Informatievaardigheden: zorgenkindje of prikkel tot vernieuwing?

META Nummer 2021/8

Informatievaardigheden: zorgenkindje of prikkel tot vernieuwing?

Geschreven door Maxine Lynch, Stieve Van der Bruggen
Gepubliceerd op 09.11.2021
IMPORTANT
Bibliotheek campus Roeselare van VIVES.

Informatievaardigheden, het is een vaste term in het vakjargon van elke medewerker in de informatiesector. We verraden je nu al dat de interpretatie van dat begrip tussen de collega’s in hogescholen sterk verschilt. Er bestaat geen eenvormigheid qua aanpak: er is geen sprake van one size fits all. Daarnaast gaan we in op onze dagelijkse werking door middel van enkele concrete acties binnen onze diverse dienstverlening. Laat dit essay alvast je blik verruimen, en wie weet zie je zelfs nieuwe mogelijkheden voor je eigen werking.

Voor dit essay bevroegen we de hogeschoolbibliotheken van Thomas More, Odisee, Arteveldehogeschool, Karel de Grote hogeschool, AP Hogeschool, VIVES en University Colleges Leuven-Limburg (UCLL). We bundelden hun antwoorden en af en toe gaan we dieper in op een best practice van een instelling.

Een poging tot definitie

Tijdens de bevraging waagden de hogescholen zich aan een poging tot het definiëren van het begrip ‘informatievaardigheden’. Enerzijds heb je de klassiekere interpretatie: daaronder verstaan we de essentiële vaardigheden om op een efficiënte manier informatie op te zoeken en te verwerken, correct gebruik te maken van zoektechnieken en -methodieken, en deze kritisch te kunnen benaderen, gebruiken en evalueren.

Anderzijds heb je enkele collega’s die het begrip ruimer kaderen: “Informatievaardigheden worden 21ste-eeuwse vaardigheden (21st Century Skills) die vallen onder digitale vaardigheden (mediawijsheid, basis ICT, informatievaardigheden) en denkvaardigheden (kritisch denken, creatief denken en probleemoplossend denken).” Daarnaast is het ook belangrijk dat we oog hebben voor digitale geletterdheid, digitale prikkels en het effect daarvan op de manier waarop studenten informatie ontvangen en verwerken. Onze studenten zijn dan wel opgegroeid in een digitale wereld, ook zij hebben ondersteuning nodig voor een gezonde, goede en kritische omgang met digitale informatie.

Rol van de hogeschoolbibliotheek en het campusleercentrum 

Hogeschoolbibliotheken en -leercentra ondersteunen de opleidingen op hun campus. Eén manier om dat te doen, is door studenten, docenten en onderzoekers te ondersteunen in hun informatienoden en ze zo informatievaardig mogelijk te maken. Maar naast die ondersteuning is een faciliterende functie even belangrijk. Hierbij biedt de bibliotheek een gepaste collectie aan op een uitnodigende locatie waar deskundig personeel aanwezig is.

De rol van deze bibliotheken en leercentra moet ten slotte ook initiatiefrijk zijn, zodat ze de docenten genoeg kunnen ondersteunen, en ze moeten een proactieve houding aannemen. Op die manier kunnen ze dé expliciete partner worden van onder andere de levenslang lerende professional. De rol van een moderne, aantrekkelijke en stimulerende leeromgeving is een essentieel onderdeel van de werking. De inrichting is idealiter zo aangepast dat ze (digitaal) leren, creëren en spontaan ontmoeten stimuleert.

IMPORTANT
Een les over digitale bronnen voor de lerarenopleiding op campus Vorselaar van Thomas More. © Annelies Breugelmans

De medewerkers zetten tegenwoordig meer in op het digitaliseren van de collectie en de dienstverlening door digitale technologieën toe te passen, zoals bijvoorbeeld flexibele Small Private Online Courses (SPOC) aan te bieden aan studenten. Die digitale vaardigheden worden in de leeromgeving verder geoptimaliseerd via een on demand aanbod op maat, gebaseerd op het interesseprofiel van de eindgebruiker (een student of docent). Dat gebeurt in nauwe samenwerking met onder andere de diensten Onderwijsbeleid en ICT. Je kunt wel zeggen dat de bibliothecaris een soort embedded librarian wordt, waarbij hij of zij nauw samenwerkt met de verschillende digitale diensten. En dat een groot deel van de medewerkers digitally fluent moet zijn, is vanzelfsprekend om de klanten op maat verder te kunnen helpen.

Inzetten op informatievaardigheden 

Bij zowat iedere collega krijgen alle eerstejaarsstudenten een interactieve rondleiding over informatievaardigheden, op maat van hun opleiding. Hierdoor leren de studenten hoe ze slim moeten zoeken, welke (digitale) bronnen de instelling voor hun opleiding aanbiedt, hoe ze bronnen kritisch moeten beoordelen en hoe ze daaraan correct moeten refereren. Dat gebeurt zelfstandig en al doende.

Om zo’n rondleiding op een leuke en interactieve manier te organiseren, kiezen een aantal bibliotheken ervoor om via Bibster hun eigen bibliotheekspel, quiz of zoektocht te creëren, op maat van de studenten en hun opleiding. Die interactieve manier houdt de aandacht van de studenten beter vast. Daarnaast zorgt het speelse element, bij bepaalde opleidingen, voor meer interesse in het onderwerp. Bij Hogeschool VIVES geven ze ook een introductie van de bibliotheek aan laatstejaarsstudenten van het secundair onderwijs, in het kader van hun geïntegreerde proef (gip).

Een tweede rondleiding of introductie is uitzonderlijk, tenzij deze vast in het curriculum staat. En dat is jammer, want de medewerkers zijn hierdoor afhankelijk van de docenten. Deze vraaggestuurde werking – waarbij er gewacht wordt op verdere concrete vragen van de docent om samen te bepalen hoe de instructie er moet uitzien – zorgt ervoor dat onder andere Thomas More stilaan een ondernemende houding begint aan te nemen en niet langer wacht op de docenten, maar zelf in actie schiet. Op de campussen Turnhout en Vorselaar spelen de leercentra proactief in op opdrachten binnen specifieke vakken. Zo krijgen laatstejaarsstudenten lerarenopleiding in het kader van hun onderzoek specifieke opleidingen en begeleidingssessies vanuit het leercentrum. Op maat helpt de bibliothecaris de studenten verder in hun zoektocht naar informatie.

IMPORTANT
Informatievaardigheden worden jaarlijks georganiseerd voor studenten. Campus Vorselaar van Thomas More. © Annelies Breugelmans

Terwijl de collega’s bij Odisee next level gaan en een dagactiviteit organiseren – Informatievaardigheden in de bib – waarbij studenten in aanraking komen met alle bronnen, bieden andere collega’s enkel persoonlijke ondersteuning, een een-op-eensessie. Dat doen ze omdat de algemene interesse voor de bibliotheekwerking te beperkt is. Studenten willen het tegenwoordig vooral zelf uitzoeken, wat natuurlijk goed is voor de zelfontplooiing en de ontwikkeling van hun vermogen tot zelfstandig werken. De databanken moeten daarom wel te allen tijde ter beschikking staan van de studenten. 

Een nieuwe aanpak

Het ondersteunen van informatievaardigheden neemt nu meer tijd in beslag dan een aantal jaar geleden. Het materiaal moet steeds up-to-date gebracht worden, omdat er altijd verschuivingen zijn als gevolg van de toenemende digitalisering. Maar de hogeschoolbibliotheken hebben vandaag wel meer hun plek kunnen opeisen en het belang van informatievaardigheden kunnen aantonen. Om dat te kunnen doen, is het belangrijk dat ze reflectief en kritisch zijn over hun aanbod. Gelukkig bestaat het team Informatievaardigheden nu uit een grotere groep mensen dan enkele jaren geleden. Zo kunnen ze de docenten beter ondersteunen, experimenteren en meer aandacht geven aan het digitale luik en specifiek maatwerk.

De digitale collectie komt daarnaast stilaan meer op de voorgrond te staan. Er wordt niet enkel meer verwezen naar de traditionele catalogus (die al niet meer dezelfde is als vijf jaar geleden), maar ook naar de verschillende kwalitatieve digitale bronnen binnen de verschillende instellingen. De introductie wordt nu op een interactievere, visueel aantrekkelijke en vlotte manier gepresenteerd, zoals bijvoorbeeld met leerpaden. De aandacht van de studenten wordt hierdoor beter gewekt én vastgehouden.

Sommige collega’s vinden vlot aansluiting bij de opleiding, door bijvoorbeeld didactische uitgangspunten toe te passen – zoals zelfsturend, deductief en stapsgewijs werken – en een flipped classroom, een soort blended learning waarbij studenten thuis nieuwe leerstof aangeleerd krijgen en deze op school verwerken, aan te reiken. Ook het gebruik van niet-statische presentaties, zoals Prezi of Powerpoint (maar dan wel met interactieve elementen), wint de laatste jaren aan populariteit.

Succesvolle benaderingen 

Termen zoals bottom-up en hands-on komen aan bod wanneer het gaat over succeservaringen. Informatie op maat aanbieden, wordt gezien als een sterke ondersteuning voor studenten. Elke student moet zelfstandig kunnen werken, maar moet ook in de bibliotheek terechtkunnen voor een-op-eensessies. De drempel om personeel aan te spreken moet bijgevolg laag zijn. Daarom is een rondleiding of kennismaking in de bibliotheek echt belangrijk. Met Bibster kunnen studenten bovendien zelf op een ludieke en competitieve manier ontdekken hoe ze bepaalde zaken moeten opzoeken. Het motiveert hen om het praktisch aan te pakken, zeker wanneer er punten aan gekoppeld zijn, en het zorgt er ook voor dat de informatie beter blijft hangen. Deze rondleiding hoeft zeker niet in het begin van het academiejaar te gebeuren, want dan worden studenten al overspoeld met nieuwe informatie.

IMPORTANT
Ook lessen en workshops gaan door in het leercentrum van campus Turnhout van Thomas More. © Charlotte Lauwers

Als het aanbod campusoverschrijdend is, kan elke opleiding genieten van eenzelfde aanbod dat naargelang de opleiding lichtjes aangepast kan worden. Met een tutorial, een soort korte cursus, kunnen docenten tijdens de lessen aan de slag. Sommige collega’s hebben een contactpersoon per opleiding, zodat er een goede doorstroom is van informatie en er zo een actuele collectie ontstaat. De wisselwerking tussen docent en bibliotheekmedewerker moet er zijn, er mag geen sprake zijn van eenrichtingsverkeer. Bij Arteveldehogeschool bijvoorbeeld is de handleiding rond refereren volgens de APA-norm (American Psychological Association) het grote succesverhaal. De mediatheek wordt echt gezien als dé expert hieromtrent en er is een grote vraag naar sessies hierover.

Aandachtspunten 

Het zou efficiënter zijn om het belang van informatievaardigheden in verschillende vormen en herhalend te laten terugkeren, en niet slechts één keer te laten verschijnen in de informatiestroom aan het begin van het academiejaar. Ook al organiseert de hogeschoolbibliotheek veel sessies, daarover wordt nog veel te weinig gecommuniceerd. Extra promotie via andere kanalen, en dus niet enkel via de website, moet de studenten aantrekken.

Wanneer de groep tijdens een interactieve rondleiding of infosessie te groot is, krijg je lang niet alle studenten mee in het verhaal. Het is belangrijk om met kleinere groepen te werken, want dan kun je hun aandacht beter vasthouden. Even belangrijk is het dat de docent goed nadenkt over het doel en de verwachtingen van de instructie, zodat de studenten het nut ervan inzien. Wanneer er een concrete opdracht aan gekoppeld is, zullen de studenten de materie ook beter onthouden. 

Vrijblijvende sessies doen het vaak niet zo goed. Daarom is het een meerwaarde om informatievaardigheden in te bedden in een opleidingsonderdeel – idealiter in verschillende opleidingsonderdelen van het curriculum –, maar die missen vaak een goede opbouw. Door meer opleidingshoofden en onderwijsondersteuners mee te nemen in het verhaal, kunnen er nieuwe werkvormen ontwikkeld worden en kan er geëxperimenteerd worden, want dat vraagt om onderzoek, tijd en ook een beetje durf.

Door de coronacrisis gingen veel infosessies online door, wat niet altijd een succes was. Er is geen echte controle of de studenten de uitleg goed begrepen hebben. Het is dus belangrijk om interactie te hebben met de studenten. Sessies ter plaatse in het leercentrum werken altijd beter dan een sessie in een klaslokaal, auditorium of online.

Inspirerende best practices 

Naast de opleidingen kunnen ook andere diensten de cursus informatievaardigheden inspireren, zo heeft Arteveldehogeschool een hoofdstuk rond phishing toegevoegd op vraag van de ICT-dienst. Andere specifieke vakgroepen kunnen op die manier delen van de cursussen en instructies bijsturen.

Het kiezen voor een basisaanbod blijft een goede best practice waar veel collega’s het mee eens zijn. Je hoeft slechts kleine wijzigingen aan te brengen, zoals werken met een zoekvraag die betrekking heeft op de specifieke opleiding. Op die manier kun je een groter bereik realiseren zonder te veel extra werk, het moet immers praktisch haalbaar blijven.

Het ondersteunen van informatievaardigheden neemt nu meer tijd in beslag dan een aantal jaar geleden

Voor virtuele rondleidingen en digitale lessen heb je vaak geschikte tools nodig. De Karel de Grote Hogeschool geeft de tip om die keuze heel bewust te maken, want alles omzetten naar een andere tool vraagt veel werk. Ook verder denken dan de ‘klassieke’ informatievaardigheden binnen het onderwijs is een must voor elke bibliotheek of elk leercentrum. Sessies over bijvoorbeeld mediawijsheid, fake news, IT in de klas enzovoort winnen aan populariteit over de instellingen heen. Het verrijkt de eigen werking, maar ook de rol van de bibliotheek op de campus en binnen de opleidingen.

Hoe evolueren informatievaardigheden in de toekomst? 

Veel collega’s zijn het ermee eens: we kunnen beter! De klemtoon moet in de toekomst nog meer liggen op het leveren van digitale content. Door die verschuiving naar het digitale zal het belang van kritisch leren kijken naar informatie nog meer toenemen. En de rol van de bibliotheek zal daarin belangrijk zijn, want de collecties moeten toegankelijk en gebruiksvriendelijk blijven, zowel fysiek als digitaal.

Studenten zijn vertrouwd met het internet, maar dat wil niet zeggen dat ze bedreven zijn in het zoeken naar betrouwbare informatie, laat staan naar wetenschappelijke titels. We moeten blijven wijzen op de noodzaak van mediawijsheid, het wetenschappelijke karakter en de interpretatie van bronnen, en het kritisch bekijken van die bronnen. Zo kunnen studenten bewust leren omgaan met media en daar de nodige kennis en vaardigheden voor ontwikkelen.

IMPORTANT
Bibliotheek campus Kortrijk van VIVES

In de toekomst moet de diversiteit aan verschijnings- en werkvormen vergroten. In het secundair onderwijs is er namelijk al een toename van activerende werkvormen. Doordat de instapdrempel daar zeer laag ligt, kunnen we daar zeker ook mee aan de slag gaan. Een eerste stap is de informatie visueel aantrekkelijk te maken en meer aandacht te schenken aan tools vanuit blended learning. Kortom, het onderwijs van de 21ste eeuw in acht te nemen. Het blijft wel belangrijk om ook fysieke sessies op maat van de student aan te bieden.

Bovendien moet er meer interactie zijn tussen de opleidingen en de bibliotheken, door opleidingsgericht te werken en elkaar te ondersteunen. Op die manier kunnen informatievaardigheden beter aansluiten bij het curriculum van de opleiding. Door rond bepaalde thema’s te werken die actueel zijn, help je de opleidingen ook om toekomstgericht en relevant onderwijs te verzekeren. De bibliotheken kunnen als geen ander helpen om mediawijsheid, in de brede betekenis van het woord, breder in te bedden binnen elke opleiding.

Hoewel sommige (kleinere) bibliotheken vrezen dat hun ondersteuning in de toekomst meer het karakter zal krijgen van een helpdesk – waar studenten die bijvoorbeeld geen toegang krijgen tot een databank terechtkunnen – moeten we er toch voor zorgen dat bibliotheken in de toekomst meer kunnen betekenen.

Besluit

Zullen we de term ‘informatievaardigheden’ blijven gebruiken of spreken we binnenkort over 21ste-eeuwse vaardigheden? Het zal in de toekomst een uitdaging zijn voor de sector om door dat spanningsveld te navigeren. En dat moet wel, want het belang van informatievaardigheden en mediawijsheid neemt stevig toe in onze steeds veranderende digitale wereld.

Er zijn zeker wat aandachtspunten die we kunnen meenemen naar de toekomst: het aantrekkelijk maken van het belang van informatievaardigheden, het betrekken van meer docenten en opleidingshoofden en een campusoverschrijdend aanbod. We hebben alvast heel wat ervaringen en best practices om van te leren.

Waarom lid van de VVBAD worden?

  • Deel zijn van het netwerk van experten en collega's
  • Mee de belangen van de informatiesector behartigen
  • Korting krijgen op de activiteiten van de VVBAD
  • Toegang krijgen tot vakinformatie
  • Participeren in de verenigingsbesturen
Word lid
© Vlaamse Vereniging voor Bibliotheek, Archief & Documentatie vzw
Statiestraat 179 | B-2600 Berchem (Antwerpen)
Tel: (+32) 03 281 44 57 | email: vvbad@vvbad.be