaligen vaak een stapje voor in mentaal veeleisende processen. Ze kunnen beter gefocust blijven en onthouden gemakkelijker informatie. Bovendien kunnen ze zich vaak beter inleven in anderen, omdat ze voortdurend moeten overwegen welke taal ze tegen wie en waar moeten spreken. Daarnaast heeft een thuistaal ook een emotioneel aspect. Kinderen die meertalig opgroeien, hebben al die talen nodig om zich te kunnen uiten. 

Boekgewenning

Een van de pijlers van een rijke taalontwikkeling is voorlezen, ook bij erg jonge kinderen. Niet zonder reden zetten openbare bibliotheken de laatste jaren onder meer via Boekstart steeds meer in op de vroege, ontluikende geletterdheid bij baby’s en peuters. Tijdens die voorschoolse periode is het immers niet alleen fijn om samen te genieten van verhalen, maar blijkt ook dat baby’s en peuters die voorgelezen worden al op korte termijn een grotere woordenschat verwerven. En ook op lange termijn heeft dat een positief effect op de taal- en cognitieve ontwikkeling van kinderen. Daarnaast stimuleert boekgewenning de latere leesmotivatie.

Uit steekproeven in het Pro-M-onderzoek blijkt dat ongeveer de helft van de meertalige gezinnen voorleest in de moedertaal – in het Nederlands liggen die aantallen iets hoger. Heel wat meertalige ouders maken bovendien maar weinig gebruik van de bibliotheek en zijn weinig vertrouwd met het aanbod voor jonge kinderen. In consultatiebureaus en de kinderopvang wordt er ook voorgelezen aan deze kinderen, maar dat gebeurt vooral in het Nederlands. Amper 10 procent leent boeken in andere talen en slechts 36 procent vraagt meertalige ouders om in de opvang te komen voorlezen in hun thuistaal. Het onderzoek legt de vinger op de wonde: meertaligheid kan heel wat voordelen hebben, maar op het vlak van voorlezen in verschillende talen zijn er nog groeimogelijkheden. Precies daar ligt nog veel potentieel voor bibliotheken.

Traject op maat

Hoe kun je als bibliotheek nu zo’n duurzame werking rond meertalig opgroeien uitbouwen en de vroege geletterdheid van baby’s en peuters in hun thuistaal stimuleren? “Op deze vraag bestaat geen eenduidig antwoord”, zegt Simon Bequoye van Iedereen Leest, die in het kader van ProBib drie openbare bibliotheken – in Antwerpen-Kielpark, Heusden-Zolder en Oostende – begeleidde in het opzetten van zo’n werking. “Alles hangt af van de bibliotheek, de specifieke lokale noden en behoeften rond meertaligheid, de samenwerking met andere partners enzovoort. Bovendien is het een kwestie van het maken en het afwegen van keuzes.”

Iedereen Leest ontwikkelde daarom een stappenplan om zo’n werking op maat op te zetten. “Eerst begin je met de lokale noden in kaart te brengen”, zegt Bequoye. “Die bleken heel uiteenlopend in de trajecten die we begeleidden. Zo leven er in Oostende meer dan vijftig nationaliteiten zonder dat er uitgesproken grote gemeenschappen zijn. In Heusden-Zolder is dat wel het geval. Daar woont een grote Turkse gemeenschap.” Via de gemeente- en de stadsmonitor van de Vlaamse overheid en via de website statistiekvlaanderen.be kun je als bibliotheek heel wat waardevolle informatie vinden. Maar nationaliteit en herkomst zeggen niet altijd iets over de gesproken taal. Een lokale partner als Kind en Gezin, die op huisbezoek gaat bij gezinnen met pasgeboren baby’s, kan dat laatste puzzelstukje wel leggen. Tijdens een brainstormsessie gingen de drie bibliotheken uit het ProBib-traject vervolgens dieper in op wat zij (of hun lokale partners) al deden rond meertaligheid en wat nog niet, op mogelijke drempels, op de rol van de bibliotheek en op de lokale noden en mogelijke acties. Op basis hiervan bepaalde elke bibliotheek prioriteiten, die in een plan van aanpak en een tijdlijn gegoten werden. Het uitbouwen van een meertalige collectie en de ouderbetrokkenheid stimuleren in samenwerking met een lokaal netwerk, bleken de rode draad in alle drie de trajecten.

In dit artikel delen we de belangrijkste inzichten uit het traject van de wijkbibliotheek in Antwerpen-Kielpark en van de bibliotheek van Oostende – in Heusden-Zolder loopt het project nog.

IMPORTANT
© Michiel Devijver

Meertalige collectie

De noden in kaart

Als je wilt inspelen op de noden van kinderen die meertalig opgroeien, is een meertalige collectie uitbouwen aangewezen. Dat lijkt misschien eenvoudig, maar het behelst meer dan gewoon boekjes kopen in diverse talen. Eerst moet je onderzoeken waar de buurt nood aan heeft en hoe je deze nood kunt verenigen met de beschikbare ruimte en budgetten. “Een moeilijke afweging”, zegt Ann Gabriels van Openbare Bibliotheek Antwerpen-Kielpark. “Als wijkbibliotheek is de plaats bij ons bijvoorbeeld heel beperkt. Maar uit gebruikersonderzoek blijkt de nabijheid voor de wijkbewoners van cruciaal belang. Als een mama na school nog snel binnenspringt met haar vijf kinderen willen wij haar de boekjes die ze zoekt onmiddellijk kunnen aanbieden. Je wilt haar niet vragen terug te keren op een later moment, omdat we de boekjes moeten laten overkomen van de bibliotheek van Luchtbal.”

Om die noden te bepalen kun je als bibliotheek gebruikmaken van het cijfermateriaal van Kind en Gezin, maar ook dan spelen er lokale verschillen. Zo stelt Mia Kluysse van de bibliotheek van Oostende vast dat de ene groep in haar stad meer behoefte heeft aan leesmateriaal dan de andere: “De prentenboeken in het Arabisch gaan redelijk vlot weg. Die in het Russisch worden amper uitgeleend, hoewel er best wat Russen in Oostende wonen. We merken dat zij enerzijds heel snel het Nederlands oppikken, en anderzijds vaak zelf Russische boeken in huis hebben. Dat wil niet zeggen dat we geen Russische boeken moeten hebben, representatie en bevestiging blijven belangrijk.”

Een paar talen of allemaal?

Eenmaal je de taalkaart in beeld hebt, moet er een keuze gemaakt worden. Welke talen wil je aanbieden? Die van alle gemeenschappen in de stad? Of enkel de talen die ouders van jonge kinderen het meest spreken? In Openbare Bibliotheek Antwerpen-Kielpark concentreren ze zich op Arabisch, Spaans en Turks. “We willen liever in een paar talen een groot aanbod hebben dan de collectie te versnipperen”, zegt Gabriels. “Want stel dat je maar drie boekjes hebt in het Farsi, dan bestaat het gevaar dat je tegen zo’n peuter zegt: ‘Dit is nu voor jou en dit is Farsi.’ Daarmee reduceer je niet alleen een rijke cultuur tot drie boekjes, maar riskeer je ook een stap terug te zetten in leesplezier. Daarvoor is de keuze immers belangrijk.”

Naast de drie meest gesproken talen besloot de bibliotheek zelf om Frans en Engels toe te voegen. “Dat past niet echt in het stimuleren van de thuistaal – Frans en Engels zijn voor veel mensen een tweede taal – maar het is een soort van compromis. We kunnen niet alle Afrikaanse talen aanbieden, maar veel mensen spreken wel goed Frans en Engels. Zo kan de bibliotheek er toch voor iedereen zijn.” De bibliotheek in Oostende daarentegen wil zich liever niet focussen op een paar talen, maar een zo breed mogelijk talenpalet aanbieden. “Mensen zijn op zoek naar erkenning”, zegt Kluysse. “Als we een groepje NT2-leerlingen rondleiden, vragen ze steevast of we boeken hebben in hun taal. Heel begrijpelijk. Ik ga in een buitenlandse bibliotheek ook weleens op zoek naar Nederlandstalige boeken.”

Van taal tot matrix

Eenmaal de talen vastliggen, begin je best niet meteen je winkelmandje te vullen. Iedereen Leest raadt aan om samen met een klankbordgroep, waarin lokale partners kunnen zetelen die met meertalige ouders werken, een matrix op te stellen. In die matrix zet je niet alleen de talen, de leeftijdsgroepen en de gewenste aantallen, maar ook een aantal parameters zoals de verhouding tussen vertaalde boekjes en boekjes uit de oorspronkelijke cultuur. Ook de niet-geletterde ouders mogen in zo’n matrix niet vergeten worden, met richtgetallen voor woordeloze prentenboeken en liedjesboeken. Het is niet vanzelfsprekend om zo’n matrix op te stellen, ondervond Gabriels: “Wat doe je met babyboekjes waarmee je woordjes kunt leren? Heb je die wel nodig in een vreemde andere taal, want kunnen ouders niet gewoon in hun eigen taal zeggen wat ze zien? Misschien wel, maar wij besloten dat zo’n boekjes toch belangrijk zijn. De prenten die in zo’n boekje staan, zijn immers cultureel bepaald. Denk maar aan bepaalde gerechten.”

IMPORTANT
© Iedereen Leest

Van titel tot aankoop

Met die matrix kunnen de collectievormers van de bibliotheek dan aan de slag. Het vinden van titels die in de matrix passen, vraagt wat opzoekwerk, maar er bestaan goede bronnen. Zo is er de White Ravens Database, een initiatief van de Internationale Jugendbibliothek in München, die jaarlijks een selectie van kwalitatieve kinder- en jeugdliteratuur (vanaf 2+) in 36 talen publiceert. Op de website van IBBY Europe is er een aanbod van boeken in de 31 meest gesproken talen in Europa, waaronder de talen van anderstalige nieuwkomers. Ook in het online tijdschrift Takam Tikou, een uitgave van het Centre national de la littérature pour la jeunesse, zijn titels te vinden. Iedereen Leest onderzoekt de mogelijkheden die Boekenzoeker kan bieden in het ondersteunen van collectievormers. Bij het vormen van een collectie hoef je je trouwens niet blind te staren op anderstalige boeken. Ook sommige prentenboeken zonder woorden zijn heel bruikbaar, net als Nederlandstalige prentenboeken met afbeeldingen die het verhaal duidelijk ondersteunen.

Een geschikte leverancier vinden, is vaak een pak lastiger. Als bibliotheek kun je natuurlijk niet zomaar via een webshop boeken bestellen, je bent gebonden aan een raamcontract. In de leermodule die Iedereen Leest ontwikkelt, worden enkele mogelijke partners opgelijst: van het Parijse L’Institut du Monde Arabe voor Arabische boeken tot het Britse Mantra Lingua dat een groot meertalig aanbod heeft. “Maar in de toekomst kunnen we hopelijk de krachten bundelen met andere bibliotheken om de bestellingen vlotter te laten verlopen”, zegt Gabriels.

“De laatste jaren hebben meer bibliotheken ervaring opgedaan met het samenstellen van anderstalige collecties”, zegt Bequoye. “Door kennisdeling te bevorderen, kunnen ze leren van elkaar. Ook Vlaamse uitgevers zouden een rol kunnen spelen door in te zetten op een meertalig aanbod.”

Native proeflezers

Wat als je al over een meertalige collectie beschikt? Is de kous dan af? Ook dan kan het volgens Iedereen Leest nuttig zijn om deze even kritisch onder de loep te nemen. Zo zou je proeflezers uit de verschillende gemeenschappen kunnen inschakelen. In Openbare Bibliotheek Antwerpen-Kielpark lieten ze hun huidige aanbod bijvoorbeeld doorlichten door een docent Arabistiek. Gabriels: “Dat was heel waardevol. Zij kon aangeven hoe de kwaliteit van een tekst was, en of de liedjes in een muziekboek al dan niet populair waren. Dat hopen we vaker te doen.” “Vergeet daarnaast niet dat taal een wapen kan zijn”, voegt Kluysse toe. “Zo zijn sommige Turkse boeken aanstootgevend voor Koerden. Al is dat niet zo vaak het geval bij prentenboeken, toch houd je dat maar beter in gedachten, bijvoorbeeld als je een schenking van anderstalige boeken ontvangt.”

Niet de heilige graal

Eens de bibliotheek beschikt over prentenboeken in de gewenste talen, begint het echte werk. Een meertalige collectie is geen heilige graal of doel op zich. Sommige ouders zijn zelf opgegroeid zonder boeken en hebben thuis de voorleescultuur niet meegekregen, en niet elke ouder heeft het in zich om meteen gekke dierengeluidjes te maken of om te fantaseren. Organiseer daarom sessies rond voorlezen en deel die expertise met eerstelijnsorganisaties die deze kennis op hun beurt kunnen doorgeven. Andere ouders zijn dan weer niet geletterd. Hen kun je op diverse manieren ondersteunen. Zo kun je via Boekstart inzetten op zingen en vertellen. Ook digitale prentenboeken kunnen een hulpmiddel zijn.

Vergeet daarnaast niet dat je collectie transparant en vlot toegankelijk moet zijn. Denk goed na over waar je deze collectie zet. Een donker hoekje zal niet werken. Pal naast de Nederlandstalige kindercollectie of in de nabijheid van het Taalpunt Nederlands (een afdeling in de bibliotheek voor mensen die Nederlands willen leren) is wellicht een beter idee. Verder moet je je afvragen of de signalisatie duidelijk is en of de (leeftijds)icoontjes universeel begrijpbaar zijn. En hoe weten ouders welke Nederlandstalige prentenboeken gemakkelijk voor te lezen zijn in een andere taal? Kunnen alle medewerkers van de bibliotheek hen daarbij helpen? Werk aan de winkel dus.

IMPORTANT
© Simon Bequoye

Ouderbetrokkenheid

Cultuursensitief onthaal

Naast een collectie voor de allerjongsten uitbouwen, is het belangrijk om meertalige ouders in contact te brengen met het aanbod van de bibliotheek. Daar liggen, zoals het Pro-M-onderzoek aantoont, nog drempels om weg te werken en kansen om te groeien. In Oostende stapte het personeel van de bibliotheek daarom in een traject rond cultuursensitief handelen onder begeleiding van het Agentschap Integratie en Inburgering. “Het personeel is het eerste visitekaartje van de bibliotheek”, zegt Kluysse. “Zij staan ervoor in dat mensen met een andere origine zich welkom voelen en hun weg vinden in de bibliotheek. Daarom begonnen we bij hen.”

In Openbare Bibliotheek Antwerpen-Kielpark bleken de medewerkers op zoek naar extra informatie rond meertalig opgroeien. “Ons team stond al positief tegenover meertaligheid,” zegt Gabriels, “maar dankzij een vorming van Iedereen Leest en een inspiratiesessie door een taalbeleidsmedewerker van de stad Antwerpen voelen we ons zekerder in gesprekken met ouders. We durven hun nu vol overtuiging aanraden: lees voor, zing of vertel in de taal waarin je je het sterkst voelt. Veel ouders twijfelen daarover. Ze willen dat hun kinderen goed Nederlands leren. Nu geven we hun op een gefundeerde manier mee dat voorlezen in de taal van hun hart een goede opstap kan zijn om Nederlands te leren. Het is een en-enverhaal.”

Daarnaast wilden de medewerkers van Openbare Bibliotheek Antwerpen-Kielpark hun kennis van de sociale partners verdiepen om meertalige ouders beter te kunnen helpen. “We krijgen veel vragen die de werking van de bibliotheek overstijgen”, zegt Gabriels. “Daarom deden we een buurtwandeling langs de verschillende sociale organisaties op het Kiel. Dat was bijzonder nuttig. Doordat we op veel plekken geweest zijn, kunnen we nu precies uitleggen waar het Huis van het Kind zich bevindt of waar meertalige ouders terechtkunnen voor digitale ondersteuning of hulp bij het lezen van formulieren.”

Ook met de inrichting van de bibliotheek willen ze in Openbare Bibliotheek Antwerpen-Kielpark inspelen op de vaststelling dat een aantal buurtbewoners in eerste instantie niet naar de bibliotheek komt voor het boekenaanbod. Gabriels: “Sommige zijn klein behuisd en zien de bibliotheek als een plek om anderen te ontmoeten, Nederlands te oefenen of de computers te gebruiken. Zij moeten in de bibliotheek veilig kunnen landen, onder meer door voldoende zitplaatsen aan te bieden. Het zou fijn zijn als die zitplekken zich dicht bij de peuterhoek bevinden. Zo kunnen we die ouders indirect toch in contact brengen met de meertalige collectie.” Hiervoor stapte de bibliotheek in een participatief traject met het ABC-huis in Brussel, een specialist in creatieve leeromgevingen. “ABC wees ons bijvoorbeeld op de eerste muur die mensen zien als ze hier binnenkomen”, zegt Gabriels. “Dat was een weinig uitnodigend raam met een tafel ervoor. We dromen ervan om in de toekomst ‘taalschatten’, mooie woorden uit verschillende culturen, op het raam te verzamelen.”

Activiteiten voor meertalige ouders

Een tweede piste om de betrokkenheid van ouders te vergroten, is het organiseren van activiteiten voor anderstalige ouders. Ook hier is het cruciaal om eerst de noden in kaart te brengen. Waarvoor zouden de ouders zelf naar de bibliotheek komen? Is dat in functie van de opvoeding van hun kind, omdat ze willen leren voorlezen of informatie willen over meertalig opgroeien? Of willen zij weleens een ontspannende activiteit doen, los van de opvoeding, zoals fotograferen, koken of babbelen met andere mensen? “Het doel is hetzelfde: meertalige ouders naar de bibliotheek krijgen”, zegt Gabriels. “Maar de insteek is anders.”

Lokale samenwerking

Een belangrijke vraag die je je bij elke activiteit moet stellen, is of je de juiste doelgroep bereikt. “Als wij een activiteit rond meertalig voorlezen organiseren, zien we vaak alleen ouders die al overtuigd zijn van het belang van voorlezen”, zegt Kluysse. “Dan speelt het zogenaamde mattheuseffect. Om degenen te bereiken die hier echt nood aan hebben, moeten we een zo breed mogelijk netwerk uitbouwen om deze boodschap en vaardigheden mee uit te dragen.” In plaats van haar expertise voornamelijk rechtstreeks aan de ouders door te geven, streeft de bibliotheek van Oostende er daarom naar om in de toekomst vooral de toeleiders te informeren. Door hen te coachen over (het hoe en waarom van meertalig) voorlezen, bereik je potentieel veel meer ouders dan wanneer je deze activiteiten zelf organiseert.

Bij de toeleiders ligt dus een derde piste om drempels voor meertalige ouders te verlagen. Bepaalde partners staan vaak dichter bij de doelgroep, bereiken hen vlotter en kunnen de slaagkans van een project voor meertalige ouders beter inschatten. In Oostende laten ze hun werking daarom regelmatig screenen door de sociale partners. Zo kwamen ze erachter dat er nog veel onbenut potentieel zit in het Taalpunt Nederlands. “Dat Taalpunt was er wel, maar de bibliotheek monitorde de impact ervan niet echt”, zegt Kluysse. “Een goed uitgebouwd Taalpunt kan evenwel een sterk middel zijn om mensen met een andere origine naar de bibliotheek te leiden en zo hun kinderen in contact te brengen met de meertalige collectie prentenboeken. Eigenlijk hangt het allemaal met elkaar samen. Sinds we de inhoud van het Taalpunt lieten screenen door de NT2- leerkrachten, zijn die banden bijvoorbeeld aangehaald, en komen er meer aanvragen binnen voor rondleidingen voor NT2-cursisten.”

Kortom, de bibliotheek kan een belangrijke rol spelen in het ondersteunen van meertalige gezinnen met jonge kinderen en zo de vroege geletterdheid van baby’s en kleuters mee stimuleren. Een meertalige collectie en een grote ouderbetrokkenheid die mee gedragen wordt door lokale partners zijn hierbij essentieel. Interesse om als bibliotheek zelf zo’n duurzame werking uit te bouwen? Dan kun je (binnenkort) bij Iedereen Leest terecht voor een online leertraject.

Meer informatie? Kijk op iedereenleest.be/opleiding-en-vorming.

IMPORTANT
© Michiel Devijver

Waarom lid van de VVBAD worden?

  • Deel zijn van het netwerk van experten en collega's
  • Mee de belangen van de informatiesector behartigen
  • Korting krijgen op de activiteiten van de VVBAD
  • Toegang krijgen tot vakinformatie
  • Participeren in de verenigingsbesturen
Word lid
© Vlaamse Vereniging voor Bibliotheek, Archief & Documentatie vzw
Statiestraat 179 | B-2600 Berchem (Antwerpen)
Tel: (+32) 03 281 44 57 | email: vvbad@vvbad.be