Een systeemreboot voor de graduaatsopleiding

META Nummer 2019/5

Een systeemreboot voor de graduaatsopleiding

Geschreven door Karin Vandenabeele, Kevin Linsingh, Dieter Probst
Gepubliceerd op 16.06.2019

Op 1 september 2019 hevelen de centra voor volwassenenonderwijs (CVO) alle Vlaamse graduaten over naar de hogescholen. In dit kader zijn er al geruime tijd samenwerkingsverbanden tussen de CVO’s en hogescholen aan de gang. Zo ook voor de twee nog actieve graduaten Bibliotheekwezen en Documentaire Informatiekunde in Leuven en Gent. De Leuvense opleiding wordt vanaf september ingericht door Erasmushogeschool Brussel, de Gentse door Arteveldehogeschool.

IMPORTANT

Op 1 september 2019 hevelen de centra voor volwassenenonderwijs (CVO) alle Vlaamse graduaten over naar de hogescholen. In dit kader zijn er al geruime tijd samenwerkingsverbanden tussen de CVO’s en hogescholen aan de gang. Zo ook voor de twee nog actieve graduaten Bibliotheekwezen en Documentaire Informatiekunde in Leuven en Gent. De Leuvense opleiding wordt vanaf september ingericht door Erasmushogeschool Brussel, de Gentse door Arteveldehogeschool.

Tegelijk houdt deze hervorming de kans in voor een grondige vernieuwing. Graduaten zijn praktijkgerichte opleidingen van minstens 90 en hoogstens 120 studiepunten en vormen de eerste stap in het Vlaamse hoger onderwijs, op niveau 5 van de Vlaamse Kwalificatiestructuur. Minstens één derde van de opleiding moet bestaan uit werkplekleren: stages, opdrachten in het werkveld, studiebezoeken, duaal leren, enz. Bij de Vlaamse openbare besturen geeft een graduaatsdiploma eveneens toegang tot het B-niveau.

De informatiesector kent in Vlaanderen twee beroepskwalificaties op niveau 5, namelijk Bibliotheekdeskundige/Infor­matie­deskundige en Archiefdeskun­dige. Tijdens het opmaken van de domeinspecifieke leerresultaten (DLR), een soort eindtermen op Vlaams niveau, hebben de onderwijsinstellingen voorgesteld om hiervoor één graduaatsopleiding Informatiebeheer: Bibliotheek en Archief te ontwikkelen. Die opleiding omvat een programma van 120 studiepunten met een gezamenlijke stam en twee afstudeerrichtingen.

Beide scholen stonden door al deze ontwikkelingen voor de opdracht om de opleiding grondig te hervormen met als basis de Vlaanderen-breed geformuleerde DLR’s en de beroepskwalificaties voor Bibliotheekdeskundige/Informatiedeskundige en Archief­deskundige. Op 13 maart 2018 gaf de Adviesgroep DLR de graduaatopleidingen een positief advies en op 30 maart 2018 werd het domeinspecifieke leerresultatenkader door de VLHORA (Vlaamse Hogeschoolraad) vastgesteld en goedgekeurd.

Afzonderlijk vertaalden de hogescholen deze domeinspecifieke leerresultaten in opleidingsspecifieke leerresultaten (OLR’s) en leerdoelen. Zo konden ze hun eigenheid benadrukken en eigen accenten leggen. Waar het Graduaat Bibliotheekwezen en Documentaire Informatiekunde vertrok vanuit hetzelfde opleidingsprofiel, met dezelfde modules, evolueren de opleidingen voortaan volgens hun eigen dynamiek.

Als laatste kwaliteitstoets volgde de Toets Nieuwe Opleiding (TNO) voor een commissie van de Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie (NVAO). Beide opleidingen hebben er met succes hun dossier verdedigd en kregen groen licht om in september 2019 van start te gaan.

Arteveldehogeschool

Voor de opleiding graduaat Informatie­beheer: bibliotheek en archief vertrok de Arteveldehogeschool van het opleidingsconcept in afbeelding 1.
 
We leiden competente informatiebeheerders op met een brede kijk op de wereld. Er is een sterke interactie tussen theorie en praktijk: het werkplekleren krijgt een prominente plaats in de opleiding. We zetten in op reflectie en begeleiden studenten om hun eigen leerproces in handen te nemen. We kiezen voor een mensgerichte aanpak, waarbij studenten zich vanuit hun eigen talenten en ervaringen op persoonlijk en professioneel vlak ontwikkelen tot deskundigen die:

  • informatiekundig zijn: ze structureren en metadateren informatie. Ze gaan kritisch en mediawijs om met informatie en informatiebronnen. Ze stimuleren en coachen die informatievaardigheden ook bij hun klanten;
  • creatief zijn: ze spelen actief en probleemoplossend in op maatschappelijke en vakspecifieke ontwikkelingen; vanuit die belangstelling voelen de studenten zich betrokken, erkennen ze hun maatschappelijk belang en nemen ze initiatief;
  • flexibel zijn: ze zijn breed inzetbaar in de veranderende context van verschillende sectoren en passen zich aan de verscheidene doelgroepen aan;
  • ondernemend zijn: ze durven projecten op te zetten en aan te sturen. Ze durven doordacht te innoveren, te optimaliseren, maar borgen ook wat goed is. Ze zijn in dat alles gericht op kwaliteit;
  • gericht zijn op samenwerking: ze creëren en organiseren in team en in samenwerking met verschillende partners;
  • klantgericht zijn: ze gaan cultuursensitief om met potentiële en actuele klanten en brengen hen samen met het oog op cocreatie, kennisontwikkeling en kennisdeling. Ze waarderen, selecteren, verzamelen of (her)verpakken informatie zodat die vindbaar en toegankelijk is; daardoor stappen hun klanten verrijkt de wereld in.

Om dat alles te realiseren zetten we in op communicatieve, agogische en sociale vaardigheden en bouwen we didactische en beroepstechnische kennis op bij de studenten.

Leerlijnen en curriculum

Dit opleidingsconcept resulteerde in een opleidingsprogramma met drie programmalijnen:

  • Communicatie en advies
  • Informatiebeheer en media
  • Professionaliseren

De programmalijn Communicatie en advies versterkt de communicatieve, agogische en sociale vaardigheden van de studenten. De studenten maken kennis met de verschillende doelgroepen en leren methodieken voor samenwerkingsvaardigheden. Ook werken de studenten aan hun mondelinge en schriftelijke communicatievaardigheid. De samenwerkingsvaardigheden zetten de studenten in om vormingen en activiteiten te organiseren via projectmatig werken. Bovendien gaan ze aan de slag met de verschillende doelgroepen en leren ze niet alleen hoe ze informatie aan de klanten verschaffen, maar ook hoe ze de klanten informatievaardig(er) maken. In de laatste twee semesters, de derde schijf, tilt de student het projectmatig werken naar een hoger niveau via PR-technieken en marketing die hij toepast in de realisatie van zijn project.

In de programmalijn Informatiebeheer en media maken de studenten zich de meer technische vaardigheden eigen. Ze maken kennis met de verschillende soorten informatiebronnen en digitaliseringstechnieken en ontdekken hoe ze informatie toegankelijk kunnen maken voor de klanten. Ze leren communicatiekanalen doelgericht in te schakelen en te werken met verschillende informatiesystemen. In de afstudeerrichting komen de studenten meer te weten over sectorspecifieke verwachtingen en hoe ze daarop inspelen.

De programmalijn Professionaliseren focust volledig op het werkplekleren. In het eerste semester is er bewust veel aandacht voor de actoren in de informatiesector, zodat de studenten snel ontdekken of de opleiding iets voor hen is. Tijdens de werkveldverkenning zetten de studenten de vaardigheden uit de twee andere programmalijnen in om een vorming of activiteit te organiseren en om aan de slag te gaan met informatiesystemen op de werkplek. In het afstudeerjaar verdiepen de studenten zich in de organisatie van de werkplek en in manieren om de kwaliteit van een instelling in kaart te brengen, op te volgen en te verbeteren.

Pas in het afstudeerjaar kiezen de studenten voor een van beide afstudeerrichtingen. Maar via een gerichte keuze van stageplaatsen kunnen ze zich al eerder verdiepen in specifieke deelsectoren.

Werkplekleren

Dat werkplekleren de ruggengraat van het leerproces vormt, maakt de programmalijn Professionaliseren duidelijk zichtbaar. Die lijn bevat alle opleidingsonderdelen met werkplekleren in het veld. In de eerste schijf van de opleiding wordt vooral ingezet op observerend leren via opdrachten die de student uitvoert in openbare bibliotheken, wetenschappelijke bibliotheken, archieven, cultureel-erfgoedorganisaties, enz. Deze opdrachten zijn gelinkt aan de gelijknamige opleidingsonderdelen. Vervolgens evolueert werkplekleren naar participerend leren tijdens de OLOD’s werkveldverkenning één en twee. De studenten gaan via klassieke stages van 80 uur in twee verschillende organisaties voor een langere periode aan de slag. Als sluitstuk van het werkplekleren ontwikkelen en realiseren de studenten via werkveldverdieping een project in een reële arbeidssituatie. Zo groeit het werkplekleren uit tot autonoom handelen.
De studenten kiezen zelf in welke sector (bibliotheek of archief) ze de projectstage, verdeeld over twee stageblokken van 200 uur, doen en nemen afhankelijk daarvan twee opleidingsonderdelen uit de programmalijn Informatie en media op die gelinkt zijn aan hun afstudeerrichting.

De wisselwerking tussen theorie en praktijk wordt versterkt door supervisiemomenten. In groep bespreken de studenten eigen praktijkvoorbeelden en koppelen die aan de theorie. Reflectie is daarin cruciaal, onder meer via een digitaal portfolio dat de studenten in hun hele studieloopbaan opbouwen.

Praktische organisatie

Het standaardtraject is gebaseerd op een opleiding van drie jaar van telkens 40 studiepunten. In het eerste en tweede jaar zijn er twee lesdagen per week, in het derde jaar is dat nog één lesdag, zodat studenten volop kunnen focussen op het werkplekleren en het afstudeerproject. Vanaf academiejaar 2020-2021 kan de opleiding gevolgd worden in twee jaar, met 60 studiepunten per jaar en/of met een groot aandeel afstandsonderwijs. Studenten die door werk of andere engagementen kiezen voor een flexibeler traject krijgen begeleiding van een trajectbeheerder.

De opleiding blijft nog een drietal jaar gehuisvest op de huidige campus van het Pcvo VSPW-Gent in Sint-Amandsberg (E. Tinelstraat 92).
(Zie afb. 2)

>    Meer informatie:  informatiebeheer@arteveldehs.be of https://www.arteveldehogeschool.be/opleidingen/hbo5/informatiebeheer-bibliotheek-en-archief

Erasmushogeschool Brussel

De omvorming van de opleiding aan Erasmushogeschool Brussel (EhB) startte eveneens met een krachtige visie over de beoogde competenties die studenten moeten behalen aan het einde van hun programma:

De graduaatsopleiding Informatiebeheer: Bibliotheek en Archief van Erasmus­hogeschool Brussel wil future proof bibliotheek- en archiefdeskundigen afleveren door van hen breed opgeleide en flexibele informatiebeheerders te maken die gepast kunnen inspelen op de digitalisering en automatisering van de sector. We willen studenten afleveren die bereid zijn uit hun comfortzone te treden en die hun ogen open houden voor hedendaagse maatschappelijke, culturele en sociale ontwikkelingen. Op die manier hebben ze ook oog voor de noden en vragen van verschillende doelgroepen en kunnen ze daar proactief op inspelen. Ze hebben een open houding en staan steeds paraat om interne en externe gebruikers van het informatieaanbod te begeleiden en ondersteunen.

Die visie in combinatie met de DLR’s, de beroepskwalificaties en de decretale bepaling van één derde werkplekleren resulteerden in een eerste versie van het curriculum dat op 18 april 2018 afgetoetst werd tijdens een resonantiecommissie met het werkveld. De feedback van deze bijeenkomst werd door het team van lectoren en onderwijsondersteuners van EhB verwerkt en zo kwam de uiteindelijke blauwdruk van de opleiding tot stand.

Leerlijnen en curriculum

De opleiding bestaat uit vijf leerlijnen en vanaf het tweede jaar kiezen studenten een van de twee afstudeerrichtingen:
 
In het onderdeel Brede sector maken de studenten kennis met de werkvloer in al zijn facetten. Ze ontdekken alle soorten bibliotheken, archieven en informatiecentra en krijgen inzicht in erfgoedinstellingen, beroepsverenigingen, enz. Kortom, dé culturele en maatschappelijke context waarin de informatiebeheerder terechtkomt. Daarnaast maken ze zich belangrijke technische competenties eigen, zoals classificatiesystemen, metadatering, collectieontwikkeling en selectie en vernietiging van archiefstukken.

Het gedeelte Digitalisering bereidt de studenten voor op de toekomst. Ze leren om vlot te werken met courante kantoorsoftware en verkennen programmeer- en markuptalen en opmaaksoftware. Tot slot verdiepen ze zich in de belangrijkste digitaliserings- en automatiseringstechnieken en maken ze kennis met de gevaren en valkuilen daarvan.

Publiekswerking is cruciaal op de werkvloer. Daarom telt dit gedeelte 34 studiepunten. Lectoren stimuleren de studenten om proactief na te denken over de manier waarop het informatieaanbod de doelgroepen bereikt. Studenten doen dit onder andere door aan vijf projecten te werken.

De ideale publiekswerker werkt goed samen, communiceert vlot en legt gemakkelijk contact. Daarnaast weet hij of zij gebruikers wegwijs te maken in zijn of haar expertise. Dat leren de studenten in het gedeelte soft skills. Ze focussen eerst op één of twee vaardigheden en passen die in een volgend semester toe in een project van de leerlijn Publiekswerking.

In het gedeelte Professionele ontwikkeling bereiden de studenten zich voor op de arbeidsmarkt door stage te lopen en over hun professionele ontwikkeling te reflecteren. EhB kiest bij deze leerlijn voor een zekere vrijheid om de studenten de mogelijkheid te geven om zichzelf te specialiseren en via doorgedreven coaching iedereen te laten excelleren.

De leerlijnen worden vormgegeven door 34 opleidingsonderdelen.

De twee afstudeerrichtingen bestaan uit 35 studiepunten aan specifieke vakken, projecten en specialisatie binnen het werkplekleren. Studenten kiezen in hun tweede jaar en lectoren begeleiden hen in hun keuze tijdens het vak POP 2 (Persoonlijk OntwikkelingsPlan).

Werkplekleren

EhB koos voor een diverse invulling van de component werkplekleren binnen de opleiding. Zoals decretaal is vastgelegd bestaat dit gedeelte minimaal uit één derde en meer specifiek uit 41 studiepunten voor ons programma. Hierbij nemen de studenten deel aan stages, externe bezoeken en vormen van duaal leren.

Traditionele stages blijven zeer waardevol voor het leerproces van de studenten. Het biedt de mogelijkheid om verschillende leerinhouden te integreren en de studenten leren om te functioneren binnen organisaties. In totaal volgt elke student vier stages die in het eerste semester starten. De stages zijn opbouwend en hebben een functie in de professionele ontwikkeling van de student. Stage één van 60 uur vindt plaats in een laagdrempelige instelling (kleinere bibliotheek of archiefinstelling). Vervolgens treden de studenten tijdens stage twee van 80 uur uit hun comfortzone en verbreden zo hun beeld van de sector. Ten slotte dienen stage drie van 120 uur en stage vier van 160 uur om te specialiseren. Studenten kunnen zelf een stageplaats kiezen, maar daarnaast zijn we zelf altijd op zoek naar instellingen die als stageplaats willen functioneren.

Duaal leren is een nieuwe vorm van werkplekleren voor de sector. Hierbij dient de werkvloer als een volwaardige leerweg om competenties aan te leren. EhB koos ervoor om dit voornamelijk uit te werken binnen de leerlijn Publiekswerking met verschillende projecten en opleidingsonderdelen zoals Marketing & PR, waarbij studenten een communicatiestrategie uitwerken voor een specifieke casus uit het werkveld. Het verschil met traditionele stages is dat de hogeschool voornamelijk de begeleiding voorziet in plaats van het werkveld. Dit biedt voor de sector de mogelijkheid om input te krijgen voor projecten, waarvoor ze momenteel geen ruimte heeft. We hopen dat deze vorm van cocreatie in de toekomst een eigen dynamiek kan aannemen.

Praktische organisatie

De opleiding start volgend academiejaar 2019-2020 op de nieuwe EhB-campus VOLT te Leuven (Interleuvenlaan 3-5). Het standaardtraject bestaat uit twee academiejaren van 60 studiepunten. Studenten volgen maximaal drie dagen per week les op dinsdag-, woensdag- en vrijdagmiddag en -avond. Daarnaast voorzien we een werktraject van 30 studiepunten per jaar, waarbij een student enkel les volgt op dinsdag-, woensdag- en vrijdagavond. Dit laatste traject loopt over vier academiejaren. Het is ook mogelijk om zelf een programma op maat samen te stellen en voor studenten werkzaam in de sector blijft het een optie om vrijstellingen aan te vragen op basis van elders verworven competenties (EVC).

>    Meer informatie over de graduaatsopleiding Informatiebeheer aan Erasmushogeschool Brussel kun je verkrijgen via graduaat.informatiebeheer@ehb.be of lezen op onze website: https://www.erasmushogeschool.be/nl/opleidingen/graduaat-informatiebeheer-bibliotheek-en-archief

Bedenkingen voor de toekomst

Bij het opstellen van dit artikel en de gezamenlijke presentatie voor de Algemene Ledenvergadering van de VVBAD op 21 maart 2019 merkten beide opleidingen dat ze voor dezelfde uitdagingen staan. Graag sluiten we dit artikel af met enkele bedenkingen die wij belangrijk vinden voor de sector.

De instroom van onze graduaatsopleidingen verandert. Vroeger trokken onze opleidingen overwegend studenten aan met een diploma hoger onderwijs en/of ervaring in de sector. Tegenwoordig zien we meer generatiestudenten of zij-instromers met al een eerste hoger onderwijservaring die zich heroriënteren. De overheveling naar de hogescholen zal deze ontwikkeling versnellen. In de praktijk betekent dit dat studenten in zeer diverse lesgroepen terechtkomen.

De huidige structuur in de CVO’s biedt studenten een hoge mate van flexibiliteit. Ze kunnen modules volgen aan verschillende instellingen die vlot overdraagbaar zijn door het gezamenlijke structuurschema. Het inschrijvingsgeld is beperkt, waardoor het zeer betaalbaar is om slechts enkele vakken te volgen als bijscholing. In theorie blijft dit allemaal een optie, maar het hogere inschrijvingsgeld aan hogescholen en de verschillende programma’s maken dit minder interessant voor de studenten. Daarnaast biedt de nieuwe structuur ook voordelen. Zo kunnen studenten na het behalen van het eerste diploma ook nog de tweede afstudeerrichting volgen om zo een tweede diploma te behalen in de andere afstudeerrichting.

Een ander pluspunt is de mogelijkheid tot doorstroming naar een professionele bacheloropleiding. Aan EhB kunnen de studenten doorstromen naar de professionele bachelor in het Sociaal Werk met afstudeerrichtingen Maatschappelijk Werk of Sociaal-cultureel Werk georganiseerd door Odisee en Erasmushogeschool Brussel. In totaal krijgen ze 88 studiepunten aan vrijstellingen en leggen ze nog een traject van 94 studiepunten af op twee jaar voor voltijdse studenten of drie jaar voor werkstudenten. Aan Arteveldehogeschool is eveneens een doorstroom voorzien naar Sociaal Werk.
De verankering van de opleiding in de sector blijft essentieel. De medewerking van organisaties uit het werkveld aan het werkplekleren is en blijft een vereiste voor een kwalitatieve opleiding. De aantrekkingskracht van de opleidingen neemt overigens toe als een kwalificatie een voorwaarde blijft voor een vacature in de sector. En een grotere instroom stelt ons dan weer in staat om nog meer kwaliteit te bieden.

Ten slotte gaat het niet alleen om een omvorming van een bestaande opleiding, maar ook om de uitbouw van een heel nieuwe component met de afstudeerrichting Archief. We hopen op de hulp van de archiefsector om stageplaatsen aan te bieden en expertise op te bouwen. En uiteraard rekenen we op de sector om deze nieuwe profielen een plaats te geven op de werkvloer.

IMPORTANT
Afb. 1
IMPORTANT
Afb. 2
IMPORTANT
Afb. 3

Waarom lid van de VVBAD worden?

  • Deel zijn van het netwerk van experten en collega's
  • Mee de belangen van de informatiesector behartigen
  • Korting krijgen op de activiteiten van de VVBAD
  • Toegang krijgen tot vakinformatie
  • Participeren in de verenigingsbesturen
Word lid
© Vlaamse Vereniging voor Bibliotheek, Archief & Documentatie vzw
Statiestraat 179 | B-2600 Berchem (Antwerpen)
Tel: (+32) 03 281 44 57 | email: vvbad@vvbad.be