Twee buitenbeentjes gooien bibliotheekconventies overboord

META Nummer 2020/7

Twee buitenbeentjes gooien bibliotheekconventies overboord

Geschreven door Jan Van Hee, Dries Vanacker
Gepubliceerd op 23.09.2020
IMPORTANT

Grote veranderingen bij de dienst Mediatheken en bij de opleiding Informatiebeheer: Bibliotheek en Archief (IBA) aan Arteveldehogeschool. Er komen immers twee buitenbeentjes aan het roer: Dries Vanacker en Jan Van Hee. Dries Vanacker is een nieuw gezicht.

In maart, tijdens volle coronacrisis, startte hij in zijn nieuwe functie als diensthoofd Mediatheken. Voordien was Dries vooral verantwoordelijk voor de implementatie van educatieve innovaties in de hogeschool, en was hij coördinator van een aantal (inter)nationale projecten binnen de dienst Onderwijsbeleid.

Dries zetelt ook als vrijwilliger in het bestuur van Open Knowledge Belgium. Hij laat alvast geen tijd verloren gaan, want in de afgelopen weken zijn in de dienst Mediatheken opnieuw verschillende innovatietrajecten opgestart.

Jan Van Hee coördineert sinds september de opleiding Informatiebeheer: Bibliotheek en Archief. Hij was het voormalig hoofd van de dienst Mediatheken en tot september was hij diensthoofd Studentenadministratie aan Arteveldehogeschool.

Hij werkte jarenlang als zelfstandig opleider en consultant. Daarvoor was hij docent en opleidingscoördinator aan de Bibliotheekschool. Hij keert dus terug naar zijn roots. Beiden hebben wilde plannen met de mediatheken en met de graduaatsopleiding Informatiebeheer. 

Jullie trokken enkele jaren geleden samen naar Zuid-Afrika voor een onderwijsproject over Open Educational Resources en repositories. Was dat de start van de samenwerking?

Jan: We kenden elkaar natuurlijk al een pak langer, maar samen optrekken in Zuid-Afrika zorgde wel voor de aha-erlebnis: we hadden, vanuit een andere context, dezelfde dromen over onderwijs en kennis delen.

Daar destilleerden we een gemeenschappelijke visie over hoe klassieke en minder klassieke bibliotheektechnieken het onderwijs performanter konden maken. In de dienst Mediatheken zaten we toen in de conceptfase van onze innovatieve repository waarvan we onze analyse graag met het zuiden wilden delen.

Daarnaast wilden we deze ook onderwerpen aan peerreviews. De repository werd onder leiding van Dries in volle coronatijd gelanceerd in een bètaversie. Dries en zijn collega’s waren op dat moment de mogelijkheden van Open Educational Resources (OER) aan het verkennen.

Onze repository, gedreven vanuit dezelfde ‘open’ gedachte, bleek een mogelijk instrument te zijn om die OER’s beschikbaar te stellen.

Dries: Ik was al voor onze dienstreis naar Zuid-Afrika aan het onderzoeken op welke manier we met OER aan de slag zouden kunnen gaan. Jan, als toenmalig diensthoofd Mediatheken, was de ideale sparringpartner om onze ervaringen met elektronische leeromgevingen, Open Badges, Creative Commons en de plannen met de repository mee te delen.

Mijn interesse om nauwer met de mediatheken te kunnen werken, werd dan ook snel aangewakkerd. Toen Jan begon aan zijn interim kreeg ik extra veel zin om voor de functie van diensthoofd te kandideren.

Dries, Jan is jouw voorganger. Ben je niet bang dat hij zich als een schoonmoeder zal gedragen?

Dries: Ik weet niet of ik Jan als schoonmoeder zou zien zitten (lacht). Ik kijk er wel naar uit om samen met hem mee te bouwen aan de mediatheken en bibliotheken van de toekomst.

We zijn met het team volop bezig met het uitwerken van een toekomstgerichte visie waarin de uitgebreide dienstverlening van de mediatheken sterker naar voren kan komen dan voorheen het geval was. Ik ben zeker van plan af en toe bij Jan te rade te gaan.

Bovendien zijn er allerlei kansen die we nu kunnen aangrijpen om veel nauwer met de opleiding IBA samen te werken. De mediatheken van Arteveldehogeschool kunnen bovendien de ideale partner zijn in het kader van werkplekleren.

Jan: (lacht) Schoonmoeder? Ik? Ik had zelfs het mediatheekteam niet onder controle, laat staan dat ik iets te zeggen zal hebben over Dries. Het is een fantastische, licht anarchistische bende, die je eerder moet afremmen dan aanmoedigen.

Ik kijk ernaar uit om met Dries en mijn oud-collega’s samen te werken, projecten uit te voeren en ons werkveld te helpen innoveren. De mediatheken van onze hogeschool moeten een benchmark blijven in het hoger onderwijs.

Het is altijd goed dat er beweging zit in een team, en zeker in het leiderschap, want verandering van spijs doet eten (klopt op zijn buik en lacht). Het regelmatig doorschuiven naar een andere functie, leidinggevende worden op een andere dienst of intern terugplooien op je rol als expert, zorgt ervoor dat jij en je teams scherp, dynamisch en inventief blijven.

Dries verschilt in veel opzichten van mij, en is dus complementair. Hij is een geboren innovator en weet ook de liefde voor de constante vernieuwing over te brengen op de collega’s. In deze tijden van constante verandering moeten bibliotheken en mediatheken zich alle dagen heruitvinden.

Dries en de mediatheken zijn daarom a match made in heaven. Onze mediatheken zullen altijd een van de onrustigste plekken blijven om te werken: altijd bezig met iets nieuws en soms mijlen vooruit op de hogeschool. Dat zou ook in andere bibliotheekomgevingen zo moeten zijn.

Dries, je hebt geen bibliotheekachtergrond. Ervaar je dat als een handicap of juist als een voordeel?

Dries: Ik heb inderdaad geen bibliotheekachtergrond, maar ik ken de hogeschool zeer goed als oud-student, als docent en als stafmedewerker onderwijsontwikkeling.

Het team waar ik sedert kort toe behoor, bestaat voor een deel uit mensen die wel een bibliotheekachtergrond hebben. Ik zie het dus als een sterkte en als een enorme meerwaarde om met verschillende profielen aan de slag te gaan.

IMPORTANT

Bovendien merk ik dat onderwijsconcepten meer en meer interdisciplinair vormgegeven worden. Deze concepten dienen uitgewerkt te worden in een omgeving waar inspiratie, exploratie en co-creatie centraal staan. Daar is de bibliotheek, of eerder een open leercentrum, de ideale plek voor.

Ik ervaar het ontbreken van een achtergrond in het bibliotheekwezen zeker niet als een handicap, maar eerder als een mogelijkheid om muren open te breken, en andere pistes te verkennen en vorm te geven.

Uiteraard is dat niet iets wat je alleen doet, maar met een zeer gedreven team dat bestaat uit experts binnen diverse domeinen. Samen, als team, kunnen we echt een meerwaarde creëren om de bibliotheek van de toekomst vorm te geven.

De bibliotheek- en archiefsector kent disruptieve tijden. Wat is jullie toekomstvisie?

Dries: In de afgelopen periode van lockdown light, toen de campussen niet toegankelijk waren en de fysieke collectie bijgevolg niet bereikbaar was, moesten we onze dienstverlening een andere wending geven.

We bouwden onder andere een ask-a-librarian-functionaliteit uit via live chat, werkten een digitaal systeem van reservatie met afhaalmandjes uit en legden de eerste hand aan het bouwen van een repository waarmee we het mogelijk maken om onderzoeksprojecten van studenten en medewerkers te ontsluiten en te archiveren.

We hebben dus gebruikgemaakt van de afgelopen periode om een deel van de dienstverlening digitaal aan te pakken. Ook het team moest zichzelf voor een deeltje opnieuw uitvinden en heeft dat fantastisch gedaan met heel wat veerkracht en creativiteit.

Ondertussen worden we ook meesters in het beheersen van innovatieve platformen zoals Canvas (de leeromgeving van de hogeschool), Panopto (waarmee instructies digitaal aangeboden kunnen worden), H5P (om interactieve oefeningen te maken), en wordt de rol van de embedded librarian, die docenten en studenten ondersteunt bij onderwijs- en onderzoeksprocessen, concreter en tastbaarder.

De mediatheken van Arteveldehogeschool staan voor enorme uitdagingen die zeer veel opportuniteiten met zich meebrengen, aangezien de hogeschool evolueert naar drie stercampussen die telkens één mediatheek zullen huisvesten.

Daar zullen open ontmoeting en samenwerking met buurtbewoners centraal staan via een spelotheek, makerspaces en andere initiatieven. Ook het ontsluiten van de kennis-output van de hogeschool zal aan belang toenemen, iets waaraan de mediatheek mee vorm zal geven.

Jan: De sector heeft nog steeds de perceptie tegen: er wordt nog altijd te veel naar ons gekeken als boekenmagazijnen. Een oud zeer, dat reeds mijn hele carrière meegaat.

Daarvoor ben ik trouwens ook streng voor de sector zelf: bibliotheken doen vaak te weinig om die perceptie te keren en andere klemtonen te leggen in hun werking en communicatie.

Bibliotheken zijn levensnoodzakelijke kennishubs in de samenleving of in een organisatie. Ik geloof nog steeds in de universaliteit van de missie en kerntakenmatrix, die we met het mediatheek-team naar voren schoven:

De dienst mediatheken verbetert het onderwijs, het onderzoek en de diensten van Arteveldehogeschool door kenniscreatie te faciliteren. Dat doen we door te:

  1. aggregeren: informatie verzamelen en op maat verpakken;
  2. cureren: informatie vindbaar en toegankelijk maken;
  3. coachen: gebruikers begeleiden in hun zoektocht naar betrouwbare informatie;
  4. connecteren: gebruikers samenbrengen rond relevante informatie in functie van kennisdeling en interactie;
  5. attenderen: helder communiceren, delen en zichtbaar maken.
IMPORTANT

Dries: Ja, heel vaak nog worden we gezien als een fysieke plek waar boeken en tijdschriften terug te vinden zijn. Onze dienstverlening is echter veel ruimer dan dat.

We werken meer en meer samen met docenten en opleidingen om onder andere cursusinhouden vorm te geven, evenementen te organiseren en vooral eindgebruikers op maat te coachen en te ondersteunen.

Enerzijds is er de mediatheek als fysieke (en digitale) plek om bronnen te raadplegen, maar anderzijds is er ook een zeer ruime dienstverlening om ontmoeting en kansen tot innovatie en exploratie mogelijk te maken. We willen vanuit de mediatheken van Arteveldehogeschool het komende jaar echt aan die perceptie werken.

De sector volgt de opleidingen informatiebeheer met argusogen. Arteveldehogeschool kent de grootste opleiding. Welke richting moet deze opleiding uit?

Dries: Ik spreek vooral vanuit mijn inzichten en ervaringen binnen het hoger onderwijs en de link met de mediatheken. In eerste instantie denk ik aan expertise omtrent OER.

Vanuit het Erasmus+-project CoCOS (Co-creatie van educatieve bronnen via opensource-platforms) waar ik projectleider van ben, zijn we – binnen een internationaal consortium – aan het bouwen aan een conceptueel kader, een Massive Open Online Course (MOOC), en een platform om co-creatie van open studiematerialen (OER) mogelijk te maken.

Vanuit de mediatheek werd de MOOC vormgegeven en werd een bètaplatform gebouwd waarmee cursusmateriaal, vanuit een samenwerking (co-creatie) van studenten, docenten en professionals uit het werkveld, ontwikkeld kan worden.

Dergelijke toepassingen en concepten moeten volgens mij ook opgenomen worden binnen de opleiding informatiebeheer. We merken namelijk dat meer en meer docenten bij de mediatheken aankloppen met vragen naar het vormgeven van cursusmateriaal.

Ook internationaal is er de tendens dat mediatheken of bibliotheken die gekoppeld zijn aan een onderwijsinstelling meer en meer betrokken worden bij het vormgeven van onderwijsprocessen.

Dat betekent ook dat instructional design en de samenwerking met onderwijsexperten, docenten en studenten op het niveau van het ontwerpen van cursusmateriaal prominenter worden.

Afgestudeerden IBA krijgen dus idealiter ook een pakket instructional design mee om bv. met diverse elektronische leeromgevingen te leren werken en cursussen of workshops te leren ontwerpen waar een online component in zit.

Die voortdurende dialoog en uitwisseling tussen de dienst Onderwijsbeleid en de dienst Mediatheken heeft er bijvoorbeeld voor gezorgd dat docenten (maar ook studenten) leeslijsten kunnen integreren in hun online cursussen.

Docenten kunnen via het mediatheekportaal leeslijsten met diverse bronnen aanmaken en deze integreren in de leeromgeving (Canvas) van de hogeschool om deze nog efficiënter aan de studenten te kunnen bezorgen.

De voorbeelden die ik net aangehaald heb, zijn enkel mogelijk geweest via een projectmatige en transversale werking. Daarom is een stevige basis projectgericht werken een aspect dat in een dergelijke opleiding niet mag ontbreken.

Jan: Zoals Dries terecht aanhaalt, is een visionaire component onontbeerlijk. De afgestudeerden moeten klaar zijn om de kansen en uitdagingen die op ons afkomen aan te pakken.

Onze docenten, allemaal klasbakken en topexperten, hebben vaak reeds een jarenlange carrière in de sector achter de rug, maar ik ga ze blijven prikkelen om hun blik op de toekomst te houden én over het muurtje te kijken naar andere maatschappelijke evoluties.

 In zijn The Atlas of New Librarianship beschrijft R. David Lankes de nieuwe verwachtingen en gewenste competenties van bibliothecarissen. Bibliothecarissen en archivarissen moeten beseffen dat ze niet meer in die veilige fysieke cocon van de bibliotheek of het archief werken.

Ze moeten aanwezig zijn waar de actie plaatsvindt: aan de tafel bij de directie, in het laboratorium van de R&D (Research and Development), in het leslokaal, op de markt, enz.

Er zijn ontwikkelingen in bv. onderwijs, cultuur, technologie, HR en organisatiekunde die fantastisch interessant zijn voor kennis- en informatiebeheerders, maar ook omgekeerd: veel van die ontwikkelingen kunnen de inbreng van onze expertise goed gebruiken.

De rol van een huidige informatieprofessional is in constante evolutie en is veel minder afgelijnd dan die van een klassieke bibliothecaris of archivaris. De raakvlakken met andere functies worden steeds groter en daar zit ook het wingewest van de opleiding en de sector.

Ze moeten ook hun focus verleggen: niet de dragers van de informatie zijn belangrijk, wel de informatie zelf en wat je ermee doet. Niet de collectie is belangrijk, wel de content.

Bibliothecarissen en archivarissen moeten echte informatiemanagers worden: de juiste informatie op het juiste moment bezorgen aan de juiste persoon in het juiste formaat en nog het liefst vóór die persoon zijn vraag heeft kunnen stellen.

Filip Callewaert verwoordde het in het volgende credo: “Information is not for storage, information is for action.” De missie van onze opleiding en van de sector zou moeten zijn: organisaties en gemeenschappen intelligent(er) maken.

Dries: Ik vind het een goede vooruitgang dat de naam van het graduaat veranderd is in ‘Informatiebeheer’, maar de connotatie met het woord ‘beheer’ is te passief en spoort niet met de proactieve, ondernemende en coördinerende rol van een informatieprofessional.

IMPORTANT

Business-analyse, user experience (UX), business process management (BPM), contentmanagementsysteem (cms), data protection officer (DPO), digitale transformatie, inrichting van intranetten, moderatie en redactie op samenwerkingssites, informatiebeheer bij de overheid, het opzetten van repositories en leerplatformen, data-visualisatie, Linked Open Data …

Het zijn allemaal functies die veel raakvlakken vertonen met ons werk, en waar de opleiding moet op inzetten. Mensen die werkzaam zijn in deze sectoren kunnen betrokken worden bij de opleiding.

Jan: Veel opleidingen informatiemanagement leggen de nadruk sterk op het IT-deel, maar wij willen juist een globale kijk bieden op informatie. Het gaat in essentie om probleemoplossend vermogen, onzekerheidsreductie, innovatie en waardetoevoegende praktijken.

Een constante in deze veranderende tijden is de nood aan een intermediair tussen high-tech en high-touch, de menselijke dam in de informatieoverdaad en de technologietsunami.

Hooggeschoolde medewerkers in een organisatie hebben nood aan experten om hun informatie- en communicatiestromen te structureren en te cureren, maar ook de mensen in je dorp hebben nood aan coaching in deze disruptieve tijden.

Hoe gaan jullie dat aanpakken?

Jan: Het marsorder moet zijn: netwerken binnen en buiten de sector, in binnen- en buitenland, met zeer diverse organisaties, met de overheden, met andere opleidingen, enz.

Het doel daarvan is om te connecteren en samenwerkingsverbanden op te zetten, innovaties op te volgen, expertise in kaart te brengen, behoeftes en uitdagingen in de sector te inventariseren, enz.

Dat moet gekoppeld worden aan uitstroomonderzoek bij de afgestudeerden en gestructureerd behoeftenonderzoek in de ruime sector. Tevens willen we actief participeren in de sector met een aanbod onderzoek, dienstverlening en professionalisering.

Studenten en medewerkers gaan we enthousiasmeren om het ambassadeurschap voor hun opleiding op te nemen in de sector. De VVBAD wordt uiteraard onze belangrijkste gesprekspartner.

Dries: In Gent zijn we dan weer verwend met onder andere De Krook, die niet alleen de openbare bibliotheek huisvest, maar ook onderzoeksinitiatieven van de UGent en verschillende technologische start-ups.

Gent is dus de ideale biotoop voor een toekomstgerichte opleiding informatiebeheer. We zijn vragende partij voor structurele samenwerkingsverbanden.

Jan: De beeldvorming in de eigen communicatie gaan we bijsturen. De marketing van de opleiding is sterk gericht op de klassieke bibliotheken en archieven, maar dat is een vanzelfsprekendheid. Nog te veel foto’s van boeken, dossierdozen, kasten, en van de gebruikelijke taken worden gebruikt.

We trappen te veel de open deuren in. Hiermee bereiken we enkel de mensen die door dit conventionele beeld in de sector willen werken, terwijl onze instroom gerust diverser mag zijn. In onze communicatie en marketing gaan we vanaf volgend jaar meer buiten de lijntjes kleuren.

Komt er eindelijk een bacheloropleiding?

Jan: Dat is een must voor de sector. Die heeft er trouwens al veel te lang op moeten wachten. Een bacheloropleiding is noodzakelijk voor de verdere professionalisering van de sector en als onderbouw voor de toekomstige master Informatiewetenschappen en huidige master Archiefwetenschappen.

Vlaanderen is trouwens de enige regio in Europa zonder bacheloropleiding. Achter de schermen zijn we de denkoefening aan het maken, maar er zijn toch enkele knelpunten. Een nieuwe bacheloropleiding oprichten is niet vanzelfsprekend, dat moet onder meer goedgekeurd worden door de Vlaamse regering.

Ook de schaalgrootte is een uitdaging: de klassieke sector is niet zo groot, daarom moet de opleiding ook voldoende breed en uitdagend zijn om ook in de periferie van de sector en in de nieuwe wingewesten te kunnen rekruteren.

Het is een vanzelfsprekendheid dat we een schakelprogramma zullen voorzien voor afgestudeerden van de graduaatsopleiding om hen zo eenvoudig mogelijk een bachelordiploma te laten behalen.

Geïnteresseerden wachten beter niet op die bachelor, maar starten het best zo snel mogelijk de graduaatsopleiding om geen kansen te verliezen.

Dries: We hebben inderdaad grote toekomstplannen, maar eerst gaan we ervoor zorgen dat we onze mediatheken en de opleidingen coronaveilig en vlot kunnen opstarten in dit nieuwe academiejaar.

Jan dweept duidelijk met Paul Otlet, Dries, wie is jouw inspiratiebron?

Dries: Mijn inspiratie en mijn zin voor innovatie en verandering worden grotendeels gevoed door het credo van Open Knowledge Belgium: “A world where knowledge creates power for the many, not the few.” Het is onder andere onze taak om de creatie en het delen van kennis zo goed mogelijk te faciliteren.

Onze dienstverlening moet er dus in bestaan om zo goed als het kan studenten, docenten en onderzoekers, maar ook buurtbewoners en andere externen te begeleiden en te ondersteunen zodat zij op basis van reeds ontwikkelde inzichten verder, in cocreatie en via ontmoeting, tot nieuwe inzichten kunnen komen en deze opnieuw kunnen delen.

Jan: Niet toevallig dat zowel in de Boekentoren van UGent, als in de dienst Mediatheken van Arteveldehogeschool een Dries aan het hoofd komt. Beiden met dezelfde innovatieve spirit. Het zal swingen in het Gentse hoger onderwijs.

Waarom lid van de VVBAD worden?

  • Deel zijn van het netwerk van experten en collega's
  • Mee de belangen van de informatiesector behartigen
  • Korting krijgen op de activiteiten van de VVBAD
  • Toegang krijgen tot vakinformatie
  • Participeren in de verenigingsbesturen
Word lid
© Vlaamse Vereniging voor Bibliotheek, Archief & Documentatie vzw
Statiestraat 179 | B-2600 Berchem (Antwerpen)
Tel: (+32) 03 281 44 57 | email: vvbad@vvbad.be