De presidentiële bibliotheken van de Verenigde Staten van Amerika

META Nummer 2021/3

De presidentiële bibliotheken van de Verenigde Staten van Amerika

Geschreven door Stieve Van der Bruggen
Gepubliceerd op 30.03.2021
IMPORTANT
De George W. Bush Presidential Library op de campus van de Southern Methodist University in Dallas, Texas. © Matt Pasant

De Verenigde Staten (VS) spreken weleens tot de verbeelding. Of het nu gaat over hun (soms controversiële) geschiedenis, cultuur, politiek of over een van hun vele verwezenlijkingen als natie. Daarnaast inspireren ‘de Amerikanen’ de rest van de wereld ook weleens met hun vooruit- strevende architectuur, werking en initiatieven in de bibliotheek- en informatiesector. Een niche binnen de sector zijn de verschillende presidentiële bibliotheken. Hun geschiedenis, opdracht en werking kunnen misschien een mooie inspiratie vormen voor onze praktijk.

A history for future generations

Presidentiële bibliotheken zijn geen klassieke bibliotheken, zoals de benaming wellicht doet vermoeden. Ze zijn in werkelijkheid multifunctionele plekken die dienst doen als een collectiebibliotheek, museum, archief, monument en educatief centrum. De bibliotheken en hun bezit zijn eigendom van de gemeenschap en zijn in feite fysieke opslagplaatsen van documenten en artefacten van een president en zijn gehele administratie.

Deze materialen worden, in de mate van het mogelijke, zo breed mogelijk ter beschikking gesteld aan het Amerikaanse volk voor studie, onderzoek en discussie. Niet alles is echter vrij raadpleeg- en opzoekbaar, aangezien Amerikaanse presidenten en hun administraties heel wat vertrouwelijke documenten (laten) opstellen.

Tot op heden bestaan er in de VS vijftien presidentiële bibliotheken, die centraal beheerd worden door het Office of Presidential Libraries, dat deel is van de National Archives and Records Administration (NARA). De fysieke en digitale collecties van de verschillende bibliotheken zijn bijzonder divers, gaande van foto’s en opnames tot officiële documenten die opgesteld werden door verschillende overheidsorganen tijdens de legislatuur van de zittende president.

Daarnaast bestaat een groot deel van de collecties uit persoonlijk werk en bezittingen van de president in kwestie. Denk aan werkagenda’s, ondertekende wetten, persoonlijke briefwisseling rond een wetsvoorstel en officiële perscommunicatie.

Ten slotte bevatten de collecties belangrijke getuigenissen van sociale en culturele activiteiten en trends tijdens de legislatuur. Denk hierbij aan uitzonderlijke stukken als kostuums die de president droeg op buitenlandse bezoeken, portretten van de first lady of officiële relatiegeschenken, gekregen bij het bezoek van verschillende staatshoofden. 

Franklin D. Roosevelt

President Franklin Roosevelt, bij velen bekend door zijn leiderschap in het interbellum en tijdens WO II, was van mening dat de officiële correspondentie, documentatie en artefacten van zijn administratie eigendom en erfgoed waren van het volk van de Verenigde Staten. In het verleden werden reeds te veel waardevolle documenten en artefacten van de overheid (opzettelijk) vernietigd en verkocht of raakten ze verloren.

Om toekomstig erfgoed te beschermen en ter beschikking te stellen aan toekomstige generaties, besliste de president in 1938 om een presidentiële bibliotheek op te richten in Hyde Park, New York. Hij zocht naar private financiering voor de bouw ervan en droeg de bibliotheek met al haar bezittingen over aan de NARA. In 1955 werd er vanuit het Congres in de Presidential Libraries Act besloten om deze traditie verder te zetten voor toekomstige presidenten.

De wet voorzag in een systeem waarbij deze instellingen met private financiering opgericht werden door de zittende president, en na zijn ambtstermijn door de federale overheid uitgebaat en onderhouden werden. Presidenten financierden met andere woorden hun eigen bibliotheek, en konden dan ook zelf kiezen waar deze opgericht zou worden binnen de VS. Er werd dan ook vaak gekozen voor een symbolische plek binnen de eigen staat. Sinds 1955 werden nog heel wat wetswijzigingen in verband met deze bibliotheektraditie doorgevoerd, waardoor deze nichesector steeds kon inspelen op veranderende noden.

IMPORTANT
Bill Clinton Presidential Library in Little Rock, Arkansas. © Stuart Seeger

En wat met presidenten voor Roosevelts administratie? Herbert Hoover, de voorganger van Roosevelt, stichtte later zelf een kleine bibliotheek in Iowa. Materialen van administraties voor Hoover liggen tot op heden verspreid over het hele land. Denk aan collecties in universiteiten en de Library of Congress. 

Werking onder de loep

Elke dag produceert een presidentiële administratie duizenden geschreven en audiovisuele materialen, die een uniek inzicht geven in de werking van de Amerikaanse natie. De presidentiële bibliotheek verzamelt niet enkel deze officiële media, maar ook heel wat persoonlijke materialen van de presidentiële familie en hun nauwe kennissenkring. Het doel van deze verzameldrang is duidelijk: een totaaloverzicht verschaffen van de rol van de huidige presidentiële administratie in de geschiedenis van het land.

Naast verzameling en preservatie, is het hoofddoel Amerikaanse burgers inzage te geven in een selectie van de materialen van een administratie. Hier schuilt volgens de NARA net de zware uitdaging waar elke presidentiële bibliotheek voor staat: “Preserving these rich historical holdings, yet making them available to the public, are competing demands.

Voordat informatie aan het publiek ter beschikking gesteld wordt, dient het bezit van elke instelling verwerkt te worden door speciaal daarvoor opgeleide archivarissen. Na een inventarisatie worden alle materialen in zwaar beveiligde archiefdepots ondergebracht. Vervolgens wordt bij elk stuk afzonderlijk bekeken of het geheime of (privacy)gevoelige informatie bevat, die al dan niet door het brede publiek gekend mag zijn. Dat proces van classificatie, beschrijven en ter beschikking stellen, neemt vaak meerdere decennia in beslag. 

Elke bibliotheek volgt specifiek opgelegde regels over wanneer, wat en hoe materialen ter beschikking gesteld worden. Na de overdracht van de macht aan een volgende president, wordt gedurende vijf jaar geen enkel materiaal van de voorgaande administratie getoond aan het brede publiek. Gedurende deze jaren wordt de belangrijkste brok door de archivarissen verwerkt en klaargemaakt voor inzage door onderzoekers, historici en andere geïnteresseerden.

Na deze transitieperiode van vijf jaar vallen de geselecteerde materialen onder de Freedom of Information Act, wat wil zeggen dat onderzoekers een aanvraag tot inzage van specifieke documenten kunnen indienen bij de desbetreffende presidentiële bibliotheek. Voor de inzage van documenten van de Trump-administratie moeten we bijvoorbeeld wachten tot 2026.

IMPORTANT
The John F. Kennedy Library, in Boston, Massachusetts. © Eric Baetscher

De inhoud van de collecties is enorm en varieert ook sterk tussen de instellingen onderling. Het is dan ook niet onlogisch dat de verwerking van alle materialen langer duurt dan vijf kalenderjaren. De oudere presidentiële bibliotheken (Herbert Hoover, Roosevelt en Truman) zouden ongeveer negentig procent van hun materialen verwerkt hebben.

De middeloude bibliotheken zouden aan ongeveer vijftig procent verwerking zitten. De recentere bibliotheken (vanaf Ronald Reagan) zouden minder dan de helft van de collectie verwerkt hebben. Elke bibliotheek dient in te zetten op het ondersteunen van onderzoek, informatie en educatie over hun president.

Dat doen ze niet enkel door het stimuleren van en helpen bij onderzoek, maar ook door het aanbieden van een presidentieel museum in het gebouw. Deze musea zetten op een informatieve en educatieve manier (deel)collecties in de kijker en richten zich voornamelijk op binnenlands toerisme en onderwijsinstellingen. In die zin zijn ze vaak ook erkende trekpleisters en populaire monumenten. 

Naar een digitale dienstverlening

In 2017 kondigde de Obama Foundation aan dat ze volop wilden inzetten op het volledig digitaliseren van zoveel mogelijk materialen uit de administratie van Barack Obama. In plaats van een fysieke bibliotheek te bouwen, die alle materialen zou bewaren, beveiligen en tentoonstellen, zal de organisatie van de voormalige president met eigen middelen inzetten op digitalisatie.

De fysieke materialen zouden vervolgens verdeeld worden onder andere faciliteiten van de NARA (bestaande archieven in de regio van het Capitool). Binnen dit nieuwe model zou de NARA in de toekomst niet meer inzetten op het beheer van fysieke traditionele presidentiële bibliotheken, maar focust de overheidsorganisatie op digitalisatie en het gebruiksvriendelijk ter beschikking stellen van deze materialen.

De voordelen zouden de nadelen overtroeven: meer middelen voor digitalisatie en het sneller en gebruiksvriendelijker ter beschikking stellen van materialen aan de burgers. Daarnaast zou de werking, volgens de NARA, perfect aansluiten bij de hedendaagse (digitale) werking van het Witte Huis en de toekomst van de archief- en bibliotheeksector.

Of voormalig president Donald Trump toch een eigen bibliotheek of museum zou oprichten, is voorlopig niet duidelijk. De kans is echter wel groot dat Trump ook in deze materie Obama’s voorbeeld niet zal volgen.

Waarom lid van de VVBAD worden?

  • Deel zijn van het netwerk van experten en collega's
  • Mee de belangen van de informatiesector behartigen
  • Korting krijgen op de activiteiten van de VVBAD
  • Toegang krijgen tot vakinformatie
  • Participeren in de verenigingsbesturen
Word lid
© Vlaamse Vereniging voor Bibliotheek, Archief & Documentatie vzw
Statiestraat 179 | B-2600 Berchem (Antwerpen)
Tel: (+32) 03 281 44 57 | email: vvbad@vvbad.be