Dekolonisatie van de academische bibliotheek

META Nummer 2022/2

Dekolonisatie van de academische bibliotheek

Geschreven door Paul Buschmann
Gepubliceerd op 22.03.2022
IMPORTANT

De Humanities Academie (HA!) van de faculteit Letteren en Wijsbegeerte, Universiteit Gent (UGent) organiseerde tijdens het eerste semester van het academiejaar 2021- 2022 een reeks gespreksavonden. Het thema? Literatuur en dekolonisatie. Boeiende en inspirerende discussies over het zwarte perspectief, koloniale literatuur, een gedekoloniseerde canon enzovoort. Als afsluiter werd er een debatavond rond een gedekoloniseerde academische bibliotheek georganiseerd. Een avond die, noodgedwongen, online moest plaatsvinden. Maar vooraleer de deelnemers met elkaar in debat gingen, leidde de faculteitsbibliothecaris de avond in. Met enkele bedenkingen en kanttekeningen en vooral met heel veel vragen. Hieronder een (licht) herwerkte versie van deze inleiding tot de debatavond.

Aalst

Even terug naar twee weken geleden. Naar Aalst. Normaal haalt deze stad slechts één keer per jaar het nationale nieuws. Ergens in de loop van februari. U weet wel: carnaval. Voil jeanetten en pijnlijke karikaturen. Soms halen ze ook twee keer het nieuws. Bijvoorbeeld wanneer de burgemeester ‘eigen patiënten eerst’ predikt en coronapatiënten uit Brussel wil weigeren. Maar twee weken geleden werd er hier en daar terloops ook nog een derde keer kort bericht over Aalst. Meer bepaald over Okapi Aalstar. Dat is dus de basketbalploeg.

Op 12 november 2021, de periode dat de Sint zijn blijde intrede in het land maakt en in Antwerpen omringd door roetpieten voet aan wal zet, vond Okapi Aalstar er niets beter op dan voor de aanvang van de wedstrijd cheerleaders het plein op te sturen. Verkleed als zwarte piet. Inclusief krulhaar. Inclusief blackface. Als reactie op de verontwaardiging die Jean-Marc Mwema, speler van de Antwerp Giants, nadien uitte, haalde Sven De Smet snoeihard uit:

“Jean-Marc, volgend jaar zijn al onze dansers zo zwart als wat! In Aalst doen we niet mee met de hitserie [sic] van een extreme kleine minderheidsgroep! Traditie is zo zwart als roet! Ja ook in 2022 zal het zwarte Piet zijn. Als ik geband wordt… tot binnen een week! Die zever ben ik kostbeu [sic]! Wij zijn Aalst! Volgend jaar vragen we de fans ook als Piet te komen… de echte!”

Sven De Smet is de pr-verantwoordelijke van Okapi Aalstar. Het is maar wat men in Aalst pr noemt natuurlijk. Even terzijde: Antwerp won overtuigend met 69-91. God straft onmiddellijk.

Wat onthouden we nog verder van dat incident?

  • dat dekolonisatie in de sport nog niet voor vandaag is;
  • dat het moeilijk is om de gevoeligheden van anderen te zien;
  • dat men graag schermt met eigen tradities; 
  • dat een okapi een dier uit Afrika is;
  • dat cheerleaders een traditie uit de Verenigde Staten zijn;
  • en dat basketbal in Massachusetts uitgevonden werd.

Maar bovenal dat debatten over dekolonisatie en racisme gevoelig liggen. Dat de loopgraven onmiddellijk gegraven zijn, de oogkleppen opgezet, de oordopjes ingestoken, en dat de megafoon bij de hand genomen wordt. Of om het nog maar eens met de Bijbel te zeggen: we zien wel de splinter in het oog van de ander, maar niet de balk in ons eigen oog.

Tempels van neutraliteit

Oogkleppen, loopgraven, megafoon. Het zijn zaken waar we als bibliotheek liever niet mee geconfronteerd, laat staan geassocieerd worden. Zijn we immers geen bastions van rust? Havens van veiligheid? Tempels van neutraliteit? Is het adagium van Douglas Foskett No politics, no religion, no ethics niet onze lijfspreuk? En wanneer de faculteitsbibliotheek de handschoen van het dekoloniseren opneemt, gaan we dan niet tegen deze stelregel in? Worden we dan niet plots wél politiek? Of gaan we net tegen deze stelregel van Foskett in wanneer we de handschoen wel zien liggen, maar niet oprapen? Is niet-dekoloniseren, wanneer deze vraag ons gesteld wordt, ook geen politieke keuze? Of moeten we de wapenspreuk veranderen naar All politics, all religion, all ethics?

IMPORTANT

En hoe doe je dat dan? De-koloniseren? Het woord doet vermoeden dat we zaken zullen weghalen die aanstoot geven. Dekoloniseren als deselecteren. Denk maar aan de bibliotheek van de KU Leuven waar men de buste van Leopold II (al dan niet tijdelijk) weghaalde. Of denk maar aan het voorstel om stickers te kleven op boeken met bedenkelijke inhoud, zoals voorgesteld werd bij een dekolonisatietraject van de Stad Gent. Maar is dat geen al te negatieve en te beperkte invulling van een idee dat in se erg wervend en enorm verrijkend kan zijn? Is het sowieso wel wenselijk om in een academische bibliotheek dingen weg te halen? Of is dekoloniseren juist aandacht geven aan stemmen die ontbreken of onvoldoende aan bod komen?

Dekolonisatieprojecten: de collectie

Toevoegen en niet weghalen, dat stond centraal in het Second Shelf-project. Een ingreep in de collectie die collega Ine Boogmans van de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten in Antwerpen samen met de Packard Library in het Columbus College of Art & Design in de Verenigde Staten opzette. Ine Boogmans gebruikt een mooie beeldspraak, ik citeer:

“Het doel is niet om de briljante oude meesters van het verleden af te voeren, maar wel om een extra stoel aan tafel te schuiven voor vergeten kunstenaars. Hoe meer perspectieven aan bod komen, hoe rijker de bibliotheekervaring, hoe meer er geleerd kan worden.”

Stoelen bij aanschuiven. Hoe meer volk, hoe meer vreugd. We zijn natuurlijk helemaal voor. Zelfs in deze contactarme coronatijden. Maar de tafel is wat ze is. Op een gegeven ogenblik zit de tafel vol. En wie beslist wie er op de extra stoel mag komen zitten? Zijn het de collectieverantwoordelijken? Is het een extern adviserend comité? Willen we de uitbouw van de collectie dan gedeeltelijk uit handen geven? En aan wie? En dat in tijden van financiële schaarste? Aan de beslissing om iets aan te kopen of iets niet aan te kopen, iets in open rek te plaatsen of naar het depot te brengen, hangt steeds een waardeoordeel vast. En wie mag dat waardeoordeel vellen? In het kader van een dekolonisatietraject? Of misschien is de vraag beter: wie kan dat oordeel vellen? Paternalisme schuilt om de hoek.

Een andere vraag die het Second Shelf-project oproept, is die naar de definitie van wat dekoloniseren juist is. In de bespreking van het project in Antwerpen wordt gesproken over aandacht voor groepen die vroeger als minderwaardig beschouwd werden of gemarginaliseerd werden. En wordt er concreet het voorbeeld gegeven van Artemisia Gentileschi, een vrouwelijke kunstenares ten tijde van Caravaggio. In het rapport van de Stad Gent wordt in het kader van dekolonisatie gesproken over ‘mensen die geracialiseerd worden’. Ook daar wordt verwezen naar andere minderheidsgroepen dan degene waar we spontaan aan zouden denken bij de term ‘kolonisatie’. Hoe moeten wij het definiëren? Nog een derde en laatste bedenking bij het Second Shelf-project. De boeken die aangekocht werden in het kader van dat traject, kregen een Second Shelf-ex libris. En ik citeer:

“met een verwijzing naar het vorige en het volgende boek op de oorspronkelijke lijst. Op deze manier blijft de deelcollectie verbonden via een organisch ‘pad’ dat de geïnteresseerde bezoeker doorheen de hele bibliotheek kan volgen.”

IMPORTANT

In LUCA School of Arts reed men een gelijkaardig traject en werden boeken, aangekocht in het kader van een inhaalbeweging voor publicaties van ondervertegenwoordigde groepen, voorzien van een sticker. Op de cover. Los van het feit dat menig bibliothecaris ervan gruwt om stickers op of in boeken te kleven, blijft het toch een opmerkelijke ingreep. Wilde men niet net het aanbod verbreden? Wilde men niet ondervertegenwoordigde groepen opnemen in een collectie? Een inclusiever collectiebeleid? Behoeven deze boeken dan een ‘brandmerk’? Schreeuwt zo’n ex libris of sticker niet ‘dit boek werd aangekocht in het kader van een dekolonisatieproject en anders had het hier nooit gestaan’? Staat het niet net de gedachte in de weg dat een collectie als vanzelfsprekend veelkleurig of veelstemmig zou zijn (of zou moeten zijn)?

Erfenis uit het verleden: de classificatie

De voorbeelden en bedenkingen die net gemaakt werden, focussen op de collectie. Maar misschien ligt het gekoloniseerde kalf niet daar gebonden. Wie weet heeft een gedekoloniseerde bibliotheek meer baat bij een andere focus. Hoe de aangeboden informatie gestructureerd wordt. Een voorbeeld. Doet de benaming van de deelcollectie ‘overzeese gebieden’ niet uitschijnen dat wij hier het centrum van de aarde zijn waar alles rond draait? We zijn toch net zo overzees als andere delen van de wereld?

En wat de benaming van de rubriek L27.36.P.C van de collectie wijsbegeerte tot voor kort was, durf ik hier enkel met het schaamrood op de wangen te vertellen: ‘het negerprobleem’. De huidige classificaties zijn een erfenis uit het verleden en verraden soms goed de toenmalige tijdsgeest. Die vaak gedateerde classificaties bestendigen een bepaalde witte of eurocentrische blik op kennis en zijn – wie weet – toxisch voor de huidige tijdsgeest. Ze zijn verouderd, soms ronduit pijnlijk, maar ze structureren voorlopig nog steeds de kennis in onze bibliotheek. Zullen we onze energie daarop richten?

Op zoek naar kleur: de mensen

Of, tot slot, nog een mogelijke derde weg om een academische bibliotheek te dekoloniseren. De mensen. Een wit team: 26 witte medewerkers, 3 witte vrijwilligers, 8 witte jobstudenten. Op zoek naar kleur? Kom ’s ochtends vroeg, tussen 6 en 9, voor de bibliotheek opengaat, want daar is het fantastische poetspersoneel. Een bijzonder pijnlijke vaststelling die heel wat collega’s op andere diensten aan de UGent zullen herkennen.

En als we het hebben over mensen: er zijn ook de studenten. Tijdens de eerste lockdown kregen we, na het nodige mailverkeer met het rectoraat en de dienst veiligheid, de toestemming om te openen als studieplek voor studenten die, om welke reden dan ook, niet de mogelijkheid hadden om thuis te studeren. De namenlijst verraadde onmiddellijk een groot aantal studenten met een migratieachtergrond. Wie weet ligt daar wel de grootste kans voor bibliotheken om mee de schouders te zetten onder een goed diversiteitsbeleid: ruimere openingsuren. Een veilige studieplek die ook open is op zaterdag en op zondag. Men zal maar op maandag een examen hebben.

Conclusie

Ik heb het voor u nageteld. Mijn tekst telt 36 vraagtekens. Geen enkel uitroepteken. Om maar te zeggen: ik weet het ook allemaal niet zo goed. Ik kijk dan ook uit naar het komende debat. Ook hopelijk zonder al te veel uitroeptekens en met bijzonder veel gedachtestreepjes. Want daar hebben we in deze gepolariseerde tijden soms wel wat behoefte aan, toch? Dat was dus vraagteken nummer 37. Voor de aardigheid: in de tweet van Sven De Smet die ik in het begin citeerde, staan 7 uitroeptekens. Op 8 zinnen.

En zo zijn we terug bij Aalst beland. We zijn gestart met Aalst. Ik wil ook nog even eindigen met Aalst. Excuses mocht ik de indruk gegeven hebben dat ik Aalst geen warm hart toedraag. Dat zou een foute conclusie zijn. Maar om het goed te maken: ga Aalst eens een keer bezoeken. Al dan niet in februari. En ga dan zeker een keer naar hun bibliotheek. Hun nieuwe openbare bibliotheek opende een viertal jaren geleden de deuren en werd in 2019 verkozen tot beste bibliotheek van Vlaanderen. Een heerlijke bibliotheek, fantastische architectuur: licht, lucht, ruimte. Mooier dan dat krijg je het in Vlaanderen niet.

Meer informatie:

> Literatuur en dekolonisatie
> Literatuur en dekolonisatie: naar een dekoloniale bibliotheek
> Herschrijf het verhaal, niet de geschiedenis

Waarom lid van de VVBAD worden?

  • Deel zijn van het netwerk van experten en collega's
  • Mee de belangen van de informatiesector behartigen
  • Korting krijgen op de activiteiten van de VVBAD
  • Toegang krijgen tot vakinformatie
  • Participeren in de verenigingsbesturen
Word lid
© Vlaamse Vereniging voor Bibliotheek, Archief & Documentatie vzw
Statiestraat 179 | B-2600 Berchem (Antwerpen)
Tel: (+32) 03 281 44 57 | email: vvbad@vvbad.be