On the record: Archiefzorg bij muziekorganisaties

META Nummer 2021/1

On the record: Archiefzorg bij muziekorganisaties

Geschreven door Mariet Calsius, Nathalie Ferket, Nastasia Vanderperren
Gepubliceerd op 02.02.2021
IMPORTANT
Oxalys. Foto: © France Dubois.

Op 22 oktober 2019 verwelkomden CEMPER en meemoo zes muziekorganisaties voor een archiefdoorlichtingstraject. Zo’n traject beoogt de begeleiding van structureel gesubsidieerde kunstenorganisaties uit de muziek- en podiumkunstensector, bij (het opzetten van) archiefzorg, het formuleren van adviezen en mogelijke acties, en het versterken van de bewustwording voor archiefzorg. Het gehele traject loopt over meerdere maanden, waarbij de deelnemers verschillende aspecten van de basisarchiefzorg - zoals de Vlaamse overheid die ziet volgens het Kunstendecreet - in detail bekijken. In mei 2020 kregen de organisaties een rapport met een stand van zaken over hun archiefzorg.

Spelers en concept 

De basiszorg waarover we in dit artikel spreken, is een geheel van richtlijnen rond archiefzorg die de Vlaamse overheid als bijkomende subsidievoorwaarde oplegt aan kunstenorganisaties die structurele werkingssubsidies ontvangen. In 2004 werd zorg voor het archief in het Kunstendecreet opgenomen.

Wat dat kon zijn, was vijftien jaar geleden niet bepaald, laat staan dat men enig idee had hoe dat te organiseren. Als je als overheid een verplichting oplegt, moet je ook de nodige omkadering bieden.

Om dat concreet op te volgen werd PACKED (nu meemoo) in 2013 gevraagd om met verschillende partners uit het kunsten- en erfgoedveld een strategie uit te werken om die zorg voor archieven en collecties in de kunstensector stilaan uit te bouwen.

Een netwerk van organisaties uit beide sectoren engageerde zich om kunstenaars en kunstenorganisaties te sensibiliseren en te informeren over de zorg voor hun archief en/of collectie(s). De samenwerking resulteerde in praktijkondersteuning via infosessies, studiedagen en een website.

De website ging in 2014 online en is ondertussen geheel herzien. TRACKS – Toolbox en Richtlijnen voor Archief- en Collectiezorg in de Kunstensector is zo opgebouwd dat de kunstenorganisaties een flinke aanzet krijgen om hun archief kwaliteitsvol aan te pakken op hun eigen niveau of tempo.

De kunstenorganisaties en/of individuele kunstenaars kiezen zelf welke aspecten van archiefzorg het dringendst zijn en wat op hun maat realiseerbaar is.

IMPORTANT
Een concert van de Turkse zanger Nev in 2011. Foto: © De Centrale.

De partners van TRACKS zijn het Archief en Museum voor het Vlaams leven te Brussel (AMVB), Archiefbank Vlaanderen, CEMPER, het Centrum Kunstarchieven Vlaanderen (CKV), het Letterenhuis, meemoo en het Vlaams Architectuurinstituut (VAi), geflankeerd door de steunpunten FARO en Kunstenpunt, en door het Departement Cultuur.

Voor alle partners is het belangrijk dat het erfgoed van de kunstensector op lange termijn bewaard wordt en ter beschikking gesteld wordt aan een ruimer veld dan alleen de kunsten. Wat is immers de zin van het streven naar excellerende cultuurspelers als ze achteraf uit het collectieve geheugen verdwijnen?

Het is in het kader van TRACKS dat Het Firmament (nu CEMPER) en PACKED enkele jaren geleden het concept van archiefdoorlichting voor podiumkunstenorganisaties uitwerkten. De allereerste doorlichting was die van BRONKS, het Brusselse jeugdtheater, in 2015 samen met het AMVB.

Het bleek uitermate interessant om een organisatiearchief zo door te lichten, maar omdat het veel tijd vraagt, is het moeilijk om dat voor elke kunstenorganisatie individueel te doen. Daarom groeide het idee van een collectief traject, zodat meerdere organisaties tegelijk begeleid konden worden.

Dat ze ook informeel van elkaar konden leren en ervaringen uitwisselen, was mooi meegenomen. In totaal organiseerden Het Firmament en PACKED tussen eind 2015 en najaar 2017 drie doorlichtingstrajecten.

Alles bij elkaar namen vijftien podiumkunstenorganisaties deel. (Zie ook Eline De Lepeleire en Nastasia Vanderperren, ‘Archiefvormers aan zet. Stap voor stap naar een totaalaanpak voor het archief van podiumkunstenactoren.’ META 2017/5, p. 10-15.)

In het najaar van 2019 werd voor het eerst een traject voor muziekorganisaties opgezet door CEMPER (Mariet Calsius en Nathalie Ferket) en meemoo (Nastasia Vanderperren).

CEMPER, Centrum voor muziek- en podiumerfgoed, is de organisatie die ontstond uit de fusie van Het Firmament en Resonant, tot eind 2018 de landelijke expertisecentra voor respectievelijk erfgoed van de podiumkunsten en muzikaal erfgoed. Meemoo, Vlaams instituut voor het archief, ontstond uit de fusie van VIAA, PACKED en Lukas.

VIAA evolueerde van Vlaams Instituut voor digitale Archivering en ontsluiting van het Audiovisueel erfgoed al snel naar Vlaams Instituut voor Archivering. PACKED was het landelijk expertisecentrum voor digitaal erfgoed. Lukas was de dienstverlenende organisatie voor het digitaliseren en ter beschikking stellen van kunstwerken uit de Vlaamse collecties.

Uitwerking van het traject

Het archiefdoorlichtingstraject van CEMPER en meemoo focust op de zes richtlijnen die de Vlaamse overheid als basiszorg ziet: visie en beleid; overzicht; ordenen en beschrijven; duurzaam bewaren; gebruik en rechten; ondersteuning. (Zie: projecttracks.be/basiszorgrichtlijnen). Een zevende thema, dat niet tot de verplichte basiszorg behoort, maar belangrijk is bij archiefzorg, is waardebepaling.

IMPORTANT
Sfinks in Boechout. Foto: © Robin Dua.

Het volledige traject bestond uit:

  • De startbijeenkomst (22 oktober 2019). De organisaties maakten kennis met elkaars werking, het concept van het hele traject werd toegelicht en wederzijdse verwachtingen werden geformuleerd.
  • Het vervolledigen van een vragenlijst over de verschillende onderdelen rond archiefzorg. Dat verliep in drie stappen, gespreid over drie deadlines.
  • Een archiefgesprek per organisatie met als leidraad de antwoorden op de vragenlijst (extra toelichtingen en/of verduidelijkingen). Eventueel formuleerden we al mondeling een advies. Zowel het fysieke als digitale archief werd bekeken. Door COVID19 konden een aantal bezoeken niet plaatsvinden. Waar het mogelijk was, werd dat vervangen door een videogesprek. In één geval werd dit gesprek uitgesteld naar een latere datum.
  • Het opstellen van een rapport op basis van de ingevulde vragenlijst en het gesprek.
  • De eindworkshop op 26 mei 2020 waarbij veel voorkomende pijnpunten aangehaald werden met bijbehorende theorie. Nadien werden per organisatie drie actiepunten geformuleerd. 

Elk rapport volgt de richtlijnen van de basiszorg. Het formuleert per richtlijn een advies – veeleer het theoretische kader – en vooral waarom we dat aanraden, telkens met een doorverwijzing naar de bijbehorende tool op TRACKS.

Nadien krijgen de organisaties acties gesuggereerd om de archiefwerking op te starten, bij te sturen of te optimaliseren. Het is niet de bedoeling om een oordeel te geven over de archiefwerking en we willen de organisaties niet in een concurrentiële positie zetten.

De oefening die we maken, is om per richtlijn een status toe te kennen die of een belletje moet doen rinkelen om in actie te schieten, of net een bevestiging is dat wat gebeurt of gebeurd is, goed is.

We hanteren hierbij vier niveaus: nog niet in overweging genomen – theoretische kennis reeds aanwezig – implementatie gestart – volledig geïmplementeerd. Op het einde van de rit hebben we deze statussen per richtlijn op een rijtje gezet om gemeenschappelijke noden te kunnen vaststellen en de pijnpunten boven te halen.

De deelnemers 

De oproep voor de muziekorganisaties was een succes: de zes plaatsen waren in een mum van tijd volzet. De deelnemers vormden een diverse groep, zowel naar grootte, leeftijd en personeelsbezetting van de organisatie als naar muziekgenre en organisatieprofiel:

  • Alamire Foundation (Leuven), onderzoeksorganisatie;
  • Cohort Productions (Brussel), managementbureau;
  • De Centrale (Gent), concertorganisator;
  • Festival van Vlaanderen (FVV) Mechelen/Kempen (Mechelen), concertorganisator;
  • Oxalys (Brussel), ensemble;
  • Sfinks Animatie (Boechout), concertorganisator.

Wat het personeelsbestand betreft, variëren de vte van 1,8 tot 22. Cohort Productions haakte in januari noodgedwongen af. Door de besparing op de subsidies kon slechts één vaste medewerker in dienst blijven.

De juridische vorm van alle deelnemende organisaties is de vzw-vorm. De oudste organisaties dateren van de jaren 1970: FVV Mechelen/Kempen en Sfinks. De andere werden opgericht in de jaren 1990.

Typische archieven en collecties voor muziekorganisaties?

Kunstenorganisaties kunnen zich in hun archiefzorg niet beperken tot louter het administratieve, productie- of communicatiearchief. Vaak bezitten de kunstenorganisaties ook bibliothecaire, documentaire of objectencollecties.

In het geval van de hier deelnemende muziekorganisaties zijn dat: een partiturenbibliotheek (Oxalys), audiovisuele collecties (alle deelnemers: uitgebrachte opnames en/ of concertregistraties) en zelfs een erfgoedcollectie en instrumentenverzameling (Alamire Foundation).

IMPORTANT
Een optreden van de Turkse groep Yüksek Sadakat in 2009. Foto: © De Centrale.

Vooraleer we gedetailleerder ingaan op de inhoudelijke aspecten van de archieven en het beheer ervan, mogen we zeggen dat het niet slecht gesteld is met de archiefzorg bij de muziekorganisaties.

Er gebeurt wel degelijk veel goed werk, maar ze zijn zich niet altijd bewust van de vele aspecten van archiefzorg, noch van wat men eigenlijk onbewust en routinematig al doet.

Omdat veel archieftaken niet als dusdanig herkend worden, lijkt het voor heel wat organisaties doorgaans een onoverkomelijke opdracht om eraan te beginnen. Bovendien kan vakjargon een extra drempel opwerpen.

De erfgoedsector is soms gespecialiseerd in het toekennen van nieuwe betekenissen aan eenvoudige begrippen en termen waarbij een hertaling nodig is. Leken zijn op voorhand wantrouwig en denken dat je een volledig informatiemanagementsysteem nodig hebt om een overzicht van je archief op te stellen.

Bij kleinere organisaties vinden medewerkers doorgaans gemakkelijker hun weg in het archief. Over het algemeen konden we bij de meeste deelnemers zeggen “Dus jullie doen wel degelijk aan archiefzorg” en die bevestiging werd met opluchting onthaald.

Inhoudelijke resultaten van de doorlichting

Het rapport is zo opgesteld dat de richtlijnen die de overheid als basisarchiefzorg beschouwt, volledig geïntegreerd zijn. Een inleidend onderdeel spitst zich toe op het verzamelen van de nodige informatie over de deelnemende organisaties. Uiteraard willen we ook weten waarom de organisatie deelneemt aan het project.

De vraag van de overheid naar archiefzorg prijkt hier als antwoord bovenaan. Het archief op orde krijgen met een overzicht ervan, is eveneens een reden om hulp te zoeken. Eén organisatie gaf aan dat ze een manier zoekt om archiefzorg structureel in de werking op te nemen.

Visie en beleid

Alle deelnemende organisaties hebben een visie en een beleid over de archiefwerking. Bij de ene organisatie gaat het om echt praktische doelstellingen, de andere ziet het soms weer vrij groot of te groot. Van een echte ‘integratie’ van de visies in de werking kunnen we nog niet spreken.

Er worden stappen ondernomen, maar vaak blijft de archieftaak informeel. Vanuit TRACKS stimuleren we om in het budget een bedrag voor archiefzorg uit te trekken en de archieftaak toe te voegen aan de functiebeschrijving van de archiefverantwoordelijke.

Geruststellend is dat bij de meeste deelnemers tijd besteed mag worden aan archiefzorg. Wat het budget betreft, is het zo dat meubilair en kantoormaterialen, die in het verleden aangekocht werden om het archief op te bergen, vandaag niet meer gezien worden als investering.

Ook het aankopen van een harde schijf voor het maken van een back-up ziet men niet als investering in archiefzorg. Door de organisatie te wijzen op deze ‘onzichtbare’ investeringen, maken we het al concreter en ziet men archiefzorg stilaan als onderdeel van de werking en niet als extra last.

Positief is dat de helft van de organisaties vertrouwd is met een opruimdag voor het papieren archief, veeleer gekend als ‘het opruimen tijdens de zomer’. FVV Mechelen/Kempen heeft de goede gewoonte om na elke concertreeks (één in mei, één in oktober) een opruimdag te houden.

Het zijn vooral de kleine organisaties die hier goed scoren. Velen gaven aan een digitale opruimdag te willen organiseren.

Overzicht van archief en collectie(s) opstellen

De meeste organisaties weten waar welk onderdeel van het archief staat, maar niet elke organisatie beschikt over een actueel overzicht. Toen we vroegen om een overzicht uit te schrijven, was het voor enkele organisaties de eerste keer dat ze dit effectief deden.

De helft beschikt over (een) aparte ruimte(s) voor het papieren archief. Als stedelijke vzw’s vinden De Centrale en FVV Mechelen/Kempen de oudste of oudere delen van hun archief terug in respectievelijk het Amsab en het Stadsarchief Mechelen. Wat de inhoud daarvan is, weten ze meestal niet. De helft van de organisaties heeft een duidelijke digitale mappenstructuur in de cloud.

IMPORTANT
De Ledebirds. Foto: © De Centrale.

Enkele details over de archieven:

  • Het is logisch dat de oudste organisaties over het grootste papieren archief beschikken. FVV Vlaanderen/Kempen heeft circa twintig meter in een aparte ruimte en circa tien meter in de kantoorruimte (vooral boekhouding). Voor Sfinks is dat ongeveer hetzelfde, al moeten we hier melden dat een groot deel van het archief verloren gegaan is bij een brand in 2010.
  • Oxalys bewaart het archief in de kantoorruimte, maar wel in afgescheiden kasten. Het ensemble beschikt over een aparte partiturencollectie die ook plaats in beslag neemt. Die collectie is voor intern gebruik gedigitaliseerd. Het ensemble heeft een vrij volledig archief, omdat het naar aanleiding van het 25-jarig jubileum de archieven bij oud-medewerkers opgevraagd heeft.
  • De Centrale heeft een beperkt papieren archief, omdat men vrij vroeg volledig digitaal begon te werken.

Waardebepaling

Hoewel waardebepaling geen onderdeel is van de richtlijnen basiszorg, wordt er tijdens het traject vrij diep op ingegaan. Zo kunnen we de abstractere begrippen van administratieve, juridische en cultuurhistorische waarde verduidelijken om bewuster aan archiefbewaring te doen en niet alleen omdat het moet.

Bovendien durft men vaak niets weggooien en zit men daardoor met een ballast van zaken die niet permanent bewaard moeten worden. Typisch aan archieven van muziekuitvoerende organisaties is dat de administratieve ploeg uit een veeleer vaste kern bestaat.

De betrokken musici worden meestal per project aangetrokken. Soms zijn oprichtende muzikanten deeltijds in loondienst en nemen zij ook administratieve taken waar. Daardoor is er een grote betrokkenheid bij de archiefzorg.

Als we de opzet van het gehele traject bekijken, mogen we zeggen dat we geslaagd zijn.

De wettelijke bewaartermijnen zijn vooral gekend voor de boekhouding (het is dus de boekhouder die de beslissing tot vernietiging in handen heeft), minder voor andere administratieve documenten. Voor het papieren archief is er vaak een informele systematiek voor het verwijderen van dubbele exemplaren.

Op digitaal vlak worden deze nauwelijks verwijderd. Wat de audiovisuele bestanden betreft, zijn de analoge dragers vaak dubbel te vinden (of meer): de meeste organisaties hebben analoog audiovisueel materiaal tijdig omgezet, meestal op een aparte digitale drager.

Een tweede kopie van de audiovisuele bestanden is geïntegreerd in de cloud bij organisaties die hier al op zijn overgestapt. Waar alle organisaties slecht op scoren, is dat er geen afspraken zijn over de bewaring van e-mails.

Het is duidelijk dat de oude e-mailaccounts vaak gezien wordt als archief van vroegere medewerkers. Op lemma zoeken is tegenwoordig simpel en daarom heeft men minder de behoefte om de oude e-mails te ordenen, laat staan te verwijderen.

Het effect van het bewaren van vaak inhoudsloze mails op de bewaarcapaciteit is nog niet overal doorgedrongen. De tweede bijeenkomst ging daarom verder in op zowel de bewaring van e-mails als op het geheel van waardebepaling. 

Ordenen en beschrijven

De meeste organisaties hebben een klassement en een mappenstructuur, al wordt deze laatste niet herkend als ordening. Bij de ene organisatie is die mappenstructuur al beter en logischer dan bij de andere. Hier speelt de bedrijfscultuur en de interne communicatie een rol.

Hoe langer hoe meer werken we digitaal en dringen archiefprincipes over een centrale structuur op de server of in de cloud door. Het werken op afstand via de cloud maakt het centraal bewaren van de digitale bestanden ook gemakkelijker. Een vaak gehoorde opmerking rond de digitale ordening is “we vinden onze weg”.

Dat is best geruststellend, maar het valt nog te betwijfelen of men ook in een logische structuur bezig is, en of er later of door een nieuwe medewerker iets teruggevonden kan worden.

Soms zijn er nog persoonlijke mappen in gebruik of blijft het moeilijk om collega’s te overtuigen om de centrale mappenstructuur te gebruiken. Sfinks en Oxalys staan hier al ver en gaan bewust om met de mappenstructuur in de cloud.

IMPORTANT
Uit het archief van de Alamire Foundation: muziekhandschriften op microfilm. Foto: © Pieter Baert.

Een werkpunt voor alle organisaties zijn de afspraken voor de naamgeving van mappen en bestanden. Sommigen geven aan dat het veeleer informele afspraken zijn, anderen zeggen de principes te kennen, maar dat die niet door alle collega’s toegepast worden.

Dergelijk afspraken schriftelijk vastleggen, is een aanbeveling die in alle rapporten terugkomt. Duurzaam bewaren Voor het fysieke archief beschikken alle muziekorganisaties over een goede ruimte, al dan niet apart. Wat men voorziet als archiefruimte is in goede staat.

Belangrijk is wel om het archief, ook als het zich in de kantoorruimte bevindt, goed te verpakken. Het audiovisuele archief is bij de meeste organisaties gedigitaliseerd dankzij de IT’er (een interne medewerker of een extern betrokkene). In hoeverre dat op een duurzame manier gebeurd is, blijft onduidelijk.

In de meeste rapporten is hierover een actiepunt ter controle geformuleerd. Of de originele analoge dragers nog in goede staat zijn, daar hebben de meeste deelnemers geen idee van.

Wat het digitaal archief betreft, is er binnen de organisaties voldoende ondersteuning – ofwel via een externe medewerker, iemand van de collega’s met voldoende kennis of een stadsdienst.

Het principe van een back-up te maken is ingeburgerd, maar de controle van die back-ups staat nog niet op punt. Oude websites staan nog op een of andere manier ter beschikking, maar er is geen echte strategie.

Een groot pijnpunt is de pc-hygiëne: men is zich bewust van de problematiek, maar echte acties zijn hier nog niet ondernomen. Vaak weet men niet hoe eraan te beginnen en voorbeelden zijn wenselijk.

Gebruik en rechten

Erfgoed tonen is een aspect dat door de erfgoedsector al jaren gestimuleerd wordt. De diversiteit van het erfgoed zetten we hierdoor als sector in de kijker. We hopen ook dat de kunstenorganisaties voor wie archiefzorg geen kerntaak is, zich gestimuleerd voelen om hun erfgoed te tonen.

De technologische mogelijkheden van vandaag helpen hier enorm bij. Ongeacht alle goede bedoelingen zijn we terecht gebonden aan de auteurswetgeving. Vanaf het begin was er hierover een bezorgdheid bij de TRACKS-partners.

De kunstensector is immers een sector die de inkomsten van de eigen creaties en de rechten absoluut nodig heeft: als je de rechten op de creaties uit je archief en collecties kent, kun je in de toekomst problemen vermijden. Bij de helft van de organisaties zijn de rechten gekend en worden ze in contracten vastgelegd.

Dat laatste is dan vooral het geval voor het gebruik van foto’s met bijbehorende licenties, afgesloten met de fotografen. De digitale ontsluiting is voorlopig beperkt. Enkele organisaties denken er wel aan om op basis van externe vragen meer archief online ter beschikking te stellen.

Dat is echter een bijkomende opdracht. De meeste deelnemende organisaties hebben al stappen ondernomen om het analoge audiovisuele archief op eigen houtje te digitaliseren. Het gaat hier om muziekorganisaties, dus je kunt verwachten dat dit vooral opnames van concerten zijn.

In het verleden werd vooral met de openbare omroepen (VRT en RTBF) samengewerkt. Soms gebeurt dat nog vrij frequent. Men gaat ervan uit dat de omroepen deze captaties ook duurzaam digitaliseren en bewaren.

Niet alle organisaties hebben behoefte om extra materiaal dat vrij onbekend is (geen informatie op de dragers zelf) en waar het rechtenverhaal te uitgebreid wordt, ter beschikking te stellen.

Bovendien is in het geval van ensembles de (commerciële) opname ook een bron van inkomsten en moet er rekening gehouden worden met de afspraken met de muziekuitgevers.

Ondersteuning

De kunstenorganisaties kunnen altijd terecht bij de partners van TRACKS voor ondersteuning. Voor de podiumkunstenorganisaties en de muziekorganisaties waren dat Het Firmament en Resonant, nu CEMPER.

Voor de organisaties die uit een stedelijke overheid gegroeid zijn, is de link naar de plaatselijke stadsarchieven vrij vanzelfsprekend. De Centrale krijgt op dat vlak al ondersteuning van de stad Gent. Deze organisaties maken immers deel uit van het stedelijke cultuurlandschap en het maatschappelijk weefsel.

Voor andere spelers uit de kunstensector ligt dat soms moeilijker. Dat het zoeken naar ondersteuning in de basiszorg voor archiefbeheer is opgenomen, zet de kunstenorganisaties op zijn minst aan om die denkoefening te maken.

Toekomst voor de deelnemende organisaties

De grootte, de ouderdom en de bedrijfscultuur van een organisatie spelen een rol in archiefzorg. Het rapport is geen eindpunt, maar biedt de meeste deelnemers een startpunt om acties te plannen om het archief, fysiek én digitaal, te organiseren en te optimaliseren.

De doorlichting heeft CEMPER en meemoo ook meer inzicht gegeven in de archieven van muziekorganisaties en is van belang om de noden in kaart te brengen.

IMPORTANT
Sfinks in Boechout. Foto: © Robin Dua.

Voor de tweede bijeenkomst werden drie grote werkpunten voor alle organisaties geformuleerd en toegelicht. Eveneens werd gefocust op het opstellen van prioritaire acties op individueel organisatieniveau.

Opvallend was dat alle deelnemers op drie zaken laag scoorden: waardebepaling, pc-hygiëne en e-mailbeheer. Dat werden dan ook de werkpunten tijdens de tweede bijeenkomst.

  • Voor waardebepaling is een lage score vrij begrijpelijk. Het is immers niet opgenomen in de zes richtlijnen van de basiszorg. Anderzijds willen we natuurlijk wel dat archiefzorg meer is dan een verplicht nummer. Toch gaan de meeste organisaties bewust om met hun verleden. De medewerker bij Sfinks gaf tijdens het archiefgesprek aan dat het jammer was dat een deel van het oude archief in een brand vernietigd is. De organisatie is hierdoor een belangrijk deel van haar geheugen kwijt.
  • Pc-hygiëne is een tweede werkpunt. Als er al afspraken zijn rond de naamgeving van mappen en bestanden, dan zijn ze zelden vastgelegd. Het verwijderen van digitale dubbele exemplaren of oudere versies gebeurt al helemaal niet. Richtlijnen rond naamgeving en versiebeheer kunnen hierbij helpen. De deelnemers vroegen terecht naar meer voorbeelden hiervan.
  • E-mailarchivering gebeurt niet. Om zowel een aanzet te geven tot pc-hygiëne als e-mailarchivering zou een eerste digitale opruimdag in het teken kunnen staan van het uitkuisen van de mailboxen.

De organisaties maakten ook de oefening wat prioritair zou zijn om na dit traject aan te pakken. Om voorbereid te zijn, formuleerden we zelf ook prioritaire acties. De verschillen zijn frappant. We geven hier ons lijstje en dat van drie organisaties (anoniem).

Eén organisatie kon door technische werkloosheid ten gevolge van de coronacrisis niet aanwezig zijn. Voor een andere is het rapport nog niet af, omdat het archiefgesprek niet kon plaatsvinden.

IMPORTANT

Vervolg voor CEMPER en meemoo 

Als we de opzet van het gehele traject bekijken, mogen we zeggen dat we geslaagd zijn:

  • Door het formuleren van advies en mogelijke acties structureel gesubsidieerde kunstenorganisaties begeleiden in (de opzet van) archiefzorg zonder een oordeel te geven.
  • Bij de organisaties de bewustwording rond archiefzorg versterken en een mogelijk plan van aanpak voor archiefzorg bieden.

De methode van dergelijk parcours en de resultaten verantwoorden het tijdsintensieve karakter. Als dienstverlenende organisatie tonen we zo praktisch mogelijk hoe je met archief kunt omgaan.

We leren de muziek- en podiumkunstenorganisaties beter kennen en kunnen zo de erfgoednoden van de sector verder in kaart brengen. Op 10 november 2020 startte een nieuwe reeks met vijf muziekorganisaties en drie podiumkunstenorganisaties. In de zomer van 2021 wordt opnieuw een reeks opgezet.

Waarom lid van de VVBAD worden?

  • Deel zijn van het netwerk van experten en collega's
  • Mee de belangen van de informatiesector behartigen
  • Korting krijgen op de activiteiten van de VVBAD
  • Toegang krijgen tot vakinformatie
  • Participeren in de verenigingsbesturen
Word lid
© Vlaamse Vereniging voor Bibliotheek, Archief & Documentatie vzw
Statiestraat 179 | B-2600 Berchem (Antwerpen)
Tel: (+32) 03 281 44 57 | email: vvbad@vvbad.be