Sinds wanneer werk je in Zweden?
Ik ben sinds 1 oktober 2019 aan de slag in de openbare bibliotheek van Sollefteå, een stad met ongeveer 21.000 inwoners, verspreid over een oppervlakte vergelijkbaar met West- en Oost-Vlaanderen samen. Daar waren ze al een tijdje op zoek naar een barnbibliotekarie of jeugdbibliothecaris, want die zijn blijkbaar erg zeldzaam in deze dunbevolkte streek.
Werkte je voordien al in de bib? Wat trok je aan in het bibliotheekwerk?
Bibliotheken vond ik altijd al fascinerend, als verzamelplaats van kennis en cultuur én als laagdrempelige plek waar iedereen welkom is. Vanaf 2009 werkte ik enkele jaren in Kortrijk, als medewerker in een van de bibliotheken van Howest, de Hogeschool West-Vlaanderen. Na mijn bijkomende studies aan de bibliotheekschool kon ik aan de slag als bibliotheekdeskundige in de openbare bibliotheek van Ieper, waar ik ruim zeven jaar gewerkt heb.
Wat is je opdracht en hoe vul je die in?
Aangezien ik barnbibliotekarie ben, betekent dat in eerste instantie dat ik mij focus op de jeugdcollectie, en dat ik activiteiten help organiseren. Daarnaast ben ik verantwoordelijk voor alle medewerkers van de jeugdafdeling. Een leuke meevaller is dat ik omringd ben door warme collega’s.
Wat heb je al kunnen verwezenlijken in de bibliotheek?
Tot nu toe hebben we al een aantal wijzigingen doorgevoerd in de plaatsing van de jeugdcollectie, wat het gemakkelijker én aantrekkelijker moet maken voor kinderen en hun ouders om boeken te kiezen. Ook de stijl van communiceren hebben we wat opgefrist.
Verder zit ik in een werkgroep die een aantal grote veranderingen moet verwezenlijken. Het is namelijk de bedoeling dat de jeugdafdeling verhuist naar enkele grotere ruimtes en dat deze daardoor een stuk luchtiger en gezelliger wordt.
Deze aanpassing heeft grote gevolgen voor alle andere afdelingen en vraagt heel wat planning en motivatie, iets wat bij het jeugdteam zeker niet ontbreekt. In het kader van deze veranderingen hebben we, vlak voor de eerste coronamaatregelen genomen werden, de deuren een week gesloten om eens extra te wieden in onze collectie.
Hoe gaan de bibliotheken in Zweden om met de coronacrisis?
Ze volgen de richtlijnen van de Folkhälsomyndigheten (de overheidsdienst Volksgezondheid). Concreet houdt dat in dat ze open zijn, zij het dan vaak met beperkte openingsuren door afwezigheden bij het personeel.
Veel bibliotheken hebben een afhaaldienst voor personen die tot de risicogroep behoren of ze trachten de balie af te schermen, en ze proberen de social distancing te respecteren. In de praktijk blijkt het afstand houden moeilijk haalbaar. Het dragen van mondmaskers wordt bovendien niet aangeraden door de Folkhälsomyndigheten.
Hoe verschilt een bibliotheek in Zweden van een bibliotheek in België, en wat zouden de twee landen van elkaar kunnen leren?
Wat hier opvalt, is het gebruik van het Zweedse classificatiesysteem SAB (Sveriges Allmänna Biblioteksförening, n.v.d.r.) dat oorspronkelijk ontwikkeld werd voor wetenschappelijke bibliotheken in Zweden.
Dat systeem is – mijns inziens – erg ontoegankelijk voor bezoekers van een openbare bibliotheek, zeker voor kinderen. De meeste Zweedse bibliotheken blijven er echter aan vasthouden, omdat de grote (online) boekhandels kastklare boeken aanleveren met SAB-etiketten of voorbedrukte ruggen.
Hoewel er een evolutie is van bibliotheken die overstappen naar de Dewey Decimale Classificatie (DDC), zijn er toch enkele die eigen systemen ontwikkelen met kleuren en symbolen, zoals in de gemeenten Järpen, Botkyrka of Örnsköldsvik.
De Belgische plaatsingssystemen ZIZO (Zonder Inspanning ZOeken, n.v.d.r.), ZIZO Jeugd of Kleuter ZIZO, zijn voor de Zweden toonbeelden van gebruiksvriendelijkheid waarvan ze ongetwijfeld veel kunnen leren.