OSLO
Overheden op verschillende niveaus en gesubsidieerde organisaties, zoals archieven, bibliotheken en documentatiecentra, werken vaak samen waardoor veel gegevens uitgewisseld moeten worden.
Die data zijn afkomstig uit verschillende systemen, hebben niet altijd hetzelfde technische formaat of hebben een andere betekenis, omdat ze niet noodzakelijk dezelfde semantiek volgen.
Datastandaarden zorgen voor meer samenhang en een betere interoperabiliteit, zodat de data gemakkelijk uitgewisseld kunnen worden. Om gegevens te kunnen combineren en verrijken met andere (internationale) datasets werd er bij het opstellen van OSLO afgestemd met internationale standaarden.
OSLO kan in RDF, een webstandaard voor het uitwisselen van gegevens (zie Uitgepakt in META 2017/9), toegepast worden, waardoor de gegevens als Linked Data ter beschikking gesteld kunnen worden.
Voor cultureel erfgoed
In een traject met verschillende stakeholders uit de Vlaamse cultureelerfgoedsector, waaronder meemoo, werd de nieuwe standaard ontwikkeld. Het resultaat is een vocabularium en twee applicatieprofielen.
Het vocabularium OSLO-CultureelErfgoed definieert termen die gebruikt mogen worden om cultureel erfgoed te beschrijven. Het werd opgebouwd op basis van internationale standaarden waar een brede consensus over bestaat en werd in lijn gebracht met de vigerende Vlaamse regelgeving.
De meeste termen werden gemapt op twee standaarden: CIDOCCRM en FRBRoo. CIDOC-CRM wordt vooral gebruikt om materiële en immateriële erfgoedobjecten te beschrijven, terwijl FRBRoo een aanvulling is op CIDOC-CRM voor de beschrijving van bibliografische informatie.
In de applicatieprofielen wordt vastgelegd welke termen uit het vocabularium gebruikt mogen worden om gegevens over objecten en events uit te wisselen, en op welke manier.
Met het Applicatieprofiel Cultureel Erfgoed Object worden onder meer museumcollecties, boeken, archieven, monumenten, tradities en ambachten, en de immateriële aspecten ervan, zoals een vertaling of een opname van een werk, beschreven.
Daarnaast kun je ook acties (events) over een object of collectie beschrijven, zoals wanneer en door wie het object door de tijd heen verworven werd en in welke tentoonstellingen het object opgenomen werd. Dat wordt vastgelegd in het Applicatieprofiel Cultureel Erfgoed Event.
De profielen werden opgesteld met een aantal use cases in gedachten, waaronder:
- zoeken naar objecten op basis van instelling, periode, auteur ...;
- de rechten en gebruiksvoorwaarden kennen die verbonden zijn aan een object;
- collecties en objecten koppelen met andere collecties of objecten;
- de historiek van een object opzoeken en nagaan in welke publicaties of tentoonstellingen het opgenomen werd.
Kandidaat-standaard
OSLO Cultureel Erfgoed is een kandidaatstandaard. Dat betekent dat het een stabiele specificatie is die door de brede sector beoordeeld kan worden. De standaard biedt je een model voor de beschrijving van cultureel erfgoed in al zijn aspecten en maakt het mogelijk om gegevens uit te wisselen in een standaardformaat en te linken met andere datasets.
Het kan nu via implementaties en proof of concepts getest worden. Problemen of opmerkingen tijdens de publieke reviewperiode mogen gemeld worden via oslo@vlaanderen.be.¹
¹ data.vlaanderen.be/standaarden/kandidaat-standaarden/cultureel-erfgoed.