LocHal is geen bibliotheek meer, stelt Vandist. “Er is een bibliotheek: je kunt er boeken ontlenen en alle muren bestaan uit boeken. Maar het is vooral een plek geworden die de drang om te creëren van wie dan ook, professioneel of amateur, jong of oud, een thuishaven geeft.
In LocHal heb je een fablab, een futurelab, een foodlab; alles wat op -lab kan eindigen, heb je daar. Dat is zeer aantrekkelijk voor de jongere generatie. Ze krijgen een plek waar ze hun creativiteit kunnen ontplooien. Apparatuur en materiaal wordt ter beschikking gesteld, en er is ook begeleiding.
De hele attitude die leeft bij het personeel van LocHal is ook bijzonder. Het credo daar is: ‘Begint eer ge bezint’. Heel belangrijk in die huiskamers is dat er een veilige omgeving ontstaat voor de mensen die daar werken. Er moet immers geëxperimenteerd worden.
Experimenteren betekent ook mislukken. Zou het een goed idee zijn om hier een foodlab neer te zetten? Zodat mensen gaan experimenteren met lekker eten en verschillende gastronomische culturen met elkaar mengen? Want ook in Tilburg zijn veel culturen. Je kunt eerst focussen op de theorie en dan op de praktijk.
Maar het is zoals econoom Kate Raworth van het boek De donuteconomie zegt: “Practice first and theorize later.” Die attitude leeft daar, die jonge attitude. Eerst experimenteren we, dan kijken we of het werkt op relatief kleine schaal en daar leren we van. Wat we geleerd hebben, schalen we op en maken we structureel.
De traditionele weg houdt eerder in dat je meetings hebt met belangrijke mensen, die documenten schrijven. Ze dienen die dan in en proberen zo subsidies te krijgen om een werking op te zetten, en vijf jaar later heb je je foodlab. Ik overdrijf even, maar wat er in Tilburg gebeurt, is de omgekeerde weg. Het is een omgeving die dat toelaat.”
Een participatieve samenleving
“Wat ik ook boeiend vind, is dat zo’n stadshuiskamer bij uitstek de thuishaven of het vertrekpunt kan zijn van de participatieve samenleving. Daar kunnen bevragingen gebeuren, panels, noem maar op.
De laatste keer dat ik in Forum Groningen was, zag ik daar Panorama Nederland. Dat is een project waarbij burgers in verschillende steden gehoord zijn rond hun wensen, verzuchtingen en bezorgdheden rond de toekomst. Hoe ziet de Nederlander het Nederland van 2030-2040-2050 op het vlak van ecologie, ruimtegebruik, wonen, werken, economie, infrastructuur, cultuur, identiteit en noem maar op?
Daar zijn mensen op rijksoverheidsniveau mee aan de slag gegaan waarna ze dat teruggekoppeld hebben in de vorm van een installatie. Je stapt daarin en je staat in een soort van cirkelvormig atrium waar je het hele Nederland van 2050 te zien krijgt.”