Ik was er graag bij geweest, en niet enkel voor de erotische escapades.
Momenteel lees ik Ivan Toergenjevs Jagersverhalen. Met dank aan de lokale bibliotheek, die een uitgave uit 1955 bewaart. Ik kwam het op het spoor door Orlando Figes’ Europeanen te lezen, mijn ontdekking van 2020. De Jagersverhalen zijn allemaal kleine impressies van het leven op het Russische platteland.
Ironisch genoeg schreef Toergenjev deze erg Russische, haast pastorale verhalen tijdens een zelfopgelegde verbanning ergens in Europa. Nikolaj Gogol schreef Dode zielen dan weer in Rome. Het een en ander werpt een frisse blik op canonisering van literatuur.
Biljarten om half tien van Heinrich Böll kan ik iedereen aanbevelen. Allereerst omdat het hoofdpersonage elke dag om half tien ’s ochtends gaat biljarten, een werkregime waarvan men vandaag enkel nog kan dromen.
Tegelijkertijd is het een familiekroniek die drie generaties overspant én een haarscherpe analyse van de morele leegte in het naoorlogse West-Duitsland.
Lees nadien zeker ook zijn Meningen van een clown over een clown op zijn retour en Vrouwen voor rivierlandschap over cocktailparty’s bij de nieuwe elite, die teleurstellend veel op de oude lijkt.
Mijn boekenkast is te klein. Boeken vormen al snel een stockageprobleem. Juist daarom zijn bibliotheken belangrijk. In mijn boekenkast staat meer non-fictie dan fictie, hoewel die opdeling bij filosofie vaak minder bruikbaar is.
Vroeger was alles op kleur gesorteerd, maar dat werd onhoudbaar. Nu hanteer ik een chronologische ordening, waarbij de Bijbel en Homeros vechten voor de eerste plek: een oplossing die minstens even onhandig is als de vorige.
Meestal lees ik boeken uit. Ik vind niet dat elke zin met evenveel aandacht gelezen moet worden. Ik vermoed dat ook de auteur niet elke zin met evenveel aandacht opschreef.
Er zijn boeken die ik in stukjes lees: Historiën van Herodotes (te veel veldslagen), er zijn boeken waar ik de laatste pagina’s nog van moet lezen: Oorlog en vrede (te veel geschiedenisfilosofie) en er zijn boeken waar het gewoon mislukte: In de Ban van de Ring (te veel dwergen); Sein und Zeit (te veel koppeltekens); De toverberg (te veel alles).
Heel wat boeken werden niet verfilmd. Die films zijn alvast niet slechter dan het boek. Maar omdat de boog niet altijd gespannen kan staan: Pride and Prejudice and Zombies van Seth Grahame-Smith werd erg smaakvol verfilmd (Burr Steers, 2016).
Met Giacomo Casanova zou ik graag eens een avondje op stap gaan. Of we vrienden zouden worden, is niet zonder meer zeker. Hoe dan ook is zijn autobiografie wellicht een van de meest avontuurlijke literaire huzarenstukjes ooit.
Een dozijn volumes lang reis je door een verdwenen Europa in het gezelschap van een charmeur, mythomaan, sjacheraar en chroniqueur. Wat waar is en wat verzonnen is (of waar hij zich vergist), is niet altijd even duidelijk.
Maar eigenlijk doet dat er ook niet zo heel veel toe. Ik was er graag bij geweest, en niet enkel voor de erotische escapades.