Wat me eigenlijk vooral opvalt, is de vervrouwelijking van de VVBAD. Vroeger was het een mannenbastion, maar nu is het aan de leading ladies (lacht). Dat mag toch eens gezegd worden.
De VVBAD heeft altijd hard gewerkt om evoluties te volgen en gebruik te maken van de knowhow die binnen verschillende types instellingen aanwezig is. Al die knowhow hebben ze proberen te benutten en professioneel uit te werken.
De VVBAD organiseert om de twee jaar Informatie aan Zee, is dat een manier om de knowhow van de sectoren samen te brengen?
Ja, absoluut. Wat ik daar heel interessant aan vind, is dat je verschillende sessies kunt kiezen over de grenzen van je eigen sectie heen. Soms wordt het onderscheid tussen wetenschappelijke bibliotheken, informatiecentra en bedrijfsbibliotheken te sterk benadrukt. Dan is het goed om toch eens over het muurtje te kijken en elkaar te vinden in wat gemeenschappelijk is.
Is er voor jou dan een verschil tussen een informatiebeheerder, een bibliothecaris of een professional in een documentatiecentrum?
Ik denk dat een bibliothecaris meer op de klassieke manier werkt: zijn job bestaat uit het verwerven van documentatiemateriaal, het collectiebeheer en het ontsluiten, maar er is ook een doorgedreven kennis van thesauri en classificatiesystemen voor nodig.
Een informatieprofessional is iemand die tussen zijn klanten en medewerkers staat. Men moet het werk van zijn medewerkers begrijpen en zien hoe men daarop kan inspelen. Er zijn bijvoorbeeld allerlei tools voor het beheer of het ontsluiten van bronnen waarvoor je bij een informatieprofessional terechtkunt.
Je moet de verschillende soorten publicatiecircuits kennen, je moet weten hoe je alles moet integreren en hoe je aan informatie raakt, want die blijft niet altijd gratis.
Blijf je nog contact houden met die wereld of is het een afgesloten hoofdstuk?
Ik woon in Brussel en ik heb nog vrienden in de sector, dus ik denk dat ik zeker contact blijf houden. Ik ben ervan overtuigd dat ik jullie nog zal tegenkomen (lacht). Ik woon ook vlak bij de zeer goed uitgeruste en goed werkende bibliotheek van Schaarbeek waar ik META zeker nog ter hand zal nemen.
Door mijn werk heb ik de rijkdom dat ik mijn informatie weet te vinden en dat zal me zeker nog van pas komen. Ik heb lang getwijfeld om journalist te worden en ik merk dat mijn interesse in internationale ontwikkelingen steeds meer terugkomt.
Er komt natuurlijk tijd vrij om te doen waar je hart ligt.
Ja, inderdaad: ik kan me focussen op mijn andere passies. Zo ben ik bijvoorbeeld gids in Brussel, ik zal de sectie WDI eens rondleiden door de stad (lacht). Het gidsen is door de coronacrisis wel onder druk komen te staan, dat moet nu ook coronaproof, het hoort erbij.
Een van mijn andere passies is reisbegeleiding. Ik merk dat ik mijn professionele ervaring kan toepassen op mijn passies: een reis is sneller voorbereid als je weet waar je je informatie kunt vinden.
Je bent actief geweest in verschillende overkoepelende verenigingen. Zie je daar nog dezelfde inzet?
Ik zie een enorme professionele druk op de mensen. Je moet het met steeds minder man-/vrouwkracht doen en in de toekomst zal dat niet anders zijn. Ik vrees dat mensen onvoldoende de tijd hebben om bij te tanken en dat vertaalt zich naar inzet in andere organisaties.
Er is een uitstroom van een generatie die met fysieke netwerken vergroeid is. Alles zal meer digitaal verlopen, maar ik denk toch dat jullie dat fysieke netwerken opnieuw zullen moeten oppakken door te blijven hameren op bijvoorbeeld de organisatie van Informatie aan Zee.
Samenwerken is belangrijk, daarom hechtte ik altijd heel veel belang aan de samenwerking tussen informatiediensten binnen de Vlaamse overheid. Ik weet dat een aantal grote bibliotheken bezig zijn enorm veel boeken in te scannen. De Vlaamse overheid zet terecht in op radicaal digitaal, want dat is de toekomst.
Een aantal vragen blijven onopgelost. Wat gebeurt er bijvoorbeeld met het analoge, papieren materiaal als je volledig digitaal schakelt? Denkt de Vlaamse overheid eraan sommige waardevolle collecties in te scannen? Dat vergt natuurlijk bijkomende middelen en personeel.
Heb je nog een laatste boodschap?
Het is een ontzettend boeiende sector en ik vond een mooi citaat van Jan Rotmans dat ik heel toepasselijk en belangrijk vind: “Het is meer een leven lang ontwikkelen dan een leven lang leren.” Als mens moet je voortdurend jezelf confronteren met nieuwe ontwikkelingen.
Door contact te houden met anderen voed je jezelf. Het is een constant samenspel tussen emotionele intelligentie en netwerken onderhouden. Dat samenspel versterkt ook je positie als professional en dat is mede mogelijk gemaakt door de SERV. Dat apprecieer ik enorm.