In de geschiedschrijving en in de archiefwereld hebben opeenvolgende golven van emancipatorische bewegingen in de voorbije decennia een heilzaam proces van democratisering en innovatie in gang gezet, onder andere door aandacht te vragen voor de gewone man (de sociale geschiedenis), de vrouw (het feminisme) en nu dus ook voor personen met een niet-witte huidskleur. Vanuit de marges zijn op die manier vaak vernieuwende instellingen en perspectieven ontwikkeld, die de hele maatschappij veranderd hebben. In dat verband is de herdenkingsbeweging over het slavernijverleden in Nederland ook een actueel voorbeeld. Ondertussen staan er op acht plaatsen in Nederland monumenten die de slavernij herdenken, wordt er gepraat over een monument in Den Haag, en is de slavernij opgenomen in de Canon van Nederland (zie hierover onder andere het werk van Karwan Fatah-Black).Ook de Surinaamse antikoloniale schrijver en activist Anton de Kom (1898-1945) is opgenomen in de Canon van Nederland.
Dat alles gaat gepaard met heftige debatten en emoties, en reacties die ook wel omschreven zijn als witte fragiliteit (Gloria Wekker): defensieve opstellingen en gevoelens van ongemak bij het in vraag stellen van racistische symbolen en tradities (Zwarte Piet, standbeelden van Leopold II enzovoort). Dat blijkt bijvoorbeeld uit het bekladden met witte (!) verf en het aanbrengen van een dubieuze slogan op de muurschildering met zwarte helden op het gebouw van The Black Archives in december 2020.
Archivarissen zijn vaak op een eerder technische manier met hun vak bezig, waarin de hoe-vraag domineert: hoe kunnen we zo goed en efficiënt mogelijk archief beschrijven, beheren, bewaren en digitaliseren? Door de digitale omslag van de voorbije decennia domineerden vaak technische vragen en best practices. Vragen als ‘wat doen we eigenlijk, waarom doen we dit, en niet iets anders? Hoe dragen we als archief bij aan een meer democratische en pluriforme samenleving? Hoe zorgen we ervoor dat de archiefwereld een zo inclusief mogelijk beeld geeft van de maatschappij?’ worden soms minder gesteld. Kritische reflectie is nodig, en de Ketelaarlezingen dragen alleszins bij aan dat proces.