Bladmuziekcollectie van de Openbare Omroep to the rescue

META Nummer 2021/8

Bladmuziekcollectie van de Openbare Omroep to the rescue

Geschreven door Vanessa Peeters
Gepubliceerd op 09.11.2021

Digitalisering, ontsluiting en valorisatie van de Bladmuziekcollectie van de Openbare Omroep (BOO), een van de belangrijkste Belgische muziekcollecties van de twintigste eeuw

IMPORTANT
IMPORTANT
August De Boeck - La Route d'émeraude. © KCB School of Arts EhB.

In 2019 ging aan het Koninklijk Conservatorium Brussel (KCB), School of Arts van de Erasmushogeschool Brussel (EhB), het driejarige erfgoedproject De Bladmuziekcollectie van de Openbare Omroep: van de vergeetput naar het world wide web van start. Het project werd ingediend als een ultieme reddingsoperatie voor deze unieke collectie. Door in te zetten op betere bewaaromstandigheden, het digitaliseren van de manuscripten, ontsluiting via de online catalogus en een brede valorisatie wil het BOO-project de collectie weer de plaats geven in het Belgische muzikale landschap die het verdient als belangrijke getuige van de muzikale geschiedenis van de Belgische openbare omroep.

De bladmuziekcollectie van de openbare omroep

De Bladmuziekcollectie van de Openbare Omroep, kortweg BOO genoemd, staat voor de muziekbibliotheek die tot 1998 in het bezit was van de Belgische openbare omroep. De Belgische openbare omroep werd opgericht in 1930 en stond bekend als het Nationaal Instituut voor de Radio-Omroep (NIR) of het Institut National de Radiodiffusion (INR). Het was de voorloper van de in 1960 gefederaliseerde BRT en RTB, die in een latere fase BRTN (1991) en RTBF (1977) werden. In 1998 werd de BRTN omgedoopt tot VRT, de RTBF onderging geen naamsverandering meer.

De BOO-collectie was bij uitstek een praktijkgerichte verzameling: een gebruiksbibliotheek, organisch gegroeid vanuit de noden van de omroep en zijn orkesten en ensembles. Muziekopnames waren nauwelijks beschikbaar in de beginjaren van het NIR en de kwaliteit was vaak niet goed genoeg om de ether in te sturen. Vandaar de nood aan livemuziek om de radio-uitzendingen te stofferen. Een belangrijk deel van de bibliotheek bestaat uit composities van Belgische componisten die actief waren in de jaren 1930-1960, zoals Karel Albert (1901-1987), Michel Brusselmans (1886-1960), Karel Candael (1883-1948), August De Boeck (1865-1937), Paul Gilson (1865-1942), Marcel Poot (1901-1988), Maurice Schoemaker (1890-1964) en Jef Van Hoof (1886-1959). Vaak gaat het zelfs om autografen, en verschillende werken zijn enkel in de BOO-collectie bewaard gebleven. Specifiek voor de omroep geschreven, en in grote mate alleen daar bewaard, zijn de radio- en tv-tunes en de overgeleverde hoorspelen. Veelal uniek, en nog te weinig bekend, zijn de circa 16.000 partituren die geschreven zijn voor de bigbandorkesten en jazz-ensembles. Deze werken zijn een unieke getuige van allerhande tv-programma’s, zoals het in de jaren 1960 immens populaire Canzonissima. Veel van de arrangementen zijn van de hand van de orkestleiders Francis Bay en Etienne Verschueren.

IMPORTANT
You’d be so nice – arrangement van Etienne Verschueren. © KCB School of Arts EhB.

De collectie is zo in een periode van bijna zeventig jaar, vanaf de oprichting van het NIR tot de afstoting van de collectie in 1998, uitgegroeid tot een van de belangrijkste bladmuziekcollecties én erfgoedcollecties voor die periode van ons land. Belangrijk om te vermelden is dat de muziekbibliotheek nooit opgesplitst werd, maar ook na 1960 onder het gezamenlijk beheer van de Nederlandstalige en Franstalige omroep gebleven is.

Na het ontbinden van de laatste ensembles die verbonden waren aan de RTBF en de BRT in de jaren 1990 verloor de collectie haar direct nut. De verzameling mocht dan twee eigenaars hebben, namelijk de BRT en de RTBF, toch vertaalde dat zich niet in een actief erfgoedbeleid: men wist niet wat ermee aan te vangen, was de bibliotheek liever kwijt dan rijk. Het inzicht dat een groot stuk Belgische muziekgeschiedenis vervat zat in deze collectie van meer dan 75.000 fysieke items, ontbrak volledig.

In 2000 werd de eigendom van de VRT overgedragen aan de Vlaamse Gemeenschap (VG), de RTBF bleef de andere medeeigenaar van de bibliotheek.

Erik Maes sprak al in 2001 over “de problematiek van de muziekbibliotheek van de VRT” in zijn artikel De openbare omroep: instrument van het Vlaamse muziekbeleid? dat verscheen in het eerste nummer van het tijdschrift Contrapunt. Toen al. In 2004 verscheen dan nog het boek Het geheugen van de geluidsfabriek (red. M. Delaere, P. Mannaerts, K. Van den Buys en V. Verspeurt), daarna werd het doodstil rond BOO. Twintig jaar lang kon BOO nauwelijks nog op enige belangstelling rekenen en lag de collectie vooral stof te vergaren. Erger nog: men was het bestaan ervan bijna aan het vergeten.

IMPORTANT
Stempel B.R.T. bibliotheek. © KCB School of Arts EhB.

BOO is erfgoed

Toch sijpelden er af en toe nog vragen over BOO binnen bij de VRT-Audiotheek en bij Kunstenpunt, voornamelijk van musici die de collectie wilden raadplegen, maar hiervoor nergens terechtkonden. Vanaf 2016 voerden CEMPER (toen nog Resonant), KCB, Kunstenpunt en de VRT-Audiotheek enkele gesprekken om te kijken hoe op deze vraag ingespeeld kon worden.

In het najaar van 2018 kwam er dan eindelijk schot in de zaak: de bibliotheek van het KCB, erkend als Vlaamse erfgoedbibliotheek, diende met positief gevolg een aanvraag in bij het Departement Cultuur, Jeugd en Media (CJM) voor het erfgoedproject De Bladmuziekcollectie van de Openbare Omroep: van de vergeetput naar het world wide web. Er waren verschillende partners betrokken bij de aanvraag: het Archief en Museum voor het Vlaams leven te Brussel (AMVB), CEMPER, Kunstenpunt, meemoo en de VRTAudiotheek. Vanaf 2020 is ook de Vlaamse Erfgoedbibliotheken vzw als partner verbonden aan het BOO-project.

Het project beoogt bij de aanvraag de bewaaromstandigheden van de collectie te verbeteren, de handgeschreven partituren te digitaliseren en te ontsluiten via een online catalogus en BOO bekend te maken bij zowel uitvoerders als muziekliefhebbers. De focus ligt op orkest-, koor-, jazz- en lichte muziek. De enorme omvang van de collectie maakt het immers onmogelijk om alle manuscripten te digitaliseren binnen de termijn van het project.

Een nieuw onderkomen voor BOO

Een eerste belangrijke mijlpaal van het BOO-project was het adviesrapport Depot voor de Bladmuziekcollectie van de Openbare Omroep, dat bezorgd werd aan het Departement CJM. Het rapport bestond uit een vergelijkend onderzoek van depotinstellingen die in aanmerking konden komen om de collectie in correcte omstandigheden te bewaren.

Tot 1996 was het iconische Flageygebouw gedurende meer dan 65 jaar de standplaats geweest van de al even iconische, maar minder zichtbare collectie. In de jaren die volgden moest de bibliotheek echter noodgedwongen verschillende keren verhuizen vooraleer de collectie in 2008 terechtkwam in een opslagruimte in de buurt van Brussel.

Een van de grote bezorgdheden die aan de basis lag van het BOO-project, waren de weinig optimale bewaaromstandigheden van de collectie daar. Het verhuisdepot waar de BOO-collectie gedurende meer dan twaalf jaar lang bewaard werd, voldeed immers niet aan de minimale normen voor verantwoorde erfgoedbewaring (een stofvrije omgeving, een klimaatcontrole, een calamiteitenplan, e.d. meer).

Dankzij het adviesrapport werd eind juni van dit jaar de verhuizing van de BOO-collectie gerealiseerd. De muziekbibliotheek heeft een onderkomen gevonden in een depot van de firma Object Care in Dendermonde. Zo is er na twintig jaar een einde gekomen aan de odyssee en heeft BOO eindelijk een veilige haven bereikt.

IMPORTANT
August De Boeck, Symfonie in g. © KCB School of Arts EhB.

Digitalisering van de bladmuziek

Met de verhuizing van de collectie is de kous natuurlijk niet af. Ook de digitalisering van de bladmuziek is van cruciaal belang voor de conservering van de collectie: degelijke digitale bestanden beperken de manipulatie van de papieren dragers en maken het fysiek consulteren in de meeste gevallen zelfs overbodig. Argumenten om de papieren dragers te beschermen zijn onder meer de kwetsbaarheid en de uniciteit van de stukken.

Om niet in het wilde weg te beginnen scannen én om het te scannen volume hanteerbaar te houden, is er een selectie gemaakt van de te digitaliseren composities op basis van de criteria die bepaald zijn door de leden van drie focusgroepen (orkest, koor en jazz). Deze criteria, opgesteld vanuit verschillende invalshoeken zoals diversiteit in bezetting, muzikaal genre en periode, resulteerden in selectiematrices die gehanteerd worden door de projectmedewerkers. Omwille van diezelfde nood aan hanteerbaarheid en efficiëntie wordt in principe enkel de partituur gescand en geen uitvoeringsmateriaal. Partijen (het afzonderlijke notenmateriaal voor één instrument of stem) zullen in principe enkel gescand worden op aanvraag.

De scans worden ‘in huis’ gemaakt door de projectmedewerker, die de nodige kennis van muziek en muziekpraktijk heeft. De digitalisering gebeurt met een Zeutschel OS 12002C Advanced, met de software OmniScan. Vooraleer de partituren gescand worden, worden ze geschoond. Eens gescand worden de stukken herverpakt in zuurvrije mappen en klaargezet om naar het nieuwe depot over te brengen. Op het einde van het project zullen ongeveer 230.000 pagina’s bladmuziek gescand zijn.

IMPORTANT
Karel Candael, De wiedsters. © KCB School of Arts EhB.

Een online catalogus

In de zeventig jaar dat de muziekbibliotheek actief gebruikt werd, is er een uitgebreide steekkaartencatalogus aangelegd: er kon per rubriek zowel op titel als op componist of arrangeur gezocht worden. Deze oude steekkaartencatalogus vormt nu de basis voor de online catalogus van de BOO-collectie.

Voor het uitbouwen van de online catalogus werd er gekozen voor het bibliotheeksysteem KOHA. KOHA is een opensource-ILS (Integrated Library System) uit Nieuw-Zeeland. Er is geen aankoopkost aan verbonden, maar er is wel een onderhouds- en ondersteuningscontract afgesloten met de firma BibLibre. Dat de bibliotheek van de Koninklijke Conservatoria van Brussel reeds verschillende jaren werkt met KOHA was een sterk argument om dit systeem ook voor BOO te gebruiken.

In de eerste fase van het project werd de conversie van de oude steekkaarten naar een Excel-bestand gerealiseerd door partner meemoo. In juli 2020 werd dit Excelbestand geüpload in KOHA, tegelijkertijd met de koppeling naar een afbeelding van de oude steekkaart en meteen ook naar de gescande partituur. Dankzij deze conversie is er een databank van meer dan 75.000 titels gecreëerd.

In januari van dit jaar werd de Online Public Access Catalog (OPAC) van de BOO-collectie opengesteld voor het grote publiek via catalog.boo-online.org. Op dat moment waren er 4.000 full title-records ingevoerd in de databank, ondertussen zijn het er al meer dan 5.000.

De beslissing om niet de volledige databank open te stellen voor het grote publiek, maar enkel de titels van de gescande partituren waarvan een uitgebreide bibliografische beschrijving aangemaakt werd, kwam er om verschillende redenen. Zo verschilt de kwaliteit van de conversie van record tot record: titels en uitvoerders zijn dikwijls moeilijk of niet leesbaar (wat niet abnormaal is wanneer documenten doorzoekbaar gemaakt worden met beeldherkenning). Daarnaast is de beschrijving vaak erg summier en kunnen we niet garanderen dat er van ieder record nog een fysieke partituur bestaat. Ook het overwicht van geconverteerde records op de opgekuiste records speelde een rol. Wie nu een werk opzoekt in de OPAC, heeft de zekerheid dat het stuk aanwezig is in BOO en dat het raadpleegbaar is, én dat er een digitale kopie van bestaat. Uitvoerders en onderzoekers bieden we wel de mogelijkheid om de volledige catalogus te doorzoeken wanneer zij daarom vragen.

IMPORTANT
Jerzy Milian, Four Engravings for Bigband and Soloists. © KCB School of Arts EhB.

Auteursrechten

Zoals hierboven gezegd werd, is er bij ieder record een koppeling aangemaakt naar de gedigitaliseerde partituur. Dat wil niet zeggen dat deze partituur zichtbaar is voor de gebruiker. Het merendeel van de werken in de collectie valt nog onder het auteursrecht en mag alleen binnen de fysieke muren van de bibliotheek geraadpleegd worden. Enkel de werken die zich al in het publiek domein bevinden, kunnen online geraadpleegd worden.

Gelukkig komt de komende jaren het oeuvre van verschillende componisten van wie er werk bewaard wordt in BOO in het publiek domein terecht. Voor andere componisten duurt het nog heel wat langer. Het afsluiten van Creative Commons Licenses (CCL’s) met de erfgenamen van deze componisten kan zowel voor BOO als voor de muziek zelf een belangrijke meerwaarde zijn. Velen zijn nu amper nog bekend, laat staan over veertig tot vijftig jaar. Met medewerking van Sabam is de zoektocht naar de rechthebbenden van een aantal componisten gestart. Omdat de beschikbare gegevens van de erfgenamen vaak minimaal zijn, is het op dit moment nog niet duidelijk of er CCL’s afgesloten zullen kunnen worden.

We hadden graag de koppeling gelegd tussen de werken uit de BOO-collectie en opnames uit de VRT-Audiotheek. Zo zou de gebruiker een aantal composities ook kunnen beluisteren. Vanwege uitvoeringsen publicatierechten die hieraan verbonden zijn, zal dat waarschijnlijk nog niet gerealiseerd kunnen worden binnen het huidige project.

BOO voor iedereen

De BOO-collectie uit de vergeetput halen, gebeurt niet alleen door het digitaliseren en catalogiseren van de collectie. We brengen BOO pas echt opnieuw tot leven wanneer we de collectie bekendmaken bij de musicus, de muziekliefhebber, de erfgoedliefhebber en natuurlijk het grote publiek. Sinds begin oktober heeft BOO een volledig nieuwe website: boo-online.be. De website richt zich in de eerste plaats op het grote publiek. Het visuele aspect is hier zeer belangrijk en de foto’s illustreren mooi de grote verscheidenheid in BOO: sommige handschriften zijn schitterende parels, andere zijn ‘vluggertjes’.

Op de website stellen we de collectie voor en schenken we aandacht aan de verschillende genres die aanwezig zijn in BOO. We presenteren ook een aantal Beaux de BOO uit de muziekbibliotheek en zetten een aantal partituren uit het publiek domein in de kijker. Deze werken kunnen virtueel doorbladerd worden.

Daarnaast wordt het erfgoedproject gepromoot via het Instagramaccount van BOO (boo2021.online) en via een driemaandelijkse nieuwsbrief. Op Instagram stellen we iedere week een ander werk voor uit de collectie. Met de nieuwsbrief richten we ons op concertorganisatoren, muzikanten en onderzoekers, maar ook andere geïnteresseerden kunnen het BOO-project zo van nabij volgen.

IMPORTANT
Marcel Poot, Luna. © KCB School of Arts EhB.

Tot slot

In februari komt er een einde aan het erfgoedproject De Bladmuziekcollectie van de Openbare Omroep: van de vergeetput naar het world wide web. Er zijn bergen verzet met de verhuizing van de collectie, de digitalisering van een aanzienlijk aantal titels en de realisatie van de online catalogus en de BOO-website. En toch lijkt het wel of we nu pas op stoom komen.

Stilaan sijpelen er meer en meer vragen binnen van onderzoekers en muzikanten om werk uit BOO te raadplegen. We kunnen die toegenomen belangstelling voor de collectie alleen maar toejuichen. Het dwingt ons ook om na te denken over het uitbouwen van een dienstverlening. Het is onmogelijk om alles gratis ter beschikking te blijven stellen: er kruipt behoorlijk veel tijd in het (fysiek) opzoeken en digitaliseren van werken die buiten de focus van het project vallen. Toch vinden we het belangrijk om iedereen voort te helpen, want BOO moet als collectie ten dienste staan van haar gebruikers.

Ondanks het doorploegen van de steekkaarten, moeten we vaststellen dat er toch nog regelmatig werken onder de radar blijven. Enkel het systematisch uitpluizen van de hele collectie, rubriek per rubriek, zal ons in staat stellen om definitief uitsluitsel te geven over de aanwezige werken in de collectie. BOO lijkt zo soms op de grot van Ali Baba. Dat de collectie een groot aantal autografen van August De Boeck herbergt, was vrij algemeen geweten. Maar dat er verschillende composities en arrangementen van tenorsaxofonist Jack Sels (1922-1970) in BOO te vinden zijn, weet bijna niemand. We ontdekten daarnaast de autograaf van de operette Luna van Marcel Poot, het enige nog bekende exemplaar van dat werk. Verder troffen we enkele arrangementen aan van het werk van Stan Brenders (1904-1969). En laten we de handschriften van de Poolse jazzmuzikanten Jerzy Milian (1935-2018) en Jan Wróblewski (°1936) niet vergeten.

De keerzijde van de medaille is spijtig genoeg minder fraai: een heel aantal werken vinden we niet terug en zullen we onvermijdelijk als definitief verloren moeten bestempelen. De jaren van verwaarlozing zijn hier niet vreemd aan.

Het mag duidelijk zijn dat er nog veel werk op de plank ligt: een groot deel van de collectie – zeg maar het grootste deel – is nog steeds onontgonnen terrein. In samenwerking met CEMPER werken we aan een waarderingstraject dat de betekenis en het belang van BOO nog sterker in de verf zal zetten.

Vorige maand werd er een aanvraag ingediend voor een nieuw erfgoedproject en dat om verschillende redenen. Vooreerst willen we BOO uit de vergeetput houden en wat gerealiseerd is, veilig stellen. Daarnaast vragen ook de andere genres om aandacht, en terecht. Het belangrijkste argument is echter dat we willen tegemoetkomen aan de interesse van musici en luisteraars: BOO is immers gemaakt om verklankt te worden.

IMPORTANT
Pieter Verlinden, Laat me nu gaan. © KCB School of Arts EhB.

Literatuurlijst

BOO, bladmuziekcollectie van de openbare omroep. Projectbeschrijving in Projectendatabank, Faro, 2021.

Mariet Calsius, België : digitalisering en ontsluiting van de collectie bladmuziek van de openbare omroep gaat voort, Online publicatie, 2020.

Mark Delaere, Pieter Mannaerts, Kristin Van den Buys, Veronique Verspeurt, Het geheugen van de geluidsfabriek. De Vlaamse symfonische muziek in de voormalige muziekbibliotheek van de openbare omroep, Leuven, 2004, 221 p.

Maes, Erik, ‘De openbare omroep: instrument van het Vlaamse muziekbeleid?’, in: Contrapunt 1 (2001) 1, p. 29-34.

Muziekbibliotheek van het Vlaams Radio Orkest/Vlaams Radio Koor. Collectiebeschrijving in Collectiewijzer Erfgoedbibliotheken.

Waarom lid van de VVBAD worden?

  • Deel zijn van het netwerk van experten en collega's
  • Mee de belangen van de informatiesector behartigen
  • Korting krijgen op de activiteiten van de VVBAD
  • Toegang krijgen tot vakinformatie
  • Participeren in de verenigingsbesturen
Word lid
© Vlaamse Vereniging voor Bibliotheek, Archief & Documentatie vzw
Statiestraat 179 | B-2600 Berchem (Antwerpen)
Tel: (+32) 03 281 44 57 | email: vvbad@vvbad.be