Hoe ben je in de archiefsector beland?

Een tiental jaar geleden werd ik door de universiteitsbibliotheek aangeworven in het kader van het toenmalige Googleproject. Daarbij werd een groot deel van onze oudere drukken door Google gescand en vervolgens online gezet. Onze taak bestond erin de metadata van de te scannen boeken te vervolledigen en ze klaar te maken voor het transport (meer info: https://lib.ugent.be/en/catalog/set:eu_google_books).

Waar werk je nu? En wat houdt jouw baan in?

Momenteel zorg ik samen met mijn twee naaste collega’s voor de goede werking in de leeszaal van de Bijzondere Collecties. We leggen de stukken klaar ter consultatie, houden toezicht en maken de bezoekers wegwijs in onze rijke hoeveelheid aan consulteerbare fondsen.

Met welke thema’s ben je beroepsmatig veel bezig?

De impact van de huidige technologie blijft me verbazen. Door het grote aantal oude drukken, handschriften en prenten uit onze collecties dat reeds gedigitaliseerd is en voor iedereen online te bekijken is, krijgen we vanzelfsprekend minder bezoekers over de vloer. Het klinkt misschien tegenstrijdig, maar ik vind dat een goede zaak. Op die manier nemen meer mensen wereldwijd kennis van de inhoud, terwijl de fysieke stukken in optimale staat bewaard blijven.

Welke ambities koester je?

Blijvend onder de indruk zijn van de soms adembenemende pracht van de stukken die dagelijks door onze handen gaan.

Welk thema ligt je nauw aan het hart?

Ondanks de grote hoeveelheid aan boeken en manuscripten die door de grootschalige digitalisering soms letterlijk van onder het stof gehaald zijn en onder de aandacht gebracht zijn, beschikt de universiteitsbibliotheek nog over een aantal fondsen waarvan de inhoud bij het publiek minder bekend is. 

Ik denk bijvoorbeeld aan de archievenvan persoonlijkheden als de historicus Paul Fredericq of de recent verworven archieven van hedendaagse kunstenaars als Raoul De Keyser en Philippe Vandenberg. Ook de diversiteit aan documenten in het zogenaamde fonds van de ‘Vliegende Bladen’ blijft een constante bron van onontgonnen materiaal.

Wat haal je er voor jezelf uit, zowel persoonlijk als professioneel?

Deze fondsen bevatten materiaal van onschatbare waarde. Het geeft een fantastisch gevoel om daarin originele brieven van Victor Hugo, James Ensor of andere grootheden te ‘ontdekken’ of om onderzoekers te wijzen op materiaal dat hen kan interesseren.

Hoe zie je de sector in de toekomst evolueren?

Het digitale zal de bovenhand krijgen in de wetenschappelijke bibliotheken, dat staat buiten kijf. Nieuwe ontwikkelingen als IIIF-beelden (International Image Interoperability Framework) zetten bijvoorbeeld een nieuwe standaard waardoor kwalitatief beeldmateriaal wereldwijd gedeeld kan worden. Anderzijds veronderstel ik dat de universiteitsbibliotheek haar functie als bewaar- en erfgoedbibliotheek nog eeuwen zal vervullen.

Wat is je leukste bibliotheekervaring?

De verbazing op het gelaat van een bezoeker die ik een rondleiding gaf in ons depot, en die de ernstige woorden uitsprak: “Dit kan ik onmogelijk nog allemaal lezen …”

Wat is de meest voorkomende misconceptie over je jobinhoud wanneer je mensen vertelt dat je werkt in een bibliotheek? En hoe weerleg je die?

Ooit kreeg ik van een kennis een meewarige blik en de raad om vooral de moed niet op te geven en naar ‘leuker’ werk uit te kijken. Ik beloofde hem zijn raad op te volgen zodra ik niet meer fluitend naar mijn werk zou fietsen.