Hoe ben je in de archiefsector beland?

Na mijn master-na-master Archivistiek en Hedendaags Documentbeheer aan de VUB in 1998-1999, ben ik onmiddellijk de sector binnengerold. Eerst kreeg ik een kort contract van vier maanden bij uitgeverij Wolters Plantyn en daarna werd ik door Inge Schoups, stadsarchivaris van Antwerpen, gevraagd om in het DAVID-project (Digitale archivering in/voor Vlaamse instellingen en diensten) te stappen. Na een jaar nam ik deel aan een examen bij de stad Antwerpen. Sindsdien werk ik in het stadsarchief Antwerpen en doe ik min of meer hetzelfde werk.

Waar werk je nu? En wat houdt jouw baan in?

Ik werk al twintig jaar in het stads-en OCMW-archief van Antwerpen. Mijn taken bestaan uit het begeleiden van stedelijke diensten bij het digitaal werken, de selectie van archieven (bepalen wat bewaard moet worden en wat vernietigd mag worden) en het opvolgen en verwerken van digitale archieven.

Hoe ziet een werkdag er voor jou uit?

Ik start rond 5u, en werk thuis tot 7u30. Ik help de kinderen klaar te maken voor school en vertrek dan met de vouwfiets en trein naar Antwerpen. Mijn werklocatie is ofwel het Felixarchief of Den Bell, waar de stedelijke administratie gevestigd is. Om 15u15 vertrek ik weer, dan haal ik de kinderen op, maak ik eten enz.

Hoe zie je het beroep van bibliothecaris/archivaris evolueren?

Ik hoop dat informatiebeheerders erin zullen blijven slagen om de meerwaarde aan te tonen van een goed informatiebeheer. Dat ze blijven hameren op de principes van goede dossiervorming, selectie, opruimen van dossiers, enz. We zullen alleen goed moeten opletten dat onze methodes haalbaar blijven in een periode waar er nog weinig tijd is voor fundamenteel werk.

Wat was je motivatie om voorzitter te worden van de subwerkgroep Selectielijst Gemeenten (sectie Archief en Hedendaags Documentbeheer)?

Het stadsarchief had begin jaren 2000 al veel aandacht voor selectie. Het opstellen van een selectielijst voor Financiën was mijn eerste opdracht. In die periode werden de lijsten nog besproken in de werkgroep Gemeentearchief (nu de werkgroep Lokaal Overheidsarchief van de VVBAD). Omdat dat weinig efficiënt was, hebben we in 2005 de subwerkgroep Selectielijst Gemeenten opgericht.

Ik ben voorzitter geworden en dat gebleven tot eind 2019, toen de selectiecommissie Gemeenten door de Vlaamse overheid is opgericht en de subwerkgroep haar activiteiten stopzette. De motivatie is er altijd geweest omdat selectie ook mijn hoofdtaak is in het stadsarchief. Het blijft mij boeien omdat het de basis is van archiefwerking: met zo weinig mogelijk documenten toch de essentie bewaren en onderzoek mogelijk maken.

Op welke verwezenlijkingen ben je trots?

Ik ben best trots op de selectielijst Gemeenten. Het mooiste compliment dat we ooit kregen, kwam van een topambtenaar van de Vlaamse overheid, die belast was met de opstart van het DAV (Digitaal Archief Vlaanderen). Zij wilde absoluut de selectielijst als basis van het DAV, omdat die zo volledig was en de structuur zo goed.

Wat is de meest voorkomende misvatting over je jobinhoud wanneer je mensen vertelt dat je werkt in een archief? En hoe weerleg je die?

De grootste misvatting is dat werken in een archief saai zou zijn. Vermoedelijk zien de meeste mensen dan vooral de stoffige kelders voor zich. Mijn antwoord is gewoonlijk: “Ten eerste is mijn hoofdtaak digitaal archiveren.” Dat verjaagt al dadelijk het stof. “Ten tweede ben ik de afgelopen jaren met zowat alle beleidsdomeinen van de stad bezig geweest: de haven, het onderwijs, de musea, de financiën, de politie, de brandweer, de communicatie, enz. Ik ben van alles wel wat op de hoogte. Het is volgens mij een van de meest afwisselende jobs die er zijn.”