We namen een foto van elke maquette en registreerden de technische kenmerken. Voor de inhoudelijke beschrijving konden we een beroep doen op twee medewerkers van Projectmanagement. Zij groepeerden de maquettes per project en gaven daar uitleg bij.
Opvallend: de oudste maquette dateerde pas van 2006. Dat was te verklaren doordat het huidige Stadskantoor in 2004 in gebruik genomen werd. Wellicht zijn er tijdens de verhuizing oudere maquettes opgeruimd. De maquettes maten gemiddeld zo’n 60 x 60 cm. Vijf maquettes waren aanzienlijk groter, tot bijna 180 cm breed.
Stadsdelen
Het merendeel van de maquettes toonde geen individuele gebouwen, maar (potentiële) vernieuwingen van stadsdelen en wijken. Studiebureaus maakten ze om de ruimtelijke impact van een project te tonen aan het bestuur en aan het publiek.
Zo stond een van de maquettes op het moment van de inventarisatie in de inkomhal van het stadskantoor. De maquettes zijn dus geen werkinstrument voor de diensten, maar een communicatiemiddel.
En ook al bestaat er performante software om digitaal in 3D te tekenen, toch kiezen veel studiebureaus voor een constructie in balsahout en piepschuim. Er kwamen per jaar toch nog één tot twee maquettes binnen.
Bewaren of vernietigen?
De inventaris van het VAi voorzag drie tekstvelden voor de waardering van de maquettes: de educatieve waarde, de architectuurhistorische waarde en de waarde voor de projectgeschiedenis. Het bleek echter niet gemakkelijk voor de medewerkers van Projectmanagement om deze velden in te vullen.
De selectiecriteria, opgesteld door het FelixArchief in 2012¹ bleken eenvoudiger om toe te passen. Het FelixArchief past in een eerste selectiestap zes bewaarcriteria toe.
Enkel maquettes die aan al deze criteria voldoen, komen in aanmerking voor permanente bewaring. We vertaalden de criteria voor de Turnhoutse inventaris in korte ja/ nee-vragen: