Overal ter wereld worden films gemaakt. Slechts een klein deel daarvan verschijnt in de bioscoop of op ons scherm in de huiskamer. MOOOV vzw gaat op zoek naar die verhalen die weinig kansen krijgen in het reguliere filmcircuit. Een ruime selectie films uit de hele wereld, waarbij regisseurs kwaliteit combineren met relevante inhoud, worden door MOOOV tot bij het grote publiek gebracht. Dat gebeurt tijdens het jaarlijkse filmfestival op acht locaties in Vlaanderen, tijdens de wekelijkse Zebracinemavertoningen in meer dan vijftien culturele centra of lokale bioscopen, tijdens schoolvoorstellingen voor zowel kleuters, lager, secundair als hoger onderwijs, via het eigen distributielabel en door maatwerk voor organisaties en lokale besturen. Een sterk uitgebouwde werking voor bibliotheken hoort daar ook bij.

Op deze manier wil MOOOV garant staan voor goede films uit de hele wereld en in heel Vlaanderen.

Onlangs testte MOOOV, in samenwerking met de bibliotheek van Turnhout, een nieuw boekverfilmingsproject voor het onderwijs uit. Het project kwam er naar aanleiding van de nood van de jeugdafdeling van de bibliotheek van Turnhout om hun aanbod voor het lager onderwijs een nieuwe invulling te geven. Het boekverfilmingsproject vormt de perfecte match tussen MOOOV en bibliotheken en geeft de mogelijkheid de werking verder open te trekken richting onderwijs, zowel binnen als buiten de eigen muren.

Wat houdt het project in?

Het eerste boekverfilmingspakket is opgebouwd rond de avonturen van Rosie en Moussa. Het boek is van Michael De Cock, die ook het script schreef voor de gelijknamige film van regisseuse Dorothée van den Berghe. Richtleeftijd van het pakket: derde tot en met vijfde jaar lager onderwijs.

Rosie verhuist met haar moeder naar een appartement in Molenbeek. Haar vader is van de ene dag op de andere verdwenen en ze zal van haar moeder niet te weten komen waar hij is. Die weigert er namelijk over te praten. Rosie verzint dus zelf maar een verhaal wanneer Moussa naar hem vraagt. Moussa woont in het appartement boven haar en neemt haar mee op sleeptouw door de hele buurt, tot op het dak van het appartementsgebouw, waar de twee helemaal niet mogen komen. En dan komt Rosie erachter waar haar vader is.

Vertrekkend vanuit zowel het boek als de film stelde MOOOV een digitaal lespakket samen waarmee een leerkracht zowel tijdens het lezen van het verhaal als ter voorbereiding op de filmvoorstelling aan de slag kan. Ter afronding zijn er enkele tips opgenomen voor een nabespreking.

De voorbereidende opdracht is gespreid over enkele dagen en draait rond het maken van een digital story. Leerkrachten kunnen de aanpak van de voorbereiding zelf bijsturen, inkorten of uitbreiden. Ideaal wordt er binnen de periode van één week aan gewerkt.

Klassen die zich inschrijven voor het project gaan eerst aan de slag met het boek. De bibliotheek van Turnhout koos ervoor alle deelnemende klassen gratis één exemplaar van de verhalenbundel van Rosie en Moussa te bezorgen. Beschik je niet over de nodige middelen, dan kun je het boek in de bib voorlezen aan alle klassen, al dan niet beurtelings, of tijdelijk exemplaren uit naburige bibliotheken in huis halen.

In de klas (of in de bib) worden voorleesmomenten ingebouwd. Uit het boek, dat uit vier korte delen bestaat, wordt elke dag een stukje voorgelezen, soms door leerlingen, dan weer door de leerkracht zelf. Uiteraard kunnen ook voorlees(groot)ouders of vrijwilligers en medewerkers van de bibliotheek ingeschakeld worden. Na elk voorleesmoment praat de groep even na over het verhaal. Daarna selecteren de leerlingen in overleg vijf elementen uit het voorgelezen boekdeel die volgens hen nodig zijn om op te nemen in de film. Waarom kiezen ze net die elementen?

Daarnaast bespreken ze welke personages uit het voorgelezen deel een plaats moeten krijgen in de film. Tot slot kiest de groep wie van de klas zal acteren. De overige leerlingen verdelen zich in vijf groepjes. Elk groepje bestaat uit een regisseur, cameraman of -vrouw, en een rekwisiteur.

Na het verdelen van de taken en rollen is het tijd voor actie. Elk groepje brengt één van de vijf gekozen scènes in beeld via een tableau vivant. De acteurs worden dus door de regisseurs zodanig opgesteld dat het duidelijk is wat ze uitbeelden. De rekwisiteurs zorgen voor de nodige attributen. Met een smartphone of tablet maakt de cameraman of -vrouw een foto van het tableau vivant.

Op het einde van de rit zijn er een twintigtal foto’s die het boek in beeld brengen. Deze foto’s worden in een app bij elkaar gebracht om tot een digital story te komen.

Nadien is het tijd om de film te bekijken. In Turnhout koos men ervoor om naar de plaatselijke bioscoop te stappen om zo de filmervaring optimaal te maken. Uiteraard kun je de film ook in de klas bekijken, of in een tot minibioscoop omgetoverd lokaal in de bib. Net voor de voorstelling krijgen de leerlingen een korte introductie en wordt er kort gepraat over het boek en hun verwachtingen van de film.

Kies je voor een groots opgezet project, met klassen van verschillende scholen, dan is het zeker het overwegen waard om de regisseur en de schrijver van Rosie en Moussa uit te nodigen na de filmvoorstelling. MOOOV treedt graag als tussenpersoon op. De babbel die de leerlingen met Dorothée van den Berghe en Michael De Cock kunnen hebben geeft een bijzondere toets aan het project en creëert een duidelijke meerwaarde, zo blijkt uit de evaluaties die we ontvingen van de Turnhoutse scholen. De kinderen konden hen bestoken met vragen, wat voor een gezellige interactie en vooral veel feedback en inhoudelijke omkadering zorgde.

Na afloop van de filmvoorstelling komen de digital stories van de leerlingen aan bod. Komen hun verhalen overeen met die van de film?

Later, in de klas, kan de leerkracht met behulp van het lespakket van MOOOV samen met de leerlingen de vergelijking trekken tussen boek en film. Waar zitten de gelijkenissen? Waar de verschillen? Wat filterden zij zelf uit het boek om te verfilmen? Maakten zij dezelfde keuzes als de regisseur?

Hoewel de bib van Turnhout het project gedeeltelijk op school en gedeeltelijk in de bioscoop liet plaatsvinden, is het perfect mogelijk het geheel de bibliotheek in te trekken. Zo kan er nagedacht worden over het inbouwen van voorleesmomenten in de bibliotheek zelf en kan een verduisterbare ruimte van de bibliotheek tijdelijk gebruikt worden als filmzaaltje. Beschik je hiervoor niet over het nodige materiaal, dan kan MOOOV je hiermee op weg helpen. Ook de vertoningsrechten en SABAM worden via MOOOV geregeld. MOOOV biedt dus een totaalpakket aan bestaande uit lesmateriaal, het aanleveren van de film, het regelen van de vertoningsrechten en SABAM, het boeken of helpen zoeken naar een geschikte locatie voor de filmvoorstelling, het contacteren van de regisseur en schrijver en het promoten van het event.

Om continuïteit en uitbreiding van het project te verzekeren startte MOOOV met het uitwerken van een pakket bij het boek en de film Tijgermelk van respectievelijk Stefanie De Velasco en Ute Wieland. Dit pakket richt zich op leerlingen vanaf het tweede middelbaar. Tegen het najaar is er daarnaast een tweede boekverfilmingspakket beschikbaar voor het lager onderwijs. MOOOV wil jaarlijks twee tot drie nieuwe lespakketten aanbieden aan bibliotheken.

Ben je geïnteresseerd om het boekverfilmingsproject in huis te halen? Mail dan naar greet.stevens@mooov.be. Zij bezorgt je alle praktische en financiële info en helpt je graag op weg om het project binnen jouw bibliotheek vorm te geven.

Wil je meer weten over de algemene bibliotheekwerking van MOOOV? Neem dan contact op met dolores.beysen@mooov.be.