We kunnen deze redenering nog verder doortrekken. Kunnen we de geschiedenis van de kolonisatie en de dekolonisatie wel schrijven zonder rekening te houden met publieke vertogen, het privé-leven, de populaire cultuur, de kunst, of het onderwijs?
De term ‘koloniale archieven’ kan dus ingezet worden om te verwijzen naar elk document dat een getuigenis vormt van de koloniale ervaring: de archieven van religieuze missies, ondernemingen, persorganen, universiteiten, internationale stichtingen en organisaties, individuen, administraties waarvan het primaire doel niet het beheer van de koloniale gebieden betrof, enzovoort.
Daarom zien we alle archieven verbonden met het koloniale fenomeen en de gekoloniseerde gebieden als koloniale archieven, ongeacht hun archiefvormer en plaats van archiefvorming.
Het bewogen parcours van de archieven van de Belgische kolonisatie
Er sluimert een wijdverspreide overtuiging dat bepaalde aspecten van de Belgische kolonisatie van het huidige Congo, Rwanda en Burundi opzettelijk verzwegen en verborgen worden. Dat argument werd onlangs opnieuw aangehaald tijdens de discussies die voorafgingen aan de oprichting van de zogenaamde Congo-commissie.
De koloniale archieven zijn inderdaad (nog) niet volledig toegankelijk, maar dat mag geenszins geïnterpreteerd worden als een bewuste poging om een deel van deze archieven verborgen te houden.
Om deze situatie minstens gedeeltelijk te verhelpen, schreven het Rijksarchief en het AfricaMuseum een omvangrijke bronnengids over het koloniale verleden waarvan de publicatie voor begin 2021 gepland is.
Dat zoekinstrument zal een overzicht opleveren van de ongeveer tien lineaire kilometer publieke en privé-archieven over het koloniale verleden die in België bewaard worden.
De archieven die in België gevormd werden
Wat de archieven van Belgische archiefvormers betreft, denken we in de eerste plaats aan de documenten van het ministerie van Koloniën en zijn rechtsopvolgers. Deze institutionele archieven (3,5 km) zijn sinds meer dan zestig jaar toegankelijk.
Briefwisseling tussen het ministerie en het gouvernement-generaal, debatten over de geldende wetgeving in het toenmalig Belgisch Congo en Ruanda-Urundi, stukken over de financiering en de aanwerving van koloniale agenten en ambtenaren en vele andere zaken worden bewaard in het Afrika-archief, dat in 1962 binnen het ministerie van Buitenlandse Zaken opgericht werd.
Tot het begin van de twintigste eeuw vormden deze institutionele archieven het grootste deel van het koloniale archief dat (onder voorwaarden) raadpleegbaar was.
De archieven die in de koloniale gebieden gevormd werden
Het hart van de koloniale archieven werd gevormd in het toenmalig Belgisch Congo en Ruanda-Urundi. Aanvankelijk bewaarden de betrokken administraties deze documenten, totdat de lokale autoriteiten een eigen archiefbeleid ontwikkelden.