Eerste luik: de ramp en de vaststellingen
Prelude
Op dinsdag 13 juli werkte het Rijksarchief Luik met een beperkt personeelsbestand. Voor velen waren het de eerste dagen van relatieve vrijheid na zestien maanden pandemie. Het bleef maar regenen. In de namiddag liepen de eerste berichten binnen over overstromingen. Woensdagavond 14 juli en vooral donderdagmorgen 15 juli hoorden we verontrustende berichten over het zuidoosten van het land. De gouverneurs van de provincies Luik en Brabant raadden onnodige verplaatsingen af. Op vrijdag 16 juli begon het waterpeil te dalen, maar het merendeel van de getroffen diensten was pas toegankelijk vanaf vrijdag of zaterdagmorgen.
Vanaf woensdagavond bereidden we ons voor op de komende dagen, aangezien we op het terrein zelf nog niets konden doen. Een collega herlas een tekst met noodmaatregelen voor de getroffen diensten. Een andere updatete de lijsten met dienstverleners: koelmagazijnen, allround dienstverleners voor rampenbeheer, vriesdrogers en restaurateurs. Een derde collega stelde lijsten op van mogelijk getroffen organisaties die we zouden kunnen helpen. Aan het eind van het weekend waren we klaar om in te grijpen, alleen moesten er nog contacten gelegd worden, wat tijdens een weekend niet eenvoudig is. Er werd besloten om niet ter plaatse te gaan zolang de nooddiensten belangrijke interventies deden.