Sissi Loostermans blikt terug op haar carrière

META Nummer 2021/4

Sissi Loostermans blikt terug op haar carrière

Geschreven door Hanne Wouters
Gepubliceerd op 11.05.2021
IMPORTANT
© Hanne Wouters

Op een regenachtige woensdagmiddag videobel ik met Sissi Loostermans, mediatheekcoördinator Wetenschappen en Technologie bij de Karel de Grote Hogeschool (KdG), en Stieve Van der Bruggen, bibliothecaris van de Thomas More-hogeschool op de campussen Turnhout en Vorselaar. De aangelegenheid is Sissi’s nakende pensioen, waardoor er een icoon uit de hogeschoolbibliotheeksector verdwijnt. Ze werkte bijna veertig jaar in de sector en vertelt met veel liefde over haar loopbaan. Stieve neemt haar voorzitterschap van de sectie Hogeschoolbibliotheken (HSB) bij de VVBAD over en blikt in dit interview niet alleen mee terug, hij kijkt ook al even vooruit.

Achter de rug van Sissi schittert op het scherm een collectie boeken over Kelten en Romeinen. “Lezen zit bij mijn familie in het bloed, wij komen uit een drukkersfamilie”, zegt Sissi. “Daarnaast heb ik twee zussen die in de bibliotheek werkten en ook een zus die alle opleidingen gevolgd heeft, maar uiteindelijk in een andere sector aan de slag ging.”

Sissi studeerde biologie aan de universiteit. “Ik ben altijd een buitenbeentje geweest als bioloog in een bibliotheek. Dat maakt dat ik in statistieken geïnteresseerd ben en dat ik anders kijk naar het bibliotheekwerk”, zegt ze. Haar eerste baan was als leerkracht fysica, chemie en biologie in de Joodse school Jesode-Hatora Beth-Jacob. In de jaren tachtig volgde ze samen met haar zus de akte van bekwaamheid tot het houden van een openbare bibliotheek. Dat was toen bovenop een universitair diploma verplicht om bibliothecaris te worden in een hogeschool.

“Als je op de universiteit gestudeerd had, was de opleiding gemakkelijk, behalve het stukje catalografie, want dat was nieuw. Mijn zus en ik zaten vanachter in de zaal en we babbelden veel met de mensen die we leerden kennen.” Dat vindt Sissi de troef van een opleiding voor bibliothecarissen. “De connectie die je legt met andere bibliothecarissen tijdens cursussen of opleidingen is een belangrijk aspect.”

Na de akte van bekwaamheid volgde Sissi de speciale licentie Bibliotheek- en Documentatiewetenschappen. “In het eerste en het tweede jaar zaten er fanatieke bibliothecarissen die al jaren in de bibliotheeksector werkten en lang gewacht hadden op de opleiding. Soms wisten ze meer dan de docenten.” Sissi is een sterke voorstander van een echte opleiding voor bibliothecarissen en vindt het spijtig dat er weinig naar gevraagd wordt. “Je leert tijdens zo’n opleiding ontzettend veel bij en daarnaast bouw je er een netwerk op. Dat is heel waardevol.”

De eerste stappen in de sector

Via de akte van bekwaamheid kwam Sissi in contact met Lut Weltens. Samen met haar startte ze in 1983 de bibliotheek van de Katholieke Industriële Hogeschool Antwerpen in Hoboken op. “Dat was toen nog bij de paters Salesianen, zij waren missionarissen. Ze begonnen zelfstandig in Afrika een missiepost. Die missionarissen namen aan dat iedereen ontzettend zelfstandig kon werken.

Een van de eerste zaken die ze tegen mij zeiden was: ‘Jij hebt ervoor gestudeerd, dus jij mag dat regelen zoals je wilt.’ Als bibliothecaris was je gewoonlijk alleen en moest je bijna expert zijn in alles. Er was wel een directie die me steunde, maar die er ook van uitging dat ik wist waar ik mee bezig was. Het is tof om zo te werken, maar dat is iets wat meer en meer uit de sector verdwijnt.”

IMPORTANT
Sissi Loostermans samen met Ria Loostermans, haar zus, die tot haar pensioen in 2019 ook in de bibliotheeksector werkte.

Het laagdrempelig contact met de studenten draagt Sissi hoog in het vaandel. “Daarvoor is het toch dat je het doet, die verbinding aangaan met de studenten, docenten en de andere bezoekers van de bibliotheek.” In die zin heeft een hogeschoolbibliotheek vaak iets weg van een openbare bibliotheek, merkt Stieve op. “Wij zijn sterk klantgericht”, zegt Sissi.

“Op dat vlak verschilt een hogeschoolbibliotheek van een universiteitsbibliotheek, vind ik. Dat we meer klantgericht zijn, maakt het net zo interessant. In de hogeschoolbibliotheek waar ik werk, studeren zo’n 1.200 studenten die ik vanaf het eerste jaar informatievaardigheden gaf. Dat maakt dat je het gezicht bent van de bibliotheek, en net die aanspreekbaarheid vind ik ontzettend belangrijk.” Sissi was er steeds heel sterk voor om veel aanwezig te zijn. In de bibliotheek, maar ook op feestjes, vergaderingen en sociale activiteiten, ook binnen de VVBAD. “Net zoals in de film Being There.”

Na haar pensioen wil Sissi nog betrokken blijven bij de sector. “Ik heb al rondgekeken om ergens als vrijwilliger te werken. Ik doe bibliotheekwerk graag. Ik kan eventueel eens aankloppen bij de bibliotheek van de architecten in Antwerpen. Die hebben nog duizenden boeken die ingevoerd moeten worden. Thuis werk ik ook veel met boeken.” Naast de collectie over Kelten en Romeinen heeft ze ook een grote collectie historische strips.

In haar vrije tijd is ze daarnaast met archeologie bezig. “Ik ben al heel lang lid van de Antwerpse Vereniging van de Romeinse Archeologie (AVRA), die hebben ook een bibliotheek.” Binnen de VVBAD speelt al jarenlang het idee om een werking op te zetten voor gepensioneerden, een idee waar Sissi wel voor te vinden is. 

Het verenigingsleven 

Nog voor het ontstaan van de sectie Schoolbibliotheken was Sissi al aangesloten bij de VVBAD. “In de beginjaren was er geen sectie Schoolbibliotheken bij de VVBAD. Een aantal collega’s en ik begonnen daarmee.” Sinds 1989 beschikken de schoolbibliotheken over een eigen sectie en vanaf het begin was er een vertegenwoordiging van elke hogeschool.

De toenmalige en ook de huidige directie van Sissi zorgden ervoor dat ze naar de vergaderingen kon komen. “De directieleden waren wel te vinden voor samenwerkingen. De hogeschool zette sterk in op een actieve rol in verenigingen.” Daarbovenop vindt Sissi het belangrijk voor bibliotheekwerk om contact te hebben met andere bibliothecarissen. “Je leert veel bij van de andere bibliotheken. Bibliothecaris is soms een nogal eenzaam beroep. Je bent veel alleen en dan is het weleens plezierig om te kunnen vergelijken. Ik vind het bezoeken van andere hogeschoolbibliotheken ontzettend belangrijk.”

“In de sectie was er lang een werkgroep voor de bibliotheken van het secundair onderwijs. Een van de voortrekkers was een Don Boscoschool. Dat zijn technische scholen die veel belang hechten aan bibliotheken. Zo hadden die scholen al bibliotheken voordat je officieel een bibliotheek mocht hebben. De werkgroep was een klein groepje dat een paar jaar ontzettend actief was en activiteiten organiseerde. Maar in het secundair onderwijs was er geen ambt van bibliothecaris. De weinige uren die ze hadden, konden ze moeilijk gebruiken om te vergaderen."

“Je vindt de bibliotheken in het secundair onderwijs heel moeilijk. Je kunt geen contactgegevens opvragen en de bibliothecarissen hebben het ambt van pedagoog opvoeder”, weet Stieve. “Bibliothecaris wordt tegenwoordig nogal ruim bekeken, vroeger was dat een heel specifiek ambt en in het decreet vastgelegd”, zegt Sissi. “Dan vervulde je het ambt van bibliothecaris en dan hoorde je bij een aparte soort opvoedend hulppersoneel. Maar die soort kun je vergelijken met dinosaurussen, dat is een uitstervend ras.”

IMPORTANT
Sissi Loostermans op de studiedag Sociaal & Digitaal in 2008.

In 2013 werd de naam van de sectie officieel veranderd naar ‘Hogeschoolbibliotheken’ om aan te geven dat daar de focus ligt. De sectie organiseert navorming voor de leden, onderhoudt professionele contacten in binnen- en buitenland en informeert zich permanent over alle methodes en tendensen tot kwaliteitsverbetering, met de bedoeling ze onder de leden te verspreiden.

“De bestuursleden in de sectie zijn meestal verantwoordelijk voor een bibliotheek. In de themagroepen zetelen vooral bibliotheekmedewerkers die bezig zijn met de dagelijkse werking. Als leidinggevende is het vanzelfsprekend om bijscholingen te volgen, bij de bibliotheekmedewerkers is dat heel wat minder, behalve als het specifiek om hun eigen functie gaat. Dat maakt dat de themagroepen interessant zijn om de medewerkers bij elkaar te brengen. Op die manier kun je een naam op een gezicht plakken, zodat je onmiddellijk weet wie je eventueel kunt aanspreken.” 

De sectie door de jaren heen 

Sissi heeft de werking van de sectie door de jaren heen zien veranderen. “In mijn beginperiode bij de sectie mochten er maar een maximaal aantal bestuursleden zijn, dus dat maakte dat je je kandidaat moest stellen”, zegt Sissi. Het was de normale gang van zaken dat je jezelf kwam voorstellen en dan kozen de leden van de sectie de bestuursleden. “Dat was soms nogal heftig. Bij de hogescholen viel dat gelukkig nogal mee.”

Toen het aantal bestuursleden niet meer beperkt werd, ontstond het probleem dat sommigen alleen in naam bestuurslid wilden zijn, maar weinig of geen input leverden voor de activiteiten van de sectie. “Daarom verwachtte ik bij het aflopen van mandaten dat het sectielid in kwestie een verlenging actief aanvroeg.”

In dat opzicht was de VVBAD speciaal, want in de secties kwamen mensen van de verschillende koepels bij elkaar. Dat was toen niet vanzelfsprekend

“Wat we ook meemaakten, was dat medewerkers van commerciële bedrijven bestuurslid wilden worden. Ik denk bijvoorbeeld aan leveranciers van databanken. Als bestuurslid konden ze gemakkelijk op de hoogte blijven van wat er gebeurde in de wereld van de hogeschoolbibliotheken. Het was wel even zoeken om onze aanpak hierrond duidelijk te stellen.”

De sectievergaderingen gebeuren ook op een andere manier dan vroeger. “Tegenwoordig hebben we het administratieve gedeelte wat ingekort en kiezen we telkens een thema waar we over praten tijdens de vergadering”, zegt Sissi. “Zo verhogen we de betrokkenheid, wat extra mogelijkheden geeft. Vroeger stonden we wat langer stil bij de beslissingen van het Bestuursorgaan. Nu zijn er ook buiten de VVBAD organisaties zoals Elektron en de Vlaamse Hogescholenraad (VLHORA) waar mensen in samenkomen, waardoor sommige gemeenschappelijke punten op een andere plek geregeld worden. Dan moet je daar geen tijd meer aan besteden in de sectievergadering.”

Bibliotheken in hogescholen

Naast de sectie zag Sissi ook de sector evolueren. “Wij hebben verschillende fusies meegemaakt. We gingen van kleine hogescholen naar grotere fusiehogescholen en dat was een vreemde situatie. We werden oorspronkelijk aangenomen om heel zelfstandig te werken, wat betekent dat je toch een bepaald karakter hebt. En dan moet je na al die jaren opeens samenwerken, afspraken maken met elkaar en de collecties samenvoegen. Voor velen was dat een grote aanpassing. Sommige collega’s gingen dan ook in een andere sector werken. Als je aangenomen bent om zelfstandig te werken en je komt dan in een team terecht, is dat niet altijd gemakkelijk.”

Voor de fusie waren de katholieke hogescholen in Antwerpen concurrenten van elkaar. “Vooral voor de lerarenopleiding was dat het geval, ook al had iedere hogeschool een specifiek karakter. Sommige waren heel streng, terwijl andere zich meer focusten op het creatieve. Het heeft toch lang geduurd voor al die collega’s samen konden werken. Na een tijd kwamen ook de associaties tussen hogescholen en universiteiten, dat was dan nog een grotere verandering.”

In de jaren tachtig was het verschil tussen de koepels van het onderwijs groot, merkt Sissi op. “Er was geen contact tussen de katholieke scholen en de niet-katholieke. Dat waren heel andere tijden dan nu. Als het katholieke onderwijs cursussen en buitenlandse reizen organiseerde, was dat een katholieke zaak. Niet-katholieke instellingen betrekken, was niet aan de orde. Zo mocht de bibliothecaris van het provinciaal onderwijs niet vergaderen met de bibliothecarissen van het katholiek onderwijs. In dat opzicht was de VVBAD speciaal, want in de secties kwamen mensen van de verschillende koepels bij elkaar. Dat was toen niet vanzelfsprekend.”

IMPORTANT
Sissi Loostermans op de studiedag Alternatieve Feiten in 2017.

Sissi stond aan de frontlinie bij de digitale (r)evolutie. “Als we tijdens mijn bibliotheekopleiding iets moesten opzoeken in een databank, dan moesten we dat voorbereiden op papier. Na die voorbereiding werd de computer opgezet, waarna je kon inloggen om dan zo snel mogelijk je opdracht af te werken, want dat was peperduur.”

In de hogescholensector in Vlaanderen was Sissi een van de eerste bibliothecarissen die een elektrische typemachine met geheugen had om de bibliotheekfiches te maken. “Dat was toen heel speciaal, want dat toestel onthoudt de inhoud van het kaartje. Zonder het opnieuw te moeten typen, kon je verschillende soorten kaartjes tegelijkertijd maken. Een op auteur, een op titel en een op trefwoord. Dat was toen spectaculair.”

Blik naar de horizon 

Hoe ziet de toekomst voor de hogeschoolbibliotheek eruit? “Ik kom veel hogescholen tegen met een mooie oppervlakte voor een hogeschoolbibliotheek of leercentrum”, zegt Sissi. “Door de fusies is de personeelsinzet verminderd. Een tijdje geleden zetten ze docenten met vrije uren in de bibliotheek aan het werk. Die tendens is nu aan het verdwijnen. De hogeschoolbibliotheken hebben wel een toekomst, zoals in de nieuwe gebouwen van de KdG, daar is veel ruimte voor de bibliotheek voorzien.”

De toekomst voor onze sector is niet altijd even duidelijk, maar Stieve kijkt reikhalzend uit naar de mooie projecten en vooruitzichten bij Thomas More en de andere hogescholen in binnen- en buitenland. “Hogeschoolbibliotheken dienen steeds in te spelen op een veranderende onderwijscontext: blended learning, afstandsonderwijs, co-teaching, inclusief en levenslang leren, enzovoort. Ook de wensen van de vele stakeholders is iets waar we permanent rekening mee moeten houden.

Daarnaast verschillen de missies, visies en strategieën tussen de hogescholen, waardoor er geen eenduidig beeld is over hun toekomst. Toch is het voor ons als sectie Hogeschoolbibliotheken duidelijk dat we zelf initiatief moeten nemen en moeten inspelen op een veelheid aan vragen, initiatieven en ontwikkelingen. Samen staan we sterk en met een brede blik op de sector van bibliotheken en leercentra in hogescholen kunnen we onszelf kwalitatief op de kaart zetten. Je vindt op dit moment een aantal duidelijke trends terug bij schoolbibliotheken en -leercentra in binnen- en buitenland, waar we als sectie niet genoeg van op de hoogte kunnen zijn.”

Ik was in de hogescholensector in Vlaanderen een van de eerste bibliothecarissen met een elektrische typemachine met geheugen

“Er is eerst en vooral al jaren een duidelijke digitaliseringstrend aan de gang. Denk aan de verschillende online leerplatformen als aanvulling op methodes voor de lerarenopleiding, de groeiende content in de grote databanken en de online abonnementen van tijdschriften die de papieren uitgaven vervangen. De trein van deze elektronische uitgaven mist geen enkele school. Door deze digitalisering groeit bij sommige opleidingen echter het idee dat de klassieke bibliotheek overbodig wordt. Ze vinden veel content online en hebben amper papieren publicaties nodig. Toch liggen er ook net hier kansen.

De klassieke hogeschoolbibliotheek zal verdwijnen en kan worden vervangen door vooruitstrevende hubs voor en door onderwijs. Niet dat de gekende dienstverlening zal verdwijnen, maar er komen nieuwe mogelijkheden naar boven. Denk aan services op het vlak van het uitlenen van extra curriculaire materialen, het delen van de expertise over het vinden en gebruiken van kwalitatieve bronnen en het bieden van mogelijkheden tot creatief werken, stimulerend leren en ontmoeten. Dat allemaal in een duurzame, uitnodigende en flexibele omgeving, een levend hart op de campus.

Vooral de rol van bibliotheken en leercentra als derde pedagoog, waarin (in)formeel leren in een warme en stimulerende omgeving kan, is iets waarop we moeten inspelen. Dat zou dan ook een perfecte omgeving zijn om de broodnodige innovatie en het broodnodige ondernemerschap te stimuleren. Misschien zelfs met een betrokkenheid en stem vanuit het werkveld? Onze diensten zullen dus op termijn omgevormd moeten worden tot multifunctionele leer-, ontmoetings- en creatiezones, die passen in de huidige noden van onderwijs en samenleving.”

IMPORTANT
Sissi Loostermans naast zus Ria Loostermans op de studiedag Alternatieve Feiten in 2017.

“Er zijn echter ook sectoren waar de papieren collectie voorlopig nog essentieel zal blijven, nationaal en internationaal. De campusleercentra met deze opleidingen zullen blijven streven naar een evenwicht tussen fysieke en digitale collecties. Ook zij zullen echter allemaal (gelukkig) moeten evolueren naar leer-, ontmoetings- en creatiezones voor hun gebruikers. De klassieke bibliotheek verdwijnt dus ook hier.”

“De leercentra zijn al goed bezig met het ontginnen van ‘nieuwe’ terreinen. Denk hierbij aan makerspaces, fablabs en allerlei nieuwe technologieën als virtual en augmented reality. Deze nieuwe terreinen zullen hun weg naar alle leercentra vinden, doordat ze ook grootschaliger gebruikt zullen worden in de verschillende opleidingen. Leercentra zullen dus niet enkel meer collectie, werk- en ontmoetingsplaatsen zijn, maar ook plekken waar harde content gemaakt wordt voor de onderwijspraktijk.”

“Vervolgens zien we een trend in out of the box omgaan met budget, personeel en ruimte. De leercentra zullen kosten-efficiënter moeten werken. Een voorbeeld hiervan is de opkomst van Selfservice Libraries in het buitenland: leercentra waar gewerkt kan worden buiten de bemande openingsuren, in combinatie met toegangscontrole en zelfuitleen.”

“Ik kijk positief naar de toekomst, omdat er steeds meer mooie voorbeelden opduiken van instellingen die sterk investeren in hun campusleercentra. Denk aan de vele inspirerende leercentra in het binnen- en buitenland die gebruikt worden als paradepaardjes van de campussen, gaande van leercentra aan de universiteit van Helsinki tot de nieuwe bibliotheken van KdG Antwerpen, hogeschool UCLL met haar nieuwe leercentrum in Diepenbeek en de verschillende sterke renovaties aan Thomas More.

Daarnaast merk ik ook dat de rol van de schoolbibliotheek, in alle lagen van het onderwijs, tout court weer meer waardering krijgt. Zo verscheen er recent een artikel in de Volkskrant (NL) dat stelde dat elke school een eigen bibliotheek zou moeten hebben door de grote rol van die bibliotheken in de broodnodige lees-, schrijf- en cultuurbevordering. Bemoedigend, toch?” 

De fakkeloverdracht 

“Het voorzitterschap van de sectie Hogeschoolbibliotheken is een boeiende opdracht”, zegt Sissi. “Maar je moet er voldoende tijd voor vrijmaken. Je zult studiedagen organiseren, er moeten mensen vergaderen en er moeten artikels in META verschijnen. Het is niet altijd even gemakkelijk; door de veranderingen van statuut (bibliothecarissen horen nu bij het ATP (administratief technisch personeel) in plaats van het OHP of OP (onderwijzend personeel)), directies die willen besparen op bibliotheekmedewerkers en het niveau van bibliotheekwerk dat veranderde.”

Het is belangrijk om over het muurtje te kijken, zegt Sissi. “Zo bezochten we de eerste leercentra in Nederland in 2007. We startten vorig jaar ook met een nauwere samenwerking met onze collega’s in Nederland, maar corona stak een stokje voor de plannen. Dat is iets dat Stieve kan heropnemen. Daarnaast is het belangrijk om rekening te houden met de andere secties. Zo zijn er bijvoorbeeld bij de openbare bibliotheken interessante evoluties bezig. Als voorzitter moet je alles goed in het gaten houden en jezelf afvragen wat we kunnen doen en wat er in de toekomst nodig is in de hogeschoolbibliotheken.”

IMPORTANT
Stieve Van der Bruggen volgt Sissi Loostermans op als voorzitter van de sectie HSB.

Stieve ziet het voorzitterschap alvast zitten. “Ik ben blij om de fakkel over te nemen van iemand die al veel spurtjes afgelegd heeft, die de sectie echt vormde, zo lang voorzitter was en ook de sectie vertegenwoordigde in het Bestuursorgaan van de VVBAD”, zegt Stieve. “Ik zal mijn best doen en ik kijk uit naar wat de sector brengt. Ik zou eerst en vooral graag inzetten op de intersectorale samenwerking, bijvoorbeeld met openbare en wetenschappelijke bibliotheken. Ook de blik naar het internationale landschap van bibliotheken en leercentra in het onderwijs, van kleuter- tot hoger, vind ik heel belangrijk. Er leeft en gebeurt zo veel buiten ons kleine Vlaanderen waar we onze werking op kunnen en moeten baseren. Ook moeten we steeds met één voet in het onderwijs zelf proberen te staan. Alleen zo kunnen we blijvend innoveren en transformeren met de opleidingen waarvoor we bestaan.

Daarnaast is het belangrijk dat de sectie HSB duidelijke doelstellingen vooropstelt waaraan we jaarlijks kunnen werken. Ik wil ook de band met de themagroepen versterken. Er leven daar enorm veel ideeën, expertise en enthousiasme. Meer inzetten op co-creatie en vormingen voor en door de brede laag van collega’s in de hogeschoolsector is essentieel. Wat is de sectie HSB namelijk zonder haar vele themagroepen? Ten slotte kan de sectie volgens mij meer optreden als expertenteam en belangenbehartiger, waar collega’s steeds terecht kunnen met vragen. Denk aan expertisedeling over collectieverhuizingen, renovaties, aanbestedingen, enzovoort.”

“Het idee leeft om de sectie opnieuw te verbreden van Hogeschoolbibliotheken naar Schoolbibliotheken, om bibliotheken en (open) leercentra in het brede Vlaamse onderwijs weer meer te betrekken. Onze sectie is een vreemde eend in de bijt, het is een gemoedelijke groep vrienden en collega’s die losjes praten over hoe het zit en altijd klaarstaan om iemand te helpen. Het is een groep die contacten kan leggen binnen de sectie en toch veel breder gaat. Ik ben heel trots dat we al zover gekomen zijn met de sectie Hogeschoolbibliotheken.”

Samen met Stieve kijken we uit naar de toekomst, maar we zullen Sissi’s ervaring missen in de sector en bij de VVBAD. Bedankt voor je jarenlange inzet, Sissi, en geniet van je welverdiende pensioen.

Waarom lid van de VVBAD worden?

  • Deel zijn van het netwerk van experten en collega's
  • Mee de belangen van de informatiesector behartigen
  • Korting krijgen op de activiteiten van de VVBAD
  • Toegang krijgen tot vakinformatie
  • Participeren in de verenigingsbesturen
Word lid
© Vlaamse Vereniging voor Bibliotheek, Archief & Documentatie vzw
Statiestraat 179 | B-2600 Berchem (Antwerpen)
Tel: (+32) 03 281 44 57 | email: vvbad@vvbad.be