Een eerste onderdeel concentreerde zich op de historische taalstadia van het Nederlands en de varianten ervan. Het stadsarchief diepte documenten op in o.a. het Latijn, het Frans en de stadia tussen het Middelnederlands en het Nederlands van vandaag. Dialecten speelden een prominente rol in het project zoals bleek uit de openingslezing van Jacques van Keymeulen, rondleidingen die gegeven werden in het Sinnekloases in de museumcollecties en stadskern, een spoedcursus dialect door het lokale cabaretduo Awaal Nem, het dialectcolloquium Zooëgezeed – in samenwerking met de Universiteit Gent, Variaties vzw, de Stichting Nederlandse Dialecten, het Reynaertgenootschap vzw, Odisee Hogeschool, Erfgoedcel Waasland en de Koninklijke Oudheidkundige Kring van het Land van Waas – én de verkiezing van het mooiste Sinnekloase woord. ‘Allemanswies’ (‘iemand die met iedereen overeen wil komen en dus iedereen naar de mond praat) haalde het voor ‘dedderen’ (pletten of stampen van voedsel). 1735 Sint-Niklazenaren brachten hun stem uit.
De taal van vandaag werd belicht door Expart en jeugdcentrum Den Eglantier. Zij begeleidden een vijftiental jonge, startende kunstenaars tussen 15 en 25 via een traject waarin zij dialect, jongerentaal en slam poetry verwerkten tot een expo waarbij de bib bijna letterlijk van boven tot onder werd ingepakt. Talentontwikkeling en samen kunst maken waren ook de doelen van dat andere jongerenproject Sessie#2 ‘Achterklap’ van Kubus.
Het tweede grote onderdeel van het project was de talenrijkdom en de meertaligheid van Sint-Niklaas en taaldiversiteit in het algemeen. In dat luik werd ingezet op film (via het MOOOV-filmfestival) en lezingen (van o.a. Filip Loncke, Carine Caljon en Herman Boel). Ook hier werd de sterkte van de deelnemende partners uitgespeeld: JOS vzw bracht via buurtwerking De Taal van de vrede in kaart, het Davidsfonds reisde de wereld rond in 80 talen, de bib met haar grote collectie Afrikaans zette in op ‘liefdesgedigte’, muziekclub ’t Ey bracht Catalaans en Italiaans talent samen en De Foyer zette een wereldkoor op het podium, Anfiteatro nodigde dan weer een Italiaanse journaliste en auteur uit om het verschil tussen het leven in Vlaanderen en in Italië te schetsen.
Een van de meest deugddoende projecten was Dichter voor één dag / Waarvandaan van Vormingplus Waas en Dender. Sint-Niklazenaar Tom Lanoye schreef een stadsgedicht waarmee nieuwe en oude Sint-Niklazenaren aan de slag gingen onder begeleiding van Nelle De Maeyer om een podiumvoorstelling te maken. De slotperformance in aanwezigheid van de dichter was hartverwarmend.
En wat is er nu blijven hangen? Meer dan men op het eerste gezicht denkt. Vooral de projecten met de jongeren waren leertrajecten en brachten hen als structurele partners voor nieuwe cultuurprojecten beter in beeld. Talentontwikkeling dus. Het project maakte duidelijk dat taal een verbindend element is. De kracht van poëzie is dat ze mensen een forum geeft om creatief bezig te zijn en dat ze ervoor zorgt dat mensen in gesprek raken rond de interpretatie en de creatieve verwerking ervan. Ook wat het verdwijnende dialect betreft, is na de viering van 800 jaar Sint-Niklaas met o.a. de publicatie van de Wordelieèst va Sinnekloas een nieuwe stap gezet naar een blijvende structurele werking rond (Wase) dialecten. Hierbij komt dat de bibliotheek zich sterk op de kaart gezet heeft. Als spin in dit talenweb bleek ze een betrouwbare en zekere partner, een kleurrijk huis van en voor de stad.