Daarnaast zien we vooral politieke tendensen, waarmee men vooral technologie inzet, als zoethoudertje voor de ‘bange burger’, die inbreuk maakt op onze privacy. En dat terwijl al meermaals bewezen is dat men beter investeert op het terrein, dan in de zoveelste technologische gadget (zoals gezichtsherkenning). Dat op zich is reden tot grote bezorgdheid. We verdienen betere politici.
Wat kunnen jullie de BAD-sector nog bijbrengen?
Jullie sector heeft uiteraard heel wat data tot haar beschikking, en evengoed heel wat kennis. Hoewel de BADsector geen prioriteit zal zijn voor de Gegevensbeschermingsautoriteit willen we toch aan de sector vragen om niet alleen conform de GDPR te handelen, maar ook een stap verder te gaan: om écht privacyvriendelijk te werken.
Privacy is vooral een kwestie van gezond verstand en respect voor het data subject. Er zijn sectoren waar het uiteraard een heel pak erger gesteld is, maar deze kennissector heeft alles in zich om een echt voorbeeld te worden voor anderen.
En andersom, wat kunnen jullie nog leren van de BAD-sector?
De VVBAD telt als beroepsvereniging van de informatiesector ondertussen al meer dan 1.000 leden. Een organisatie oprichten is niet zo moeilijk, maar deze laten bloeien en vooral consequent uitbouwen, is des te moeilijker.
Als beginnende organisatie zijn er dus heel wat organisatorische zaken die we kunnen leren van de VVBAD. Jullie magazine META is overigens een prima inspiratiebron voor ons eigen e-magazine.
Hoe hebben jullie de sector (en de eigen organisatie) zien evolueren?
De GDPR-wetgeving heeft heel wat in beweging gezet. Niet alleen commerciële organisaties zijn op de opportuniteit gesprongen – niet altijd met een even gelukkig resultaat tot gevolg –, ook burgers hebben de GDPR leren kennen, helaas voornamelijk negatief.
Wie wordt er immers warm van al de cookiebanners, mailings die midden 2018 gestuurd werden, of de vele opt-ins waar mensen toch achteloos aan toegeven? Nochtans brengt de wet zoveel rechten naar de burger; het is jammer dat men zich daarvan niet altijd bewust is. De GDPR is ook slechts een startsein.
Een startsein dat de Europese Unie de bescherming van onze data en persoonsgegevens een prioriteit acht. Maar we mogen daar niet ophouden. De GDPR heeft immers ook een negatieve zijde. Een dataprotectiewetgeving maakt eigenlijk vooral de weg vrij voor wat wél mag.
Anders gezegd: de GDPR faciliteert in sommige gevallen surveillance door overheden en bedrijven, net door de spelregels voor deze surveillance vast te leggen. Privacy is echter een mensenrecht, en dient ook op die manier benaderd te worden.
Niet als een stuk wetgeving, maar als een essentieel deel van wie we zijn, en waar we heen willen. Onze data behoren ons toe. En niemand anders.