De bib van de toekomst is een ‘kleine’ bib

META Nummer 2019/6

De bib van de toekomst is een ‘kleine’ bib

Geschreven door Hilke Arijs
Gepubliceerd op 10.08.2019

De Krook, Muntpunt, Utopia, enz. zijn klinkende namen in het bibliotheeklandschap. De kleinere — vaak nog klassiek geënte — bib lijkt hierdoor hopeloos achterhaald. En ook de lokale budgetten volgen zelden de ambities van een toekomstgericht bibliotheekbeleid. De lokale — kleine — bib heeft vandaag echter meer dan ooit een grote rol te spelen en beschikt over een gigantisch maatschappelijk potentieel.

De campagne Een bib voor iedereen maakte duidelijk dat de lokale openbare bibliotheek lang niet meer zo zeker is van haar toekomst. Natuurlijk zijn er de grote bibliotheekprojecten die heel terecht de nodige media-aandacht krijgen, maar de kleinere bibliotheek lijkt in vele hoofden een achterhaald model. Gelukkig engageerden de meeste lokale besturen zich om ook na het opheffen van de bibliotheekplicht te voorzien in het inrichten van een plaatselijke bib. Ondanks dit positieve signaal worden de kosten en baten van een bibliotheek steeds actiever in vraag gesteld. “Iedereen koopt vandaag toch boeken via bol.com?”, “Lezen? Dat interesseert jongeren niet meer!”, “Alles wordt toch digitaal”, het zijn maar enkele van de uitspraken die menig bibliothecaris de spreekwoordelijke gordijnen in jagen. Daarnaast is een overschakeling op moderne zelfuitleensystemen vaak een argument voor lokale besturen om te besparen op het personeelsbestand van de bib. Als gevolg daarvan wordt de bib in de hoofden van velen een geautomatiseerde ‘boekenontleenmachine’ en is het beeld van een bib van de toekomst er eentje waar robots je boeken terugzetten in het rek. Naast dit sciencefictionidee is er natuurlijk de realiteit, waarin de bibliotheek net meer is geworden dan een plaats om boeken te ontlenen. Nieuwe stadsbibliotheken zoals Utopia in Aalst, De Krook in Gent of Muntpunt in Brussel zijn hiervan mooie voorbeelden. Zij leveren iedere dag het levende bewijs dat bibliotheken echte hotspots zijn binnen de gemeenschappen waar ze hun plaats innemen. Met tal van activiteiten, maakplaatsen, hippe koffie, blokspots en een kwaliteitsvolle collectie zijn ze terecht uithangborden voor het lokale cultuurbeleid en voorbeelden voor de Vlaamse bibliotheken. Ze beschikken echter niet alleen over een mooie en moderne infrastructuur, maar ook over een dynamisch personeelsbestand en bijhorende budgetten. Een luxe die veel kleinere bibliotheken niet gegund is. Maar al te vaak gaat men er bij de renovatie van een lokale bibliotheek van uit dat met een architecturaal innoverende infrastructuur meteen ook de bib van de toekomst gebouwd is. En daar knelt het schoentje: de bib van de toekomst huist niet per se in een architecturaal pareltje, maar is een huis (wat dat ook moge zijn) dat bruist van leven dankzij de lokale gemeenschap die haar omringt.

Kan een bibliotheek nog wel van tel zijn zonder dure fablabs en barista’s die een groot publiek aantrekken? Naast het idee dat dergelijke evoluties niet op hun plaats zijn in kleine gemeentes van 5.000 inwoners zijn renovaties duur, vergen lasercutters specifieke expertise en ervaring en worden baristatechnieken niet aangeleerd in de bibliotheekopleiding. Hoe kun je dan als kleine bib met een beperkte bezetting en middelen een verschil maken, relevant zijn? Is de kleine bib gedoemd om te verdwijnen?

Een lokale bib is een bib voor iedereen

Steden en gemeenten veranderen razendsnel. Jongeren verkiezen de bruisende stad met een gevarieerd cultureel leven, sommige dorpen veranderen in zogenaamde slaapdorpen, de vergrijzing neemt toe, enz. Net in deze context hebben kleine bibliotheken een belangrijke opdracht. Kleine bibliotheken zijn immers sterk lokaal verankerd: het basispubliek woont in de buurt, op wandel- of fietsafstand. Die nabijheid en lokale verankering is meteen ook de grootste troef van de kleine bibliotheek, net hierdoor is ze de partner bij uitstek voor actoren uit de lokale welzijns-, onderwijs- en vrijetijdssector.

Bibliotheken bereiken vandaag, zeker in kleinere gemeentes, de grootste doorsnede van de lokale gemeenschap: jonge kinderen en hun ouders, schoolgaande jeugd, senioren, enz. Door projecten als Boekstart, een klassieke klasuitleen of scholenwerking wordt een zeer groot deel van het jonge publiek bereikt. Door slim in te zetten op het bevorderen van de leesmotivatie kun je er als bib voor zorgen dat dit jonge publiek trouw blijft aan de bib. Maar hoe doe je dat met een beperkt personeelsbestand en beperkte middelen? Zet in op het creëren van een goed gevoel in de bib. Houd bijvoorbeeld een voorleesuurtje met een gratis hapje (klop daarvoor eventueel aan bij lokale producenten), doe mee aan Schatten van Vlieg, de Jeugdboekenmaand, enz. En onderhoud persoonlijk contact met je jonge lezers. Neem tijd om het juiste boek voor hen te vinden, informeer naar hun hobby’s, enz. Dankzij dit persoonlijk contact bouw je een vertrouwensband op. Dat geldt trouwens voor alle leners: een persoonlijke service, tijd voor een babbel, enz. zorgt voor een goede band met de gebruikers. Net hier ligt de opportuniteit van een zelfuitleensysteem voor kleinere bibliotheken: met dezelfde mensen kun je nu een veel persoonlijker service bieden die wél het verschil maakt. Hierdoor krijgen leners vaak zin om mee te bouwen aan de bibliotheek en boor je een groep van potentiële vrijwilligers aan voor een boekendienst aan huis, voorleesuurtjes, knutselmomentjes, enz. Bovendien ben je als bibliotheekmedewerker in een kleinere bib een pak minder anoniem.

Bibliotheken zijn zeer laagdrempelig, zeker in vergelijking met andere gemeentelijke infrastructuur. Je moet er niet naartoe voor vervelende administratieve formaliteiten, het kost geen (of weinig) geld, je kunt er zo lang vertoeven als je wilt. In kleinere gemeentes zijn bibliotheken bovendien early warning systems voor thuislozen, hangjongeren, ouderen, kortom voor kwetsbaarheid. Een goede samenwerking met het sociaal huis en lokale welzijnsdiensten zorgt ervoor dat doelgroepen sneller hun weg vinden naar de bib: praatcafés, rondleidingen voor NT2-groepen, samenlezen, enz. De focus van de bib op een vaak volledig gratis aanbod voor jongeren is essentieel in het bereiken van kansengroepen. Doordat het aanbod voor iedereen gratis is kleeft er geen stigma op een bibbezoek.

Een thuis voor iedereen

In kleinere gemeentes is er niet altijd infrastructuur beschikbaar voor actoren als heemkundige kringen, CoderDojo, huizen van het kind, enz. Ook hier kan de lokale bib het verschil maken door haar deuren open te zetten en een plaats te bieden waar deze organisaties en netwerken zichtbaar kunnen worden. Zo schep je als bibliotheek een echte derde plek in de gemeente en bereik je misschien ook die bezoekers die liever hun boeken via bol.com bestellen. Zo kun je een forum bieden aan een lokale schrijf(st)er, een tentoonstelling organiseren van lokale kunstenaars of een toonmoment houden voor het lokale harmonieorkest. Stuk voor stuk individuen en organisaties die het cement vormen van het lokale culturele leven, en meteen ook hun eigen netwerk binnenbrengen in de bibliotheek.

Het is bovendien niet enkel een stedelijk fenomeen: thuiswerkers of studenten aan het werk in de bib. Je vindt ook in kleine bibliotheken gratis wifi, een aangename werksfeer en misschien wel een kopje koffie, al dan niet gratis aangeboden. En in tegenstelling tot in grote instellingen moet je in een kleine bib meestal niet vechten voor een plek. Daardoor wordt de bib niet alleen een derde plek, maar ook een tweede thuis voor een grote groep mensen.

Een regiobib voor iedereen

Een babbel, voorleesuurtje of een kopje koffie hebben inderdaad weinig impact op je werkingsmiddelen. Maar hoe krijg je dat allemaal geregeld met een beperkte personeelsbezetting? Een bib vol leven betekent immers een bibteam dat hiervoor de nodige voorbereiding en omkadering voorziet, en daarnaast nog een kwaliteitsvolle collectie in de rekken krijgt. Het antwoord is opnieuw evident: samenwerken. Via een regionaal netwerk aan bibliotheken kun je een beroep doen op elkaars expertise. Er zijn ondertussen al tal van voorbeelden in Vlaanderen: Comeet, Route 42, Bibburen en de Regiobib Pajottenland en Zennevallei. Die laatste is met vijftien aangesloten besturen ongetwijfeld de grootste qua geografische omvang, en meteen ook de meest diverse. Met gemeenten van 2.000 tot 45.000 inwoners, met bibteams van twee VTE’s tot vijftien VTE’s en met collectiebudgetten van 12.000 euro tot 120.000 euro. Hoe werk je samen met zo’n diversiteit aan bibliotheken? Kleinere bibliotheken hebben immers vaak niet de (personeels)middelen om nog extra projecten te organiseren om de bib in de kijker te zetten. En het is niet de bedoeling dat de grotere bibliotheken het werk van de kleintjes overnemen. Een fragiel evenwicht dus, dat gestoeld is op drie pijlers:

  • Publiekswerking: gezamenlijke formats reizen rond in alle aangesloten bibliotheken. Hierdoor is er dankzij de regio een aanbod aan grotere namen, ook in kleinere gemeenten.
  • Expertisedeling: de regiobib brengt de bibliotheekmedewerkers samen op studiereizen en richt vorming in.
  • Structurele samenwerking: door te kijken naar wat we allemaal sowieso (moeten) doen kunnen we een pak efficiëntiewinst boeken. Voorbeelden zijn collectievorming, gemeenschappelijke lastenboeken, gedeelde softwareapplicaties, enz.

Dat laatste komt vooral kleinere bibliotheken ten goede. Zij krijgen extra intellectuele ruimte om de lokale werking beter af te stemmen op de noden van het publiek en om lokaal dus nog relevanter te worden. De samenwerking hoeft echter niet altijd met vijftien te gebeuren. Door de omvang van de regiobib is het nodig dat er verschillende vormen van samenwerking ontstaan waarbij bibliotheken elkaar kunnen vinden. Zo werken de aangesloten bibliotheken van Ternat, Affligem, Roosdaal en Liedekerke intensiever samen in het kader van onder andere de scholenwerking en bepaalde projecten. Samen maken ze nieuwe bibliotheekintroductiespelletjes die ze uitwisselen, stemmen ze hun scholenprogrammatie op elkaar af en slaan ze de handen in elkaar voor bijvoorbeeld de Week van de vrijwilliger, de Week van het bos, Boekstartdag, enz. Elke bibliotheek neemt één project voor haar rekening, dat in elk van de vier bibliotheken uitgerold wordt, een quick win voor iedereen, de bezoekers in het bijzonder.

Ook in digitale tijden

De digitale evolutie brengt opportuniteiten met zich mee, samenwerking is makkelijker in de virtuele wereld: een gedeelde e-boekencollectie, samen ontwerpen via online grafische platformen, enz. De mogelijkheden zijn eindeloos. Daarenboven worden bibliotheken met de komst van het Eengemaakt Bibliotheeksysteem (EBS) hiertoe gestimuleerd. Wel moet er een belangrijke kanttekening gemaakt worden bij de rol van de bibliotheekmedewerker. Samenwerken in de digitale 21e eeuw vergt ook digitale expertise en een bibmedewerker die de vinger aan de pols houdt van de digitale innovatie. Dat laatste is, gezien de besparingen in de sector en het feit dat in kleinere lokale bibliotheken traditioneel ingezet wordt op lagere profielen, niet evident. Dat is meteen een van de belangrijkste bedreigingen voor de kleine bib, want het is het personeel dat de kern vormt van een lokaal verankerde en toekomstgerichte werking. Misschien zijn deskundige profielen nog belangrijker voor kleine bibliotheken dan voor grote. Die laatste beschikken immers vaak over een kader met verschillende stafleden met specifieke deelexpertises. Kleinere bibliotheken moeten alle rollen combineren en dit in een context waarin zij voor kansengroepen de belangrijkste toeleiders zijn naar het lokale culturele aanbod.

Digitale evoluties betekenen vaak een vergroting van de digitale kloof, zeker in niet-stedelijke gebieden. Ook hier kan de bib een rol spelen: via app-o-thekers, smartcafé’s, workshops in samenwerking met het volwassenenonderwijs of de centra voor basiseducatie zorgt ze ervoor dat iedereen mee is met de digitale trein. Maar het kan nog eenvoudiger: door de aanwezige infrastructuur (publiekscomputers, wifi, printers, enz.) vormt de bib letterlijk de toegang tot de virtuele wereld. En ja, ook in tijden waarin iedereen een smartphone op zak lijkt te hebben en velen thuis over een internetverbinding beschikken, is het essentieel dat de lokale bib deze service biedt. Er is namelijk een groot deel van de bevolking dat geen of beperkte toegang heeft tot deze infrastructuur, hetzij omwille van financiële redenen, hetzij omwille van een gebrek aan vaardigheden en ervaring. Met de evolutie dat alle administratieve formaliteiten vaker via de digitale weg vervuld moeten worden ligt ook hier een opportuniteit voor de bib. Hier kan de bezoeker deze technologie immers (gratis) vinden. Combineer dit met een bibmedewerker die hulp op maat kan bieden en je hebt het recept om van de kleine bib een thuis te maken voor iedereen.

Pleidooi voor de kleine bib

Grote bibliotheken zoals Utopia, De Krook en Muntpunt zijn terecht voorbeelden van een vooruitstrevende invulling van de bibliotheekwerking. Hun aantrekkingskracht is groot en dus lijken kleine plaatselijke bibliotheken aan belang te verliezen wanneer ze hiermee vergeleken worden. Maar de kracht van kleine bibliotheken ligt net in het feit dat ze zeer lokaal gebonden zijn. De kleine bib heeft, net zoals de grote centra, een belangrijke rol te vervullen binnen het sociale gegeven van een gemeente of stad. Misschien zelfs nog meer, want in kleine gemeenten is de bibliotheek vaak de enige publieke infrastructuur die zo vrij toegankelijk is. Het is dus noodzakelijk om blijvend in kleine bibliotheken te investeren, niet alleen in het kader van mooie renovaties en zelfuitleen, maar ook op vlak van personeel. Het potentieel van de bib is immers groot voor de lokale bevolking.

Besluit

Het opheffen van de bibliotheekplicht, digitale evoluties en de nieuwe tendensen in het bibliotheekveld zorgen ervoor dat de rol en het belang van de kleine bib in vraag worden gesteld. Door echter te investeren in kleine bibliotheken en in te zetten op expertise kan de kleine bib een nog grotere rol opnemen dan vele klinkende namen en stedelijke voorbeelden. Een slimme investering in de plaatselijke bibliotheek — niet alleen wat betreft mooie renovaties of zelfuitleen, maar zeker ook in voldoende, geschoold personeel — zorgt er immers voor dat het hart van de plaatselijke gemeenschap blijft kloppen.

Waarom lid van de VVBAD worden?

  • Deel zijn van het netwerk van experten en collega's
  • Mee de belangen van de informatiesector behartigen
  • Korting krijgen op de activiteiten van de VVBAD
  • Toegang krijgen tot vakinformatie
  • Participeren in de verenigingsbesturen
Word lid
© Vlaamse Vereniging voor Bibliotheek, Archief & Documentatie vzw
Statiestraat 179 | B-2600 Berchem (Antwerpen)
Tel: (+32) 03 281 44 57 | email: vvbad@vvbad.be